Het grootste misverstand over de Wannsee Conferentie is dat het een conferentie was. „Het was een vergadering”, beklemtoont regisseur Geschonneck per Zoom. „Die duurde ruim twee uur.”
Op die vergadering besloten de nazi’s, die zich op dat moment van de oorlog oppermachtig waanden, elf miljoen Europese Joden systematisch van de aardbodem weg te vagen. Genocide op industriële schaal en met industriële methoden. De blauwdruk lag al klaar: vernietigingskampen in Polen, gaskamers, zyklon-B. Een ‘humanitaire’ methode, zo heette het, die Duitse troepen zou beschermen tegen het trauma van massa-executies. Met „minimale interactie” met slachtoffers om medelijden te voorkomen.
De zestien hooggeplaatste Duitse ambtenaren delibereren in de villa aan de oever van de Wannsee alleen over wie wel en wie niet, en in welke volgorde. Wat te doen met half- of kwart-Joden of Joodse veteranen van de Eerste Wereldoorlog? SS-fanatisme botste op het legalisme van ambtenaren.
Van het exacte verloop van de gesprekken bestaat geen transcriptie. Wel werden dertig exemplaren verspreid van de strikt geheime notulen van vijftien kantjes waarin de gemaakte afspraken keurig stonden vermeld. Die notulen werden aan het einde van de oorlog vernietigd, op één exemplaar na in een dossier in het in april 1945 ontruimde ministerie van Buitenlandse Zaken.
„We hebben voor de film gepraat met veel vooraanstaande historici over wat er exact gezegd kan zijn”, legt Geschonneck uit. „Stukken dialoog konden we deduceren uit dagboekfragmenten van Goebbels en aantekeningen die Himmler over die ochtend in zijn agenda maakte. Adolf Eichmann gaf later, in 1961 en 1962, ook veel details tijdens zijn eigen proces in Israël.”
Geen cliché-nazi’s
In eerste instantie voelde de Duitse regisseur weinig voor een film over de vergadering. „Er is al een beroemde Duitse tv-film over het onderwerp”, legt hij uit. „En een prima bioscoopdrama met Kenneth Branagh en Stanley Tucci. Ik zag niet goed voor me wat ik daaraan moest toevoegen.” Toch kreeg het plan gaandeweg vorm in zijn hoofd. Geschonneck wilde de vergadering bijna in real time tonen. „Ik wilde laten zien wat het voor de nazi’s was: een kille, nuchtere bijeenkomst waar de procedurele aspecten van de moord op miljoenen mensen werd doorgesproken. Het waren geen monsters die aan tafel zaten, het waren gewone mannen zoals jij en ik. Juristen, ambtenaren, ouders. Ik wilde laten zien waar zij toe in staat zijn.”
Hanna Arendts ‘banaliteit van het kwaad’ dus: kleurloze bureaucraten die massamoord benaderen via efficiency en protocol. Die als ze hun handen al vuil maakten, daarover praten met gruwelijk cynisme. Zond je die Joden naar een getto, vraagt iemand een SS-commandant. „Nee, meer dan een boswandeling zat er niet in.”
Cruciaal voor de maker was dat Die Wannsee Konferenz geen muziek bevatte. „Ik weet dat het in commercieel opzicht een groot risico is. Maar muziek verleidt, met muziek stuur je de emoties van de kijker. Dat wilde ik niet: mensen moeten kijken naar wat daar gebeurt en hun eigen gedachten daarover vormen.”
Dat was ook de instructie die hij zijn acteurs meegaf. „Iedereen heeft een beeld bij een nazi. Er zijn honderden, zo niet duizenden films gemaakt met cliché-nazi’s: gemeen kijkend, hard schreeuwend. Van dat beeld wilde ik me verre houden. Het waren gewone mensen die hun werk deden.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/04/data84244235-033d74.jpg)
Hiërarchie
Een groot deel van de film is gedraaid op locatie: de villa waar de vergadering plaatsvond is nu een herinneringscentrum. Hoe de tafelschikking precies was, is niet bekend. „We hebben onze eigen invulling aan de setting gegeven”, vertelt Geschonneck. Het was sowieso een uitdaging voor de Nederlandse cameraman Theo Bierkans om interessante beelden te draaien van twee uur lang pratende hoofden. „We kozen uiteindelijk voor een opstelling waaruit de hiërarchie van de aanwezigen duidelijk voelbaar werd.”
De regisseur vindt dat de vraag wat hij het publiek anno 2022 precies wil vertellen met deze film lastig te beantwoorden. Geschonneck wrijft peinzend over zijn voorhoofd. „Ik denk dat het voor de meeste mensen nog steeds een onvoorstelbare gebeurtenis is”, denkt hij. „We hebben – zeker als Duitsers – de verplichting om dit verhaal te blijven vertellen, opdat die zwarte bladzijde niet vergeten wordt. Het stemt naargeestig dat in de geschiedenis bepaalde patronen zich anders steeds lijken te herhalen.” Gelukkig lijken Duitsers nog steeds niet geneigd het maar te vergeten: de film werd in januari uitgezonden door de ZDF, precies tachtig jaar na de vergadering. En trok bijna 7 miljoen kijkers.