Ik ben misschien gek, maar ik ben gek op polysemen: woorden met meer betekenissen. Neem deze zin: je hebt ergens geen zin in, maar dat heeft geen zin. Je rent op oude schoenen de berg op en daarna zijn ze op.
Ik stond in het publiek bij de marathon van Rotterdam, een publiek evenement en dat maak ik hier publiek.
Want wat een feest, een sportevenement waar én de pro’s aan mee willen doen én het publiek: wie maar wil, of je nou 6 bent of 80, of je uit de stad komt, of van heel ver weg om deze weg te lopen, tussen het juichende publiek: ik was er weg van.
Ik stond te kijken op de Coolsingel, die sinds het bombardement geen singel meer is en na een verkeerskundige ingreep verkeersruimte werd: een plek niet om te verkeren, maar voor verkeer. Was dat een verkeerde ingreep (een geval van semi-polysemie)? Men raakte er in elk geval ontevreden over, dus kwam er een volgende verkeerskundige ingreep: meer stoep, een dubbel fietspad aan de ene kant en minder autoweg, meer auto’s weg, aan de andere kant. En nu volgt er een volgende verkeerskundige ingreep, omdat de fietsers zich als verkeer gedragen en mensen te voet niet laten oversteken.
Er komen zebrapaden op het fietspad en de Coolsingel blijft voelen als ruimte om bij vandaan te gaan, minder als ruimte om op bijeen te komen: publieke ruimte. Tijdens de marathon was het dat wel, en dat voelde heel wel.
Naar de pub
Een week eerder was ik in Dublin. ’s Avonds was ik alleen en kon ik alleen maar denken: ik wil naar een pub. Ik belandde aan tafel met een geëmigreerde Duitser, diens Ierse vriend, diens vader en diens vriend. De Duitser vertelde dat hij drie jaar in Kopenhagen had gewoond met zijn Deense vriendin, maar daar bleef hij zich alleen voelen. Haar vrienden waren vriendelijk, ze wilden alleen geen vrienden met hem worden.
In Dublin daarentegen was hij direct opgenomen in de vriendenkring van de enige Dubliner die hij kende, en zo kwam hij na een app via een app in een groepsapp vandaag samen in de pub in dit losse gezelschap van twee generaties.
Een jazzbandje trad op. De Duitser gaf twee rondjes en ging weg. Toen haalde ik een rondje voor zijn vriend, diens vader en diens vriend en aan de bar zag ik hoe een man die ver in de tachtig moest zijn aan de praat raakte met een jongen van in de twintig. Ook de vriend van de vriend zag ik gesprekjes aanknopen met onbekenden.
Daardoor drong het tot me door: het woord pub – dat komt zeker óók van publiek? Even wiki’en en ja hoor: het bleek een afkorting voor public house. Een plek waar je niemand hoeft te kennen om iemand te leren kennen.
Dubbeldekker
Zou het samenhangen met die duizenden publieke huizen in Dublin en het populaire publieke transport – meer dan de helft van de verplaatsingen in het centrum gaat per dubbeldekker – dat ook de straat in Dublin als een plek om samen te hangen voelt? Meerdere mensen, onder wie een groepje van drie dames van in de zeventig, spraken me aan over de (huur)fiets aan mijn hand: hoe kwam ik eraan?
Ik was een ervaring rijker, want ik had met zoveel spontane gesprekken op straat geen ervaring, dus ik vond dit een hele ervaring. Misschien kwam het doordat ik hier vreemd was, maar het voelde vreemd en goed. Goede publieke ruimte is een groot goed.