‘Altijd leuk als er wat misgaat, anders sta je maar te kijken’

Vrij Hoe breekt Nederland uit de sleur? Deze week: naar de treinclub gaan.

Geel-blauwe treinen glijden station Hollands Spoor binnen. Ergens draait een molen, in de huizen branden lichtjes. Jeroen Rehorst (34, zelfgemaakt blauw shirt) staat tevreden naast de modelspoorbaan. „Alle treinen bewegen verschillend en hebben een eigen geluid. De stoomfluit, de bellen en toeters, het aankoppelen.”

Voor het eerst na twee jaar corona is er vandaag weer een open dag bij de Haagse Modelbouw Club, opgericht in 1938 en de op-een-na oudste treinmodelbouwclub van Nederland. Elke week komen de leden naar het ruime houten clubhuis in Loosduinen om aan spoorbanen te bouwen en modeltreinen te laten rijden. Helge van Kalken (75): „We zijn heel divers, sommigen zijn goed in het maken van scenery, anderen weten alles van rijden.” Rehorst: „We hebben zelfs een man die zelf treinen maakt, locomotieven van messing, die buigt hij op maat.”

Als een treintje, een NS loc 1200, over een brug gaat, lopen de rijtuigen erachter eraf. De leden duiken erop om het te fixen. Rehorst: „Altijd leuk als er wat misgaat, anders sta je maar te kijken.” Zes jaar zit hij bij de club. „Ik had geen hobby en ik dacht: ik moet er maar eens een zoeken.” Met een oom bewonderde hij ooit op een modelspoorbeurs de baan van de HMC. Nu is hij hier elke dinsdagavond én woensdag overdag. „Gezellig, en ik blijf hier dingen leren.” Rehorst heeft een eigen kleine baan. Trots is hij op het gras. Daarvoor strooide hij grasvezels en laadde die elektrostatisch met een Gras-Master : „Dan gaan ‘de haren’ rechtop staan.”

Helge van Kalken is er op dinsdagavond. „Als je me zoekt, moet je onder de tafel kijken.” Op een laag strandstoeltje maakt hij de bedrading van rails. De voormalig technisch ingenieur in de automatisering heeft het op zich genomen het spoor compleet digitaal bestuurbaar te maken. „De Haagse Baan hebben we bijna af.”

De Haagse Baan, zeven meter lang, is het meesterstuk van de club. Die toont het Den Haag van de jaren vijftig, met station Hollands Spoor en station Den Haag Staatsspoor, voorloper van Den Haag Centraal. En rijen deftige bakstenen huizen – geen reclame of hoogbouw te zien – uit karton en papier gesneden en secuur beschilderd. Rehorst: „Met één pandje ben je zo een half jaar bezig.”

Hun nieuwe grand project is een modelbaan schaal 1:87 van de Hofpleinlijn, tussen Rotterdam en Scheveningen, door de weilanden, langs stationnetjes als Wilgenplas, Nootdorp en Wassenaar. Veertien meter lang, helemaal gebouwd door clubleden.

De open dag trekt veel bezoekers. Er meldt zich een vrouw die lid wil worden. Ze is hier met haar zonen maar kan zelf niet van de treinen afblijven. Op de speelbaan rijden twee Märklins op batterijen. Als het even rustig is kan Rehorst het niet laten een wedstrijdje te doen met een ander lid. Gaat lekker. Harder. Frontale botsing. De mannen schateren. Rehorst: „Ik voel me een beetje als vroeger, met mijn legotrein.”