Het moment van de schok is voorbij. Niet langer beleven we de gebeurtenissen in uren, dagen, weken, zoals meteen na de invasie. Inmiddels duurt de oorlog in Oekraïne al bijna twee maanden.
Voor regelrechte gewenning is het te vroeg. Berichten van nieuwe gruweldaden – van ‘burgerslachtoffers’ naar ‘oorlogsmisdaden’ naar ‘genocide’ – verhinderen het bovendien. Elk van deze overschreden grenzen werkt als een priemend nieuw begin, dat routine doorkruist.
Toch treedt onafwendbaar een vorm van wennen op, alleen al door het verstrijken van de tijd. De oorlog is van 24 februari naar 20 april gekropen en een situatie geworden. De klap van het begin is verwerkt. Het gebeurt; hier en nu. Tegelijk wordt een slot steeds moeilijker voorstelbaar. In de mist van de toekomst zien we meer strijd en bloed, maar tekent zich geen helder eindpunt af.
Oorlog eindigt logischerwijs hetzij met de (aanvaarde) zege van één strijdende partij, hetzij met een akkoord tussen beide om de wapens neer te leggen, voorlopig of definitief. Vanwege het grimmige verloop van dit conflict raken beide uitwegen echter uit zicht.
We kunnen zeggen: dat is goed nieuws. Immers, de vooraf verwachte afloop was een snelle Russische zege. Met zijn invasie gokte Poetin op de val van Kiev, de verovering van het halve land en de installatie van een marionettenregering – en dat alles in drie dagen (een tijdsframe dat ook de CIA hanteerde). Sprekend detail: Russische officieren die op 24 februari de grens met Oekraïne overstaken, hadden de uniformen voor een zegeparade in Kiev in hun bagage. Het einde van de oorlog zou in dat scenario in één beweging zijn voortgevloeid uit het begin.
De verrassing is uiteraard het krachtig Oekraïense verzet en de door president Zelensky vertolkte nationale overlevingswil. Deze strijdlust spoort de Verenigde Staten en Europa aan om Oekraïne steeds zwaardere wapens te leveren, met nieuwe successen en Russische vernederingen tot gevolg (zoals vorige week de gezonken Moskva). Dankzij de NAVO-steun komt zo het omgekeerde scenario in beeld: een zege van Oekraïne. Dit was twee maanden geleden pure fantasie, maar lijkt inmiddels het officiële doel van het Westen.
Wat er zelden met zoveel woorden bij gezegd wordt: dan moet Rusland verliezen. Niet alleen economisch bankroet gaan, het doel van de westerse sancties, maar ook een militaire nederlaag lijden. Heel voorstelbaar is dit niet, enerzijds omdat Moskou onverminderd een nucleaire supermacht blijft, anderzijds omdat geen enkele Russische leider (ook een Poetin-opvolger niet) een capitulatie politiek zal overleven. Kortom: onze NAVO-wapens helpen Oekraïne niet aan de zege, wel aan de niet-nederlaag. Ze verduurzamen de strijd.
Voor beide partijen, zo weten we na twee maanden oorlog, is een nederlaag politiek onaanvaardbaar én militair afwendbaar. Dus kan niemand klinkklaar winnen. Het drama is dat heden evenmin nog een pad bestaat naar onderhandelingen over iets wat op een vredesakkoord lijkt.
De optie van neutraliteit voor Oekraïne, die Zelensky in de eerste oorlogsweken in de lucht hield, lijkt na alle gruwelen achterhaald. Maar de veiligheidsgaranties die hij – als onderdeel van een vredesakkoord met Rusland – van onder meer de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Turkije vraagt, krijgt hij evenmin.
Alles wijst erop dat de krachtmeting zal voortduren. De partijen moeten het ‘uitvechten’. In het beste geval consolideert zich een frontlijn in de Donbas en/of aan de Zwarte Zeekust, waar de strijd in intensiteit afneemt zonder uit te doven – een ‘bevroren conflict’, zonder vrede. Maar zover zijn we nog lang niet.
Tegen Bild sprak Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, zich zondag uit voor snelle wapenleveringen door alle EU-lidstaten, want „Oekraïne kan de oorlog winnen” en moet zich kunnen verdedigen. Op de vraag hoelang de oorlog zal duren, antwoordde zij, eerlijk maar wel ambigu: „We moeten er alles aan doen dat hij zo snel mogelijk stopt. Tegelijk moeten we ons erop voorbereiden, dat de oorlog in het ergste geval nog maanden en jaren kan duren.” Kennelijk houdt men op het hoogste niveau rekening met een slepend conflict.
Elk akkoord na een oorlog is een hartverscheurend compromis, waar belangrijke waarden botsen. Wat weegt zwaarder: vrede of rechtvaardigheid? Wat is het kleinste kwaad, voor bijvoorbeeld Zelensky: verlies van grondgebied of verlies van nog meer mensenlevens? En voor Poetin: gezichtsverlies of machtsverlies? Deze vragen zullen ooit terugkomen maar zijn voorlopig onbeantwoordbaar. De oorlog zal eerst nog woeden.