Precies een maand geleden mochten we onze stem uitbrengen voor de gemeenteraadsverkiezingen. De historisch lage opkomst in Rotterdam was, dachten we eerst, de opvallendste uitkomst. Het blijkt echter de potentiële uitkomst van de huidige onderhandelingen te zijn die menig wenkbrauw doet optrekken: een coalitie met zowel Leefbaar Rotterdam als Denk, met verder VVD en D66.
Wellicht zien we hier de geboorte van het eerste progressief-populistische college van Nederland. Het zou een unicum zijn. Waar anders dan in Rotterdam? Onze havenstad is al decennia een politieke proeftuin. Twintig jaar geleden begon hier met Pim Fortuyn de rechtse revolte, zagen we hier als eerste de neergang van de sociaaldemocratische PvdA en was het ook Rotterdam waar de islam-geïnspireerde partij Nida het levenslicht zag. Een nieuw hoofdstuk ligt dus in de lijn der verwachting.
Hoewel het op het eerste gezicht onbestaanbaar lijkt dat Leefbaar en Denk überhaupt aan samenwerking denken, leert een nadere analyse van beide partijen dat er ook enkele bijzondere overeenkomsten zijn.
Zowel Leefbaar als Denk zet zich af tegen het establishment. Beide zijn politieke straatvechters en niet vies van scherpe retoriek. En ze vertegenwoordigen burgers die zich vergeten, buitengesloten en soms zelfs vernederd voelen door de zittende macht. In dat opzicht zijn het echt partijen die de onvrede herkennen en weten te mobiliseren.
Wellicht dat deze coalitie, waar twee uitersten elkaar de hand geven, leidt tot een situatie waar de grote groep niet-stemmers weer wordt gehoord
Ondanks deze overeenkomsten voelt een mogelijke samenwerking tussen de twee vreemd aan. De onderlinge verschillen zijn immers ook aanzienlijk. Leefbaar fulmineerde met enige regelmaat tegen de vermeende islamisering van de stad, pleitte voor een aparte aanpak voor „migrantengroepen” en noemde de achterban van Denk zelfs „de vijfde colonne”. Denks standpunten ten aanzien van diversiteit en islam staan diametraal tegenover die van Leefbaar en men betichtte de Leefbaren destijds (eind 2017) zowaar van het verspreiden van pathologische leugens. Dat er nu gemor en onbegrip in de achterban bestaat over mogelijke samenwerking met datzelfde Leefbaar, is niet verrassend.
Ook noemenswaardig – nu een samenwerking tussen Leefbaar, VVD, D66 en Denk lijkt te lukken, is het ‘linksverbond’ uit 2018. Deze progressief linkse samenwerking bestond uit de PvdA, GroenLinks, SP en Nida. Gezien de idealen en inhoud lag deze samenwerking heel erg voor de hand. Dit verbond hield nog geen maand stand doordat GroenLinks de stekker eruit trok. Het lijkt logisch om te denken dat de emancipatie van Rotterdammers met een migratieachtergrond het vooral van de links-progressieve partijen moet hebben. Dit progressief-populistische college in wording zou zomaar het tegendeel kunnen bewijzen.
Optimistisch bekeken zou dit avontuur een bijzondere stap kunnen zijn in de richting van een toekomst met een minder gepolariseerd klimaat. Juist omdat het gaat om ‘flank-partijen’. Het grote midden lijkt namelijk te hebben gefaald in de missie „de boel bij elkaar te houden”.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84277198-9ec408.jpg)
De gekozen kleurloosheid die we de afgelopen jaren zagen bij de traditionele partijen – VVD, PvdA, CDA en D66 – heeft in Rotterdam geleid tot een opkomst van onder de 40 procent. Een historisch dieptepunt. Wellicht dat deze mogelijke coalitie waar twee uitersten elkaar de hand geven, zal leiden tot een situatie waarin ook de grote groep die niet ging stemmen, weer wordt gehoord. Er is heel veel werk aan de winkel.
Vraagstukken omtrent armoede, ongelijkheid, de woningmarkt, veiligheid en discriminatie verdienen een aanpak die past bij de stad. Meer dan ooit zal er ook draagvlak en aansluiting gezocht moeten worden in de stad. Dat kan alleen als een aanpak niet alleen wordt bedacht door het stadhuis, maar vooral ook wordt gefaciliteerd door het stadhuis. Beleid vanuit een gestimuleerd en gefaciliteerd maatschappelijk middenveld. In de stad, dichtbij bij de mensen om wie het te doen is.
Lukt het dit college de muren te slechten en bruggen te bouwen? Voor een brug zijn twee kanten nodig; aan die voorwaarde wordt onmiskenbaar voldaan.