‘Ons Vrijheidsplein in Charkov en uw Churchill Square in Edmonton”, zei de Oekraïnse president Volodimir Zelensky op 15 maart in zijn toespraak tot het parlement van Canada. „Stel u voor dat Russische raketten het hart van Edmonton vol treffen.” Zoals alles in de nu al legendarische toespraken van Zelenski tot de volksvertegenwoordigers in westerse landen, was de vergelijking tussen de twee pleinen niet toevallig.
Op Churchill Square in Edmonton, de hoofdstad van de Canadese provincie Alberta, die van oudsher een groot aantal inwoners telt van Oekraïense komaf, staan namelijk twee Oekraïense beelden. Het oudste is Madonna van het koren, een socialistisch-realistisch ogend beeld uit 1981 van een in Oekraïense klederdracht gehulde jonge vrouw met een korenschoof, dat nochtans door een Canadese beeldhouwer blijkt te zijn gemaakt. Het andere is het Holodomor Memorial dat in 1983 op het plein werd geplaatst ter nagedachtenis aan de „miljoenen die omkwamen in de genocidale hongersnood die Oekraïne werd toegebracht door het Sovjetregime”, aldus het opschrift.
Maar niet alleen om de Oekraïense beelden vergeleek Zelensky de twee pleinen met elkaar. Het Churchillplein lijkt ook verrassend veel op het Vrijheidsplein. Beide pleinen zijn ongewoon weids en vormen het hart van de stad waar een groot aantal belangrijke overheids- en cultuurgebouwen staat. En terwijl op Churchill Square een Paleis van Justitie staat in de vorm van een brutalistisch monster uit 1973, wordt het Vrijheidsplein gedomineerd door het Derzjprom-gebouw, een betonkolos die de architectuurcriticus van The Guardian eens omschreef als „brutalisme avant la lettre”.
Huis van de Staatsindustrie
In de jaren 1926-1928 werd het Derzjprom-gebouw in Charkov gebouwd als het Huis van de Staatsindustrie. Charkov was toen de hoofdstad van de in 1918 gestichte Sovjet-republiek Oekraïne en het Vrijheidsplein heette nog het Dzerzjinskiplein, genoemd naar de beruchte oprichter van de Tsjeka, de geheime dienst van de Sovjet-Unie waar Poetin zijn carrière begon. Het Derzjprom-gebouw staat bekend als de eerste wolkenkrabber van de Sovjet-Unie. Maar hoewel het met 63 meter in 1928 het hoogste gebouw van de USSR was, is het geen klassieke wolkenkrabber. Het Huis van de Staatsindustrie is een even kolossaal als spectaculair gebouwencomplex van in hoogte variërende betonnen bouwdelen die door lange luchtbruggen met elkaar zijn verbonden.
Met het Huis van de Staatsindustrie wilde het communistische regime van Oekraïne laten zien dat de jonge sovjetrepubliek in hoog tempo een modern land aan het worden was. Het koos daarom voor het ontwerp van Serafimov, Kravets & Felger, drie jonge, onbekende architecten en aanhangers van het constructivisme, de nieuwe stijl die in het begin van de jaren twintig in de Sovjet-Unie was ontstaan.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/04/data84600866-648bf2.jpg|//images.nrc.nl/nKYyWMRg4VN8w6KeiV0x_lDz8LE=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/04/data84600866-648bf2.jpg)
Het Derzjprom-gebouw uit 1928 in Charkov, circa 1935. Foto Getty Images
Het constructivisme is verwant met het West-Europese Nieuwe Bouwen van architecten als Le Corbusier en Mart Stam. Maar de sociale aspiraties van althans de radicale constructivisten waren groter dan die van hun westerse stijlverwanten: hun arbeidersclubs en collectivistische woongebouwen waren bedoeld als ‘sociale condensatoren’ waarin de nieuwe, communistische mens zouden worden gevormd. Voor de klassiek geschoolde Serafimov, Kravets & Felger was het constructivisme echter vooral de stijl die paste bij het tijdperk van de machine. Inspiratiebron voor hun Derzjprom-gebouw waren de autofabrieken in Detroit van Albert Kahn, de Amerikaanse architect die omstreeks 1930 ook tientallen fabrieksgebouwen zou bouwen in de Sovjet-Unie.
Het wonder van het Derzjprom-gebouw is dat Serafimov, Kravets & Felger er ondanks de saaie, spartaanse fabrieksstijl toch een indrukwekkend monumentaal geheel van hebben weten te maken. Dit komt niet alleen doordat de kolos barok gebogen is en een klassieke symmetrie kent, maar ook doordat de luchtbruggen over twee straten heen poorten vormen en het complex in het midden met twee torens het hoogst is. Zo kreeg het Derzjprom-gebouw het aanzien van een echt ‘Paleis van de Industrie’, dat de Britse architectuurhistoricus Reyner Banham in zijn Theory and Design in the First Machine Age (1960) met het Bauhausgebouw in Dessau en de Van Nellefabriek in Rotterdam rekent tot de drie absolute hoogtepunten van het Nieuwe Bouwen.
Verboden stijl
Na de voltooiing werd het Derzjprom-gebouw, het grootste constructivistische gebouw uit de geschiedenis, meteen het symbool voor Oekraïne. Zo dook het Huis van de Industrie al in 1929 op in De generale lijn, een propagandafilm van Sergej Eisenstein. Hierin is het Derzjprom-gebouw het hoofdkwartier van de leiders van collectivisatie van de landbouw die voorziet in de bouw van grote, witte, constructivistische boerderijen waar stralende landbouwarbeiders in witte doktersjassen gelukkige koeien en varkens verzorgen. In werkelijkheid ging de collectivisatie gepaard met de deportatie en hongerdood van miljoenen Oekraïners.
De bloeitijd van het constructivisme duurde slechts kort. Begin jaren dertig werd het onder Stalin als de kosmopolitische kazernestijl van het kapitalistische Westen in de ban gedaan en werd ook in de architectuur het socialistisch realisme de enige toegestane stijl. Maar terwijl veel constructivistische gebouwen in Rusland in de loop van de twintigste eeuw verkommerden tot ruïnes of werden gesloopt, bleef het Derzjprom-gebouw altijd in gebruik. Na een grondige, zeven jaar durende restauratie stond het er sinds 2012 weer mooi bij – tot de Russische beschietingen van het Vrijheidsplein begin maart begonnen en het Paleis van de Industrie, net als alle andere gebouwen daar, werd getroffen. Of het enige constructivistische paleis ter wereld na het stalinisme en de Tweede Wereldoorlog nu ook de Russisch-Oekraïense oorlog zal overleven, is hoogst onzeker.