Van een groots technologieproject met Duitsland en België tot het bevorderen van scholing onder laagopgeleiden en laaggeletterden. Het kabinet keurde donderdag voor 5 miljard euro aan subsidies uit het Nationaal Groeifonds toe aan maar liefst 28 projecten.
Nog eens 1,3 miljard euro aan subsidies reserveert het Groeifonds alvast. Om die te krijgen moeten de aanvragers van de subsidie nog extra „huiswerk” verrichten, zei Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de adviescommissie van het Groeifonds.
Een van de meest spectaculaire projecten is Einstein Telescope, een ondergronds observatorium dat in Zuid-Limburg gebouwd moet worden. De kilometerslange buizen op 300 meter onder de grond zijn bedoeld om zwaartekrachtsgolven te meten. Fundamenteel onderzoek dat veel internationale onderzoekers naar Nederland zal brengen, volgens het Groeifonds. Ook kan het Zuid-Limburg „een grote impuls geven”.
Totale kosten zijn 2 miljard euro. Het Groeifonds geeft 42 miljoen euro om in samenwerking met Duitsland en België mee te dingen naar het project, dat door een internationaal consortium wordt toegekend. Italië is waarschijnlijk een concurrent. Als Nederland de telescoop – die gebruikt gaat worden voor onderzoek naar het heelal – mag bouwen, staat bij het Groeifonds nog eens 870 miljoen euro klaar.
Met deze tweede ronde aan subsidies is het veelbesproken Nationaal Groeifonds nu echt van start. Het werd in 2020 opgericht om het „duurzame verdienvermogen” van Nederland te versterken. Het ging al snel het Wopke-Wiebesfonds heten, naar de twee ministers die claimden het te hebben bedacht. Tussen 2021 en 2025 kan het 20 miljard euro -uitgeven.
35 plannen
Het kabinet neemt het besluit over de incidentele subsidies niet zelf, maar volgt volledig het advies van een tienkoppige commissie geleid door oud-minister van Financiën Dijsselbloem (PvdA). Met behulp van economen van het Centraal Planbureau en andere experts beoordeelde de adviescommissie 35 plannen. Dragen ze bij aan groei? Zijn ze vernieuwend? Helpen ze bij het oplossen van maatschappelijke uitdagingen? Is er niet elders financiering? Ook de kwaliteit van het projectplan én van de indieners weegt zwaar.
Van de 35 voorstellen kregen 28 projecten geld, vaak ongeveer de helft van wat ze vroegen. Dat geld wordt niet in één keer uitgekeerd maar in stapjes toegekend als aan voorwaarden is voldaan. Van de 5 miljard euro gelden voor 3,7 miljard euro nog voorwaarden.
In de eerste ronde vorig jaar kende het Groeifonds 4,1 miljard euro toe. Toen bekritiseerde Dijsselbloem de indieningen. Die waren „tamelijk klassiek” zei hij, vooral de infrastructurele projecten. Hij hoopte op meer projecten op het gebied van kennisontwikkeling en duurzaamheid. Nu zei Dijsselbloem tevredener te zijn. Er is nu een keur aan innovatieve projecten op het gebied van onderwijs, duurzame landbouw, biotech, hightech en gezondheidszorg. Zo is 42 miljoen euro toegekend voor het ontwikkelen van klimaatresistente gewassen, 60 miljoen euro voor kweekvlees, 320 miljoen euro voor kankeronderzoek met behulp van kunstmatige intelligentie en 400 miljoen voor onderzoek naar schoner vliegen.
Dat Dijsselbloem tevredener is, komt ook doordat het nieuwe kabinet de opzet van het fonds heeft veranderd. Infrastructurele projecten zoals de aanleg van wegen dingen niet meer mee. Die projecten slokten een groot deel van het budget op. Ze zijn vaak duur in verhouding tot projecten op de andere twee terreinen waarin het Groeifonds moet investeren: kennisontwikkeling en innovatie. Veel indieningen werden in de eerste ronde afgewezen. Eigenlijk waren ze te groot voor bekostiging uit het fonds, vond de commissie. Infrastructurele projecten worden nu gefinancierd door een ander fonds: het Mobiliteitsfonds. Dijsselbloem is daar blij mee. „Wij zoeken doorbraken, dingen die we nog niet hebben bedacht.”
In de volgende ronde kunnen geïnteresseerden waarschijnlijk rechtstreeks bij het Groeifonds projecten indienen. Tot nu toe gaat dat via ministeries. Dijsselbloem had alvast een waarschuwing. Zijn adviescommissie wil dat alle indieners nadenken hoe ze aan voldoende vakmensen komen. „Wordt het mbo erbij betrokken of een opleiding opgezet?” Want personeelstekorten en matige productiviteitsgroei zijn een probleem, volgens Dijsselbloem. Hij hoopt dat het kabinet in de onderhandelingen over de begroting die het nu voert, niet bezuinigt op de bijdrage aan het Groeifonds. „Geld is niet gratis, daar ben ik tamelijk ouderwets in. Maar het zou heel jammer zijn als om kortetermijnproblemen op te lossen langetermijninvesteringen onder druk komen.”