Recensie

Recensie Beeldende kunst

Van Gogh had gelijk: zijn olijfgaarden behoren tot zijn beste werken

Tentoonstelling Een jaar verbleef Van Gogh in een psychiatrische kliniek in Zuid-Frankrijk, waar hij mentale houvast vond in de olijfbomen. Vijftien van die olijfboomschilderijen zijn nu bijeengebracht in het Van Gogh Museum.

Vincent van Gogh, ‘De tuin van de inrichting’, Saint-Rémy-de-Provence, november 1889. Olieverf op doek, 72 x 91 cm.
Vincent van Gogh, ‘De tuin van de inrichting’, Saint-Rémy-de-Provence, november 1889. Olieverf op doek, 72 x 91 cm. Foto Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting).

Het was mei 1889 toen het niet meer ging. De psychische problemen van Vincent van Gogh waren dusdanig toegenomen, dat hij zich liet opnemen in een inrichting in de Provence. ‘Acute waanzin’, meldde de diagnose in die tijd dat de psychiatrie nog in de kinderschoenen stond. Behandelingen waren er nauwelijks, maar er was wel rust, die deed hem goed. Dat, en de olijfbomen rond het oude klooster waar de kliniek gehuisvest was. Die bomen ging hij vol overgave schilderen. Grillige stammen, geknakte gestaltes die zich oprichten, hun takken spreiden met een gebladerte dat uiteenspat in de prachtigste kleuren die de natuur maar kan verzinnen.

Lees ook: Schilder Maurice Denis beleefde de liefde in zachte kleuren

„Het geruis van een olijfboomgaard heeft iets heel intiems, iets onmetelijk ouds”, schreef Van Gogh, die een jaar opgenomen bleef en vijftien schilderijen maakte van die olijfbomen. Daarover gaat een tentoonstelling in het Van Gogh Museum, en alleen al bij het eerste doek zie je in één oogopslag hoe heilzaam die bomen voor hem waren. Het toont de tuin van de inrichting, met een paar harde lijnen van het pand, een pad, een muur. Alles recht, een zwarte contour om het af te maken. Maar dan die bomen, een en al leven, met honderden blaadjes die jubelend overgaan in het licht van de lucht.

Communicerende bomen

Die vijftien schilderijen werden grote experimenten met vorm, lijn, kleur, waarin Van Gogh al dat organische geritsel beteugelde in doordachte composities. Hij overdreef de natuur altijd al. Daarom was hij ook geen impressionist: hij keek verder dan wat hij zag en wilde achterliggende krachten tonen. Tegenwoordig is veel bekend over hoe bomen onderling communiceren – Van Gogh schilderde dat toen al.

Zijn olijfgaarden zijn veilige ruimtes die worden begrensd door een bladerdak, waar alles goed is, de bomen in saamhorigheid, in roze-groen-blauw-paars-zilver dat op elk tijdstip en in elk seizoen weer wonderbaarlijk anders is. Tijdens het werkproces buiten lieten insecten kleine pootafdrukjes achter in de verf, merkten onderzoekers die zelfs een complete sprinkhaan aantroffen.

Vincent van Gogh, Olijfbomen, november 1889. Olieverf op doek, 73,6 × 92,7 cm. Foto Minneapolis Institute of Art.

Dus toen hij een brief kreeg van zijn vrienden Paul Gauguin en Émile Bernard, die blijkbaar ook olijfbomen waren gaan schilderen, namelijk Christus in de hof van olijven, was hij knap geïrriteerd. Niet alleen was hij eerst, ook vond hij hun aanpak kansloos. Gauguin en Bernard legden zoveel nadruk op Christus, dat ze die bomen er maar een beetje uit het hoofd bij gedaan hadden. Pisnijdig trok Van Gogh de olijfgaarden in en maakte meteen nog vijf doeken, met zo’n kleurenpracht dat je daar vanzelf de hand van God in ziet zonder dat Christus daarvoor hoefde te komen opdraven.

Kunst als troost

Zijn olijfgaarden behoren tot zijn beste werken vond Van Gogh, en hij had gelijk. Wat vooral ook opmerkelijk is, is hoe optimistisch ze zijn. En dat voor iemand met depressieve klachten, overigens deels veroorzaakt door het besef dat hij in de kunst nooit van enige betekenis zou zijn. Zelf vond hij dat kunst, om van betekenis te zijn, troost moest bieden. Daarin is hij geheel geslaagd, bewijst deze interessante en informatieve tentoonstelling. En daar valt vooral één boom op, op dat eerste schilderij, in die ommuurde tuin. Uiteraard is het een olijfboom maar deze lijkt meer op een Hollandse knotwilg, met een litteken van een afgehouwen tak. Hij is gehavend, gemankeerd, maar heeft een karakter en energie die al die andere overtreft… aan wie doet die boom ons toch denken?