Vier jaar geleden besloot de Britse journalist Jake Hanrahan te stoppen met zijn verslaggeving over vergeten oorlogen. Het leuren bij opdrachtgevers die zijn verhalen nooit zagen zitten, het wachten op betalingen als hij wel iets wist te slijten – hij was er klaar mee. „Toch geloofde ik dat er interesse was in de verhalen die ik wilde maken, dus dacht ik: dan zet ik mijn eigen platform wel op.” De rest is geschiedenis. Popular Front heeft nu meer dan 100.000 abonnees op YouTube, een grote schare podcastluisteraars en een crowdfundpagina met genoeg donaties om van te leven en nieuw werk te produceren.
Een van de best bekeken documentaires gaat over een man „ergens in Europa” die een online gemeenschap opzette voor het 3D-printen van wapens: 2,5 miljoen kijkers. De variatie in onderwerpen op Popular Front is enorm. Drie weken geleden maakte Hanrahan een item over het verzet tegen de Franse overheersing op Corsica, daarvoor was hij bij een Mexicaanse ‘narcomilitie’, aan de frontlijn tussen Azerbaijan en Armenië in Nagorno-Karabach en bij een Arabische unit van de door Koerden gedomineerde strijdkrachten die IS verdreven uit de Syrische stad Raqqa.
Hanrahan beschrijft zijn manier van journalistiek bedrijven als direct en zonder omhaal, dichtbij gefilmd, met opzwepende muziek en een snelle montage. Dat doet sensatiebelust aan, maar Hanrahan beschrijft het anders: „Het ziet er goed uit, mensen klikken op video’s vanwege de coole vibe, maar als ze dan de hele documentaire kijken, leren ze van alles zonder dat ze het door hebben.” ‘Ze’, dat zijn jonge mensen tussen de 18 en 30 jaar, de groep die Popular Front vooral weet te vinden.
Geschiedenisles
Door Hanrahans kritische vragen aan de wapenprintende Europeaan leren kijkers over de haken en ogen aan het recht om wapens te dragen. Het compacte geschiedenislesje tussen de molotovcocktails en stenen richting Franse politieagenten door, geeft kijkers inzicht in de strijd voor autonomie. En door ook vrouwelijke Arabische strijders in Raqqa te filmen, pikken kijkers op dat de nieuwe macht in de stad een radicaal ander wereldbeeld heeft dan IS. Hanrahan noemt het „journalistiek voor het volk”.
Dat is overigens niet waarom zijn platform Popular Front heet. Hanrahan: „We zijn voor de bevrijding van oorlogsjournalistiek.” Hij grinnikt erom, want dat was de grap in het begin, maar het verklaart nog altijd de keuzes die Hanrahan en zijn kleine team van drie, vier mensen maken. „Redacteuren van gevestigde media waar ik vroeger mijn verhalen pitchte, zeiden altijd dat er geen belangstelling was voor de conflicten waarvan ik verslag wilde doen. Terwijl ik wist dat die er wél was. Als je het maar goed vertelt en er geen algemeen saai verslag van maakt.”
‘Redacteuren van gevestigde media waar ik vroeger mijn verhalen pitchte, zeiden altijd dat er geen belangstelling was voor de conflicten waarvan ik verslag wilde doen’
En kijk, nu kloppen gevestigde media bij hém aan en willen ze samenwerken. Hanrahan: „We hebben laatst met Netflix gepraat, maar zij willen onze contacten, en ons in de rol van uitvoerders. Doen we niet. We geven nog geen 0,1 procent van onze autonomie uit handen.” En dan nog wat: aan sponsoring door grote bedrijven doen ze ook niet. Hanrahan: „We accepteren alleen sponsoring van kleine bedrijfjes waarvan we weten dat ze hun werknemers goed behandelen. Grote bedrijven doen dat niet, dus daar willen we niets mee te maken hebben.”
Anarchistische groepen
YouTube ertoe bewegen de restricties op het verdienen van geld met het kanaal (normaal al mogelijk vanaf 1.000 abonnees) op te heffen, daar steekt hij ook geen energie meer in. „Ik haat de industrie, maar ik hou van de journalistiek en dat is alles waarmee ik bezig wil zijn.” Zijn werk is de uitkomst van jarenlang onderzoek naar conflicten overal ter wereld. Hanrahan is altijd goed geïnformeerd, en heeft een uitgebreid netwerk. „Ik was 48 uur op Corsica, maar de mensen daar vonden het de beste buitenlandse reportage in jaren.”
Tijdens het interview staat Hanrahan op het vliegveld: hij stapt zo in het vliegtuig naar Oekraïne. Dat is toch geen vergeten conflict? „Gevestigde media hebben nú pas interesse. Ik ga er voor de achtste keer sinds 2016 heen. Wist je dat er Oekraïense anarchistische groepen meevechten? Die invalshoek kiest niemand.”