Het Rijk rekent op 230 miljoen steun voor de chipindustrie

Staatssteun Economische Zaken wil 230 miljoen euro uittrekken voor de chipsector. Zo blijkt: industriepolitiek is niet langer een vies woord.

Een werknemer van chipproducent NXP aan de slag in een fabriek.
Een werknemer van chipproducent NXP aan de slag in een fabriek. Foto Piroschka van de Wouw / ANP

De Nederlandse chipindustrie krijgt, mits Brussel akkoord gaat, een financiële injectie van 230 miljoen euro van de overheid. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat wil dat bedrag beschikbaar stellen aan zes verschillende projecten, ingediend door multinationals als NXP, ASML maar ook door kleinere bedrijven als Smart Photonics en Nearfield Instruments. Nearfield, uit Rotterdam, telt 140 medewerkers en ontwikkelt meetapparatuur die met atomaire precisie controleert of de chipproductie foutloos verloopt. Met enkele tientallen miljoenen steun kan het bedrijf zijn groei versnellen.

Omdat het staatssteun betreft – normaal verboden – is er wel goedkeuring nodig van de Europese Commissie. De projecten vallen onder de vlag van het Europese programma IPCEI, oftewel Important Project of Common European Interest. Europa wil een toonaangevende rol spelen in de chipproductie, en ook als het gaat om de meest geavanceerde chips minder afhankelijk zijn van Azië. Europa reserveerde daarvoor al in totaal 43 miljard euro.

Ook grotere bedrijven als NXP (jaaromzet 10 miljard euro) en ASML (18,6 miljard euro) hebben projecten aangedragen voor IPCEI-subsidies. Die grote namen moeten het project internationale allure geven.

Radartechnologie

In het geval van NXP gaat het over radartechnologie en ontwikkeling van 6G (de opvolger van het 5G-netwerk). Details worden nog niet verklapt zolang Brussel zijn stempel niet gezet heeft; dat gebeurt vermoedelijk voor de zomer. ASML houdt het bij „een extreem innovatief project” samen met partnerbedrijven, ook buiten Nederland. Het bedrijf is niet van plan om steun aan te vragen voor dingen die het zelf kan doen.

Volgens het ministerie van Economische Zaken is 230 miljoen staatssteun een eerste stap – de projectaanvragen zijn in werkelijkheid een stuk omvangrijker. Er loopt ook een IPCEI-aanvraag van Nederland van 70 miljoen euro voor clouddiensten. Welke bedrijven dat betreft, is vooralsnog niet bekendgemaakt.

De hoeveelheid staatssteun die Nederland uittrekt, blijft klein bier vergeleken met de miljarden die Duitsland reserveerde om chipfabrikant Intel te overtuigen een grote fabriek in Maagdenburg te bouwen. In Nederland is industriepolitiek weliswaar geen vies woord meer, mits de staatssteun is bestemd voor nieuwe, nog ontluikende technologie.

Lees ook dit opinieartikel: Nederlands ‘nee’ tegen industriepolitiek kan niet mee

Gewassen telen met meer precisie

Dat geldt zeker voor fotonische chips. Dat zijn halfgeleiders die licht kunnen verwerken en genereren. Je kunt die chips inzetten om datacenters zuiniger te maken, maar ook om met meer precisie gewassen te telen.

Chipproducent Smart Photonics uit Eindhoven kan met de zegen van Brussel straks tientallen miljoenen steun vanuit het IPCEI tegemoetzien. Daarnaast, werd vorige week bekend, reserveert het Nationaal Groeifonds 471 miljoen euro voor PhotonDelta. Dat is een publiek-privaat samenwerkingsverband in de fotonica-industrie. Samen met andere investeringen van private partners en onderzoeksinstellingen kan PhotonDelta op 1,1 miljard euro rekenen. Het geld moet van honderden bedrijfjes en bedrijven een volwassen fotonica-industrie maken.

Ewit Roos, directeur van Stichting PhotonDelta, denkt dat Nederland in 2030 zo’n 20 procent van de wereldproductie van fotonische chips kan verzorgen. Het gaat om 150.000 wafers per jaar. Dat zijn de ronde platen waarop chips worden gefabriceerd. Smart Photonics zou volgens hem ook op 75 miljoen euro uit het Groeifonds kunnen rekenen, met nog eens 200 miljoen euro van externe partners. Veel geld, maar cruciaal om van Nederland „het Taiwan van de fotonische chips te maken”, denkt Roos.