Een echte held is moeilijk te vinden tegenwoordig. Vroeger waren het vaak vechtersbazen, vrijheidsstrijders, politieke leiders. Zelensky is een laat voorbeeld van zo’n klassieke held, in zijn groene soldatenhemd. Maar geweld staat niet meer in hoog aanzien, en de meeste strijders en leiders maken al snel vuile handen. Of ze blijken thuis hun vrouw te slaan.
Een held van deze tijd is schoonmaker Tugrul Çirakoglu, te zien in de reeks Niet Normaal Vies (NPO3). Met zijn bedrijf Frisse Kater maakt hij extreem vieze huizen schoon – bijvoorbeeld nadat iemand wekenlang dood in zijn woning heeft gelegen. Maar ook vieze huizen van mensen die nog leven.
Een hele goeie schoonmaker dus, met een sterke maag, maar maakt dat hem een held? Het gaat om het grote hart dat hij in zijn werk legt. Hij heeft oog voor het leed en de eenzaamheid die onder de beschimmelde vetlagen liggen. Hij vlogt en schrijft hierover, met het doel het publiek bewust te maken van hoe de mensen leven die minder geluk hebben.
Niet Normaal Vies begon in 2020, dit is de vervolgreeks. Inmiddels heeft Çirakoglu een boek, en een column in Het Parool. Net als de vorige keer zien we ondraaglijk smerige dingen, als een dichtgegroeid aanrecht, het matras van een dode. Als de schoonmaker het kussen omhoog houdt, zegt hij zakelijk: „Dit is een combinatie van lijkvocht en andere vloeistoffen”. Çirakoglu zoekt naar sporen van de persoonlijkheid van de overledene, en naar sporen van een sociaal leven. Maar hij kan niets vinden over deze dode, alleen een briefje van diens moeder, maar dat had hij waarschijnlijk zelf geschreven.
Oké, dat was smerig en deprimerend. Maar, zo zegt Çirakoglu: „Bij de ene wis je de sporen uit van zijn bestaan, maar bij de ander geef je hem een kans op een nieuw leven.” Deze aflevering is dat een jongeman die verdrinkt in zijn troep. Hij is niet eenzaam, zijn vrienden hebben Çirakoglu gebeld voor hulp. Nu wordt het meer reality-tv: eerst brengt het programma uitgebreid de goorheid in beeld, daarna het keurig opgeruimde appartement. De extreme make-over. De vrienden komen het vieren met bier en chips. De kijker denkt bezorgd: als ze het maar wel weer netjes opruimen.
Levendige getuigenissen
Artiesten en kunstenaars zijn vaak wankele helden: je bewondert ze om hun werk, maar hun levenswandel en ideeën kunnen vies tegenvallen. Billie Holiday is een heldin. De jazzzangeres wordt geportretteerd in de documentaire Het Uur van de Wolf: De uitgesproken stem van Billie Holiday (NPO2) . Regisseur James Erskine bouwt zijn film rondom een bijzondere schat die hij heeft opgegraven: de interviewbanden van Linda Kuehl. Deze journalist werkte in de jaren zeventig aan een biografie van Holiday en ze sprak veel mensen die de zangeres goed kende, inclusief grootheden als Count Basie. Die banden blijken een goudmijn van levendige getuigenissen. Kuehl maakte haar biografie niet af omdat ze in 1978 plots stierf. Zelfmoord, zegt de politie. Moord, zegt de familie.
Holiday is een heldin dankzij de pijn die ze in haar zang uitdrukt, een pijn die ze licht houdt met ironische, sensuele stembuigingen. En ze is een heldin omdat ze opstond tegen racisme, waar ze als Afro-Amerikaanse vrouw veel onder te lijden had. In 1939 zong ze ‘Strange Fruit’, een striemende aanklacht tegen het lynchen van zwarte mensen. Reden voor de FBI om haar het leven zuur te maken.
Haar levenswandel was niet voorbeeldig, volgens de documentaire, hoewel ze ook weer niet veel kwaad deed. Haar is wel veel kwaad aangedaan. Misbruikt en mishandeld door mannen vanaf haar tiende, sekswerker vanaf haar dertiende, allround-junkie, ze zat in de gevangenis. Als ze niet had kunnen zingen, was ze waarschijnlijk eenzaam geëindigd op zo’n doordrenkt matras uit Niet Normaal Vies.