Jezus, geschilderd als majestueuze redder van de aarde, belandde in een biedingsoorlog in de veilingzaal van Christie’s in New York. De hamer viel bij 400 miljoen dollar, het hoogste bod ooit op een schilderij. Met commissie betaalde de koper 450,3 miljoen dollar.
Het duurde wel even voor de wereld wist wie de koper was van de Salvator Mundi. Het bleek de cultuurminister van Saoedi-Arabië, hoogstwaarschijnlijk in opdracht van de kroonprins. Opvallend, omdat Saoediërs hun religie serieus nemen en het verboden is een profeet af te beelden – en dat is Jezus voor moslims.
Om meer redenen was de koop opvallend. Nog geen twaalf jaar eerder was het portret voor 1.175 dollar gekocht bij een plaatselijk veilinghuis in New Orleans, Louisana, niet echt een courante vindplaats voor meesterwerken, laat staan van een Leonardo da Vinci. De wereld kent slechts vijftien schilderijen die onbetwist van zijn hand zijn.
Decennialang zag niemand een Leonardo in het Jezusportret. En toen de National Gallery in Londen het als een Leonardo toonde, zes jaar voor de veiling, stonden gerenommeerde kunsthistorici op om hun kritiek en twijfel te uiten. Als het al ooit een Leonardo was geweest, zeiden enkelen, dan nu niet meer. De beste en meest Leonardesque delen van het werk waren geschilderd door de restaurator, Dianne Dwyer Modestini.
Betwiste Leonardo
Genoeg redenen voor een documentaire. Er kwamen er twee, een van de Deen Leonard Koevoed en een van de Fransman Antoine Vitkine. De films zijn erg goed, maar af te raden is om beide te zien. Daarvoor lijken ze te veel op elkaar, met dezelfde sprekers en in nagenoeg dezelfde stijl. Ook is de aanpak identiek: zonder voice-over vertellen geïnterviewden het verhaal. Van plagiaat is overigens geen sprake. De films kwamen gelijktijdig van de montagetafel.
Geen enkel verschil? Ok, bij de Fransman is iets meer aandacht voor de herkomst van het schilderij, bij de Deen komt restaurator Modestini meer tot haar recht. En ja, journalistiek wint de Fransman, omdat hij de Russische oligarch Dimitri Rybolovlev te spreken krijgt, de man die het schilderij in 2013 kocht. (Helaas vertelt de man niet veel.) Ook vertelt iemand uit het Louvre – onzichtbaar in beeld – in de film van Vitkine waarom het werk niet op de Leonardo-expositie van 2019 was te zien. De film van de Deen Koevoed, die net als generatiegenoot Vitkine academisch is opgeleid tot politicoloog, is dan weer visueel aantrekkelijker. Ietsje. En een minuut langer.
Leugenachtige e-mailtjes
In beide films komt het meest kleurrijke en schaamteloze karakter uit de sage rond dit schilderij uitvoerig aan het woord. De Zwitser Yves Bouvier vertelt, in bijna identieke bewoordingen, hoe hij in een avond ruim 44 miljoen dollar ‘verdiende’ met een paar leugenachtige e-mailtjes. Tegen de Russische oligarch beweerde hij namens hem 127,5 miljoen te hebben betaald voor het schilderij. In werkelijkheid was dat 83 miljoen euro.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data69474770-738db1.jpg)
Een journalist kwam hier achter, Robolovyev daardoor ook. De wereld mag dankbaar zijn voor de woede die volgde, want die leidde tot rechtszaken waarin waardevolle (en spectaculaire) details naar boven kwamen die veel zeggen over de gesloten wereld van de kunsthandel. Tegelijk blijft onbegrijpelijk waarom de puissant rijke Rus zoveel vertrouwen stelde in zijn kunstinkoper.
Dat is ook waar beide films om draaien: vertrouwen. In het kennersoog; in de gelikte filmpjes van een veilinghuis die acteur Leonardo DiCaprio met vochtige ogen laten opzien naar de ‘male Mona Lisa’; in instituten als de National Gallery en het Louvre; zelfs in het vermogen van wereldleiders om de poot stijf te houden tegenover een machtige dictator. En uiteindelijk zelfs in ons, kijkers. Omdat het schilderij diep is opgeborgen sinds de veiling bijna vijf jaar geleden, werkten beide regisseurs voortdurend met kopieën. Vraag: is dat iemand opgevallen?