‘Raymond 70’ luidde de tamelijk droge titel van de tournee waarmee Raymond van het Groenewoud zijn zeventigste verjaardag had willen vieren. Corona gooide roet in het eten en twee jaar later is de Belgische zanger vastbesloten om te tonen dat hij nog niets aan zeggingskracht en energie heeft ingeboet. Met een optreden van twee en een half uur toonde hij maandag in Paradiso alle facetten van zijn muzikantschap: de rocker, de spitse tekstdichter, de romanticus en de humorist.
Met ‘Maria, Maria, ik Hou van Jou’ wierp hij meteen een van zijn grootste meezingers in de strijd. De ontlading van „Voor jou sta ik uren in de kou” kon hij aan het publiek overlaten. Als geen ander maakte Van het Groenewoud de Nederlandse taal geschikt voor de rock-’n’-roll en kan hij strooien met Vlaamse uitdrukkingen als ‘schoon madam’ en ‘keinijg’ (steengoed). Naast onverbiddelijke hits als ‘J’Veux de l’Amour’ en ‘Cha Cha Cha’ heeft hij prachtige ballades als ‘Twee Meisjes’, in Paradiso teder gespeeld in kleine bezetting.
Van het Groenewoud rockte als een jonge hond in ‘Zij Houdt van Vrijen’. Hij haalde dierbare herinneringen op aan zijn jongensjaren in Amsterdam en bij het noemen van Ajax pareerde hij het boegeroep van enkelen met: „Je moet een kind ook het genoegen laten.” De gospel van ‘Liefde Voor Muziek’, het lied waarover hij verklaarde dat het hem in de hel deed belanden toen hij het in Nederlandse feesttenten moest spelen, kwam er nu beheerst en vreugdevol uit.
Na de pauze brachten twee blazers muzikale verdieping in het bedwelmende ‘Brussels By Night’ en de prachtige ode aan de sterfelijkheid ‘Aan de Meet’, opgedragen aan de ongeneeslijk zieke zanger en liedschrijver Jan Rot. In een marathonvoorstelling met muziek uit 1972 tot nu viel het recente ‘Wat een Fijne Dag’ op als een nieuw hoogtepunt in Van het Groenewouds oeuvre. „Ik zing van de vogels, de bomen en de zee”, begon het. „Maar over jouw liefde, daarvan zing ik niet / Die is te mooi en te edel voor dit lied.”
Na de ontlading van ‘Meisjes’ kon Raymond van het Groenewoud niet weg voordat hij zijn blazers nog een keer op het podium had gevraagd. ‘Maanlicht’ bracht troost en bespiegeling: „Wij sukkels, wij zijn hier maar even / maar gelukkig jou soms te zien.” Als lichtend baken aan de horizon van de Nederlandstalige popmuziek kan de onvermoeibare Raymond van het Groenewoud nog jaren mee.