‘Afval heeft z’n eigen plek: de vuilnisbak’

Vrij Hoe breekt Nederland uit de sleur? Deze week: afval rapen.

Foto Folkert Koelewijn

Een jongetje van 7 kruipt onder een auto om met een afvalknijper een peuk te verwijderen. Het is een van de fanatieke afvalridders van de Beestenbende, die op deze natte, winderige woensdagmiddag een schoonmaakrondje maken op de parkeerplaats van zwembad Rozengaarde in Doetinchem. Vanmiddag worden een tiental leden van de Beestenbende met een paar uur zwemmen beloond voor hun inspanningen om hun straat of buurt schoon te houden. Opgewekt springen jongens en meisjes tussen de 6 en de 12 in gele hesjes uit de gezinsauto’s en stuiven met hun knijpers het gras in.

Evi (10, roze rugzak) en Lise (8, paars geruit jack) rapen regelmatig afval met hun broertje Juda van 6. Lise: „Er lag bij ons in de buurt veel afval op straat. Het zag er somber uit.” Ze besloot haar steentje bij te dragen. „De natuur heeft z’n eigen plekken. En afval heeft ook een eigen plek: in de vuilnisbak.” Voor haar oudere zus Evi was een apocalyptische film de aanleiding: „Daarin lag er overal op aarde afval. Ik dacht: dat mag niet gebeuren.”

Met hun moeder gaven ze zich op bij de Beestenbende, een initiatief waar nu 15.000 kinderen en hun ouders zich voor inzetten. De Beestenbende opereert in zestien gemeenten rond Velsen, Noord-Holland en in het (zuid)oosten van Nederland, grofweg in de driehoek Hengelo, Nijmegen en Venlo. Opgeven is makkelijk: een opa of oma met een kleinkind kan al een team vormen. Ook doen er clubs en naschoolse opvangen mee. Gemeentes doen een duit in het zakje, reclame wordt gemaakt via scholen. Wanneer je je inschrijft via de website krijg je een hesje, knijper en een petje toegestuurd.

Hoe schoon het landelijke Doetinchem ook lijkt, als de Beestenbenders de parkeerplaats afschuimen, vinden ze van alles. Al snel zitten de vuilniszakken vol platgetrapte blikjes, lege chipszakjes, lollystokjes, papieren zakdoekjes, ondefinieerbare stukken plastic, ijsstokjes, ringen van koffiebekers, een tampon en tientallen sigarettenpeuken.

De stoere Bibian (11, zwart-paars jurkje, blote benen) vertelt dat op internet honderden filmpjes staan van dieren die in afval verstrikt raken of het opeten en eraan doodgaan. „Ik zag katjes die vastzaten in plastic.” Met haar moeder en zus Jente maakt ze regelmatig in de vinexwijk Dichteren schoon. Jente (8): „Papa heeft vaak geen zin.” Bij de hangjongerenplek is het altijd prijs, daar ligt het afval soms pal naast de vuilnisbak. Het vieste dat ze ooit vonden? Bibian: „Een condoom.”

Een paar jongetjes stormen met gevaar voor eigen leven achter een stuk plastic aan. De begeleiders leiden alles in goede banen en houden de zak op. Evi: „Ik heb al drie bananenschillen gevonden.” Jente probeert met de knijper een leeg blik Gulpener in de zak te krijgen. En Lise blaast de pluisjes van een vroege paardebloem weg.