Fundamentele keuzes: het kabinet gaat opnieuw onderhandelen met de coalitiepartijen

Voorjaarsnota Door de hoge inflatie en tegenvallende inkomsten is het eerste overleg over de begroting van volgend jaar nu wél spannend.

Minister Sigrid Kaag (Financiën, D66) en staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit, CDA), tijdens een debat in de Tweede Kamer.
Minister Sigrid Kaag (Financiën, D66) en staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit, CDA), tijdens een debat in de Tweede Kamer. Foto Peter Hilz/ANP/Hollandse Hoogte

Voor even, zei premier Mark Rutte (VVD) afgelopen vrijdag, zal het kabinet een net afgezworen gewoonte in ere herstellen. Het vaste coalitieoverleg tussen de regering en coalitiefracties in de Tweede Kamer had het kabinet-Rutte IV juist afgeschaft om het politieke debat minder schimmig te maken.

Maar deze week zullen de vier fractievoorzitters van VVD, D66, CDA en de ChristenUnie op het ministerie van Financiën bijeenkomen om met de top van het kabinet te spreken over de contouren van de begroting van volgend jaar. Aanwezig: de premier, de drie vicepremiers (onder wie minister Kaag van Financiën) en de staatssecretaris van Fiscale Zaken, Marnix van Rij (CDA).

Normaal gezien worden in het voorjaar wat aanpassingen in de lopende begroting gedaan. Bijvoorbeeld om tegenvallers op te vangen of om beleid bij te sturen. Het kabinetsberaad over de ‘Voorjaarsnota’ haalt niet vaak de voorpagina’s. Maar nu is alles anders: de oorlog in Oekraïne, hoge inflatie en een juridische streep door de wijze waarop de Belastingdienst vermogens belast.

Er moeten zulke fundamentele keuzes worden gemaakt en het gaat om zoveel miljarden, dat het meer lijkt op een verlenging van de formatie. Wat ligt er de komende dagen op tafel?

Koopkracht

Al vier weken geleden besloot het kabinet 2,8 miljard euro extra uit te geven om de koopkrachtdreun van de hoge energieprijzen dit jaar wat te verzachten. Door de oorlog in Oekraïne zijn energieprijzen verder gestegen en daalt de koopkracht van de doorsnee Nederlander dit jaar mogelijk met 2,7 procent, raamde het CPB begin maart. In het coalitieakkoord van december was al een lastenverlichting van 3 miljard voor de lage inkomens en middeninkomens afgesproken voor volgend jaar. Die zal nog concreet moeten worden ingevuld.

Jeugdzorg en AOW

Voor twee plannen uit het coalitieakkoord werd het nieuwe kabinet al snel geconfronteerd met het ontbreken van de meerderheid in de Eerste Kamer. Die nam eind februari twee moties aan met de dringende oproep twee geldbesparende maatregelen te schrappen. De voorgenomen besparing op de Jeugdzorg (0,5 miljard) en de tijdelijke ontkoppeling van AOW en minimumloon (2,4 miljard).

Met de AOW-kwestie worstelt de coalitie zelf ook. Bij het Tweede Kamerdebat over de regeringsverklaring dienden de regeringsfracties een motie in „bij de voorjaarsbesluitvorming” met voorstellen te komen om de koopkracht „met name voor ouderen” te verbeteren.

Defensie

Het nieuwe kabinet was al van plan om het budget van de krijgsmacht flink te verhogen (met 3 miljard euro per jaar), de oorlog in Oekraïne heeft de roep om nóg meer geld verder aangewakkerd. Dat leidde nog niet tot een besluit het budget meteen te verhogen tot de NAVO-norm van 2 procent van het bruto nationaal product (bbp) – concreet zou er dan nog eens 3,4 miljard structureel bij moeten. Wel drong de Tweede Kamer er in een motie op aan „nog deze kabinetsperiode structureel extra te investeren in Defensie, zonder dat dit ten koste gaat van andere investeringen”.

Lees ook: Dit regeerakkoord is er één onder financieel voorbehoud

Spaartaks

De Hoge Raad zette eind 2021 een streep door de vermogensbelasting in box 3. Die heffing, gebaseerd op een fictief rendement, is onrechtmatig, luidde het oordeel. Een tegenvaller voor het kabinet, want daarmee ging er een streep door ongeveer 4,5 miljard euro aan belastinginkomsten. Het kabinet moet burgers die de belasting betaalden bovendien ‘rechtsherstel’ bieden, aldus de Hoge Raad – compenseren dus. Dat kost waarschijnlijk 7 miljard euro, bevestigen bronnen rond het kabinet na een bericht van de NOS.

Bovendien moet het kabinet een nieuwe manier vinden belasting te heffen over spaargeld en beleggingen in box 3. Hoe dat moet, is ingewikkeld én ligt politiek gevoelig.

Door de tegenvaller in box 3 staat de belasting op álle soorten vermogen weer ter discussie. Worden grote vermogens wel genoeg belast? Tweede Kamerleden van D66 en de ChristenUnie spraken zich eind maart uit voor het aanpakken van box 2, waar vooral vermogensinkomsten uit bv’s worden belast, bijvoorbeeld van directeur-grootaandeelhouders. Van Rij heeft daar wel oren naar, lijkt het. „Duidelijk is dat het geld niet alleen uit box 3 kan worden opgebracht”, zei hij eind maart in een toespraak. „Dan moeten we ook naar box 2 kijken.”

Dekking

Het politieke gevecht gaat de komende weken over hoe alle tegenvallers en nieuwe wensen worden gedekt. Cruciaal daarbij is of het om eenmalige uitgaven gaat, zoals de compensatie voor box 3-spaarders, of om structurele uitgaven, zoals jaarlijkse extra uitgaven aan Defensie. De eenmalige uitgaven van de coronasteun liet het vorige kabinet in de staatsschuld lopen. Structurele uitgaven worden in de regel gedekt door of elders te bezuinigen of belastingen te verhogen. De ministers achter het eenmalige koopkrachtpakket van 2,8 miljard euro wezen veel wensen af omdat er geen ‘dekking’ voor was. De vraag is of de coalitie de komende weken zelf overal dekking voor wil vinden. Door de tot nu toe snelgroeiende economie is de staatsschuld in elk geval opnieuw lager uitgevallen dan eerder werd voorspeld. Eind 2021 was de schuld 52,1 procent van het bbp, ver onder de Europese norm van 60 procent.