Het is een vervelend onderwerp, verkeers-ongelukken, een wicked problem waar het nieuwe allang van af is. Moet je daar stukjes aan blijven wijden?
Vorige keer schreef ik op deze plek over het fietspad langs de Essopomp bij de Gordelweg in Rotterdam-Noord, waar mensen met hun auto regelmatig mensen op een fiets of scooter die er voorrang hebben het ziekenhuis inrijden. „Russische roulette daar”, reageerde een lezer.
Ook kreeg ik post van de man die op die plek een scooterrijder had aangereden met zijn auto. Hij was met bloemen langsgeweest in het ziekenhuis en had zijn slachtoffer ook thuis nog bezocht, vertelde hij. Dit was een mens, die zich schuldig voelde.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data83358537-a6db77.png)
Of is medeplichtig een beter woord? Het automobiliteitssysteem dwingt mensen zich als robots te gedragen: met ogen op steeltjes die niet verblind kunnen worden door een laagstaande zon, met een geest die nooit afgeleid is en een hoofd dat alle verkeersregeltjes netjes heeft opgeslagen. Gedraag je je niet als een robot, dan ben je medeplichtig als het systeem een ongeluk veroorzaakt. Je hebt meegedaan door plaats te nemen in een machine waarover je geen controle had. De autoreclames ten spijt.
Gewoonweg
De man met de auto had de scooterrijder „gewoon niet gezien”, schreef hij. ‘Gewoon’ was een uiting van verbazing: gewoonweg, gek genoeg, tot zijn stomme verbijstering. Op de fiets had hij hier meer dan eens vol in de remmen gemoeten: hij kende de plek. Met zijn huurauto had hij heel zachtjes gereden.
Er liepen mensen over het Esso-terrein. Had de scooterrijder in de dode hoek van zijn auto gezeten? Achter de pilaar van de Hofpleinlijn? De verkeerspolitie deed het volgens de man af als ‘gevalletje domme pech’.
Je poetst je tanden met een elektrische tandenborstel. Stel je voor, plots schiet die borstel uit je mond, ‘gewoon’ het oog van je geliefde naast je in de badkamer in. Je weet dat het kan gebeuren, want dit gebeurt tientallen keren per dag in Nederland: mensen worden zwaar verwond of sterven door de rondvliegende tandenborstels van anderen. Gevalletje domme pech: we moeten toch poetsen? Bij tandenborstels zouden we dit nooit accepteren. Waarom wel bij auto’s?
„Zo zit het niet. Dat is toch ‘gewoon’ een gevaarlijk punt daar bij die Esso”, hoor ik u denken. Er bestaan geen gevaarlijke punten. Het zijn gevaarlijk gemaakte punten. Russische roulette is geen pech en geen natuurverschijnsel.
Zebrapad
Op de Schiedamseweg werd vorige week een mevrouw te voet aangereden. ‘Door een auto’, meldde het AD. De journalist schreef niet ‘door iemand in een auto’, terwijl daar weer iemand in zat die nu waarschijnlijk niet goed slaapt. Of zou deze aanrijder zich minder schuldig voelen? „Het leek er in eerste instantie op dat de vrouw op het zebrapad liep”, aldus een politiewoordvoerder in het AD. „Later bleek dat ze buiten het gebied van de oversteekplaats de weg overstak.”
Moet je ook niet net naast het zebrapad oversteken. Waarom had die mevrouw eigenlijk geen fluoriserend hesje aan? Waarom liep ze daar überhaupt kwetsbare verkeersdeelnemer te zijn in plaats van veilig met de auto te gaan?
Zoals we slaven inmiddels terecht ‘tot slaaf gemaakte’ noemen, zo stel ik voor ‘kwetsbare verkeersdeelnemers’ om te dopen tot ‘kwetsbaar gemaakte personen op straat’. Op het moment dat je in een auto stapt, verander je in een ‘verkeersdeelnemer met een gevaarlijke machine’.
„We moeten ons ervan bewust zijn dat we in een moordmachine rijden”, schrijft de aanrijder die zichzelf schuldig acht, ook al vindt de politie het een gevalletje domme pech. „Na de aanrijding was de ingang van de Esso afgezet door handhaving en politie. Toch was er een automobiliste die poogde met haar auto door alles heen te drukken, want er moest getankt worden.”