Reportage

Jonge Saoediërs nemen in rap tempo de banen van buitenlanders over

Saoedi-Arabië Expats domineerden lang de Saoedische arbeidsmarkt, maar jonge Saoediërs verdringen hen nu in hoog tempo. De overheid speelt daarbij een dwingende rol.

Bij hotelketen Sheraton is nu 42 procent van het personeel Saoedisch. „In de keuken werken ook steeds meer lokale mensen, waardoor we meer lokale gerechten binnenkrijgen”, aldus directeur Edwin Wijkhuys.
Bij hotelketen Sheraton is nu 42 procent van het personeel Saoedisch. „In de keuken werken ook steeds meer lokale mensen, waardoor we meer lokale gerechten binnenkrijgen”, aldus directeur Edwin Wijkhuys. Foto Nico te Laak

In Saoedi-Arabië heeft niemand moeite zijn maandsalaris te noemen. „700 riyal [ongeveer 175 euro]”, zegt de Bengaalse straatveger die in havenstad Jeddah de corniche aanveegt, de boulevard langs de Rode Zee. „1.200 riyal [ongeveer 300 euro]”, zegt de chauffeur over de Nepalese huishoudsters in zijn bus, die hij laat uitstappen voor een plaspauze bij een wegrestaurant in de buurt van Mekka.

Gedwee stappen de vrouwen weer in, op weg naar hun Saoedische families. Huishoudsters kosten hun, naast het maandloon, voedsel- en huisvesting, slechts 100 riyal (25 euro) per jaar aan vergunningskosten. Schoonmakers en huishoudsters zijn de laatste goedkope buitenlanders in Saoedi-Arabië, waar bijna een derde van de 34 miljoen inwoners werkt als expat: gastarbeider.

Alle andere expats – of hun werkgever – betalen steeds meer om in Saoedi- Arabië te mogen werken. Saleh uit Ibb, Jemen, verdient 1.500 riyal, bijna 400 euro, per maand. Hij werkt als kok en uitbater van een wegrestaurant bij Dahran al-Janub, in het diepe zuiden van Saoedi-Arabië, vlak bij Jemen. „Maar daar moet ik ook mijn iqama, mijn werkvergunning, van betalen. Die kost tegenwoordig al 3.000 riyal per jaar.” Dat zijn twee maandsalarissen.

Werkzoekenden

Werken in Saoedi-Arabië is nog altijd beter dan werken in Jemen, maar het wordt minder lucratief. Onder aanvoering van de 38-jarige kroonprins Mohammed bin Salman – kortweg MbS – reguleert het nieuwe Saoedi-Arabië sinds 2017 de arbeidsmarkt in hoge mate, met gestaag oplopende heffingen voor expats.

Dat is uit noodzaak. Er staat een leger jonge Saoediërs te wachten op werk. Twee derde van de bevolking is jonger dan prins MbS. Werd de loyaliteit van vorige generaties nog afgekocht met lucratieve overheidsbaantjes, daarvoor zijn de aantallen werkzoekenden nu veel te hoog.

Behalve door visa en werkvergunningen duurder te maken, zet de overheid er met een stelsel van kleurcodes werkgevers vrij dwingend toe aan om Saoedisch personeel te werven. De Nederlander Paul van Schaik, personeelsmanager van het Saoedische zuivelbedrijf Sadafco, krijgt elke nieuwe werkweek een nieuw kleurenoverzicht, dat betrekking heeft op de samenstelling van zijn bedrijf. „Zondagochtend vroeg. Meestal groen, maar soms ook wat rood. Dan zetten we alle zeilen bij.”

Rood betekent: quota niet gehaald, dus oplopende heffingen. Met groen gaat alles goedkoper, sneller en gemakkelijker, zegt de intermediair tussen Van Schaik en de overheid – onmisbaar in Saoedi-Arabië. Hij wil niet met zijn naam in de krant. „Met groen heb je allerlei voordelen. Dan krijg je bijvoorbeeld visa sneller, soms al binnen 24 uur”, aldus de intermediair. „Twee derde van dit land bestaat uit jonge mensen. Die hebben een huis nodig, willen trouwen. Daar moeten we voor zorgen. Ze druppelen ons bedrijf binnen. Hun aandeel zal nooit 100 procent worden, maar misschien 75.”

Sadafco – drieduizend werknemers, vijftig nationaliteiten – zit nu op 38 procent Saoedische werknemers. Het was een kwart bij Van Schaiks komst in 2011. „Welkom in Saoedi, zei mijn baas destijds, toen ik vroeg: waar zijn de Saoediërs? Sinds MbS in 2017 aantrad, is het in vliegende vaart gegaan.”

Van Schaik heet binnen Sadafco ook wel Mr. Saoedi omdat hij zichzelf zo identificeert met het land. Hij is voorstander van het arbeidsmarktbeleid van MbS. „ Vijftig jaar geleden was er niks in dit land, nu zijn we in de fase dat de expats ons genoeg geholpen hebben en we onze eigen broek moeten ophouden.”

Ook in deze ijsfabriek van het Saoedische zuivelbedrijf Sadafco in Jeddah werken steeds meer jonge Saoediërs. Foto Nico te Laak

Winkelcentra

Voor alle overheidsbanen en representatieve functies – receptionisten, conciërges, veiligheidspersoneel, toerisme – in de private sector geldt inmiddels dat 100 procent van het personeel Saoedisch moet zijn. Net als bedienend personeel van de in de Arabische wereld wijdverbreide winkelcentra.

In de enorme Mall of Arabia van Jeddah is de transformatie al zo goed als afgerond, zegt bedrijfsleider Ibrahim, van sportwinkelketen Decathlon. „Ik neem alleen nog Saoedisch personeel aan. We zijn al die jaren vrijgevig geweest, maar nu hebben we werklozen, dus ik ben het er helemaal mee eens. En jongere Saoediërs werken heel graag.”

Ook hotelketen Sheraton heeft steeds meer Saoedisch personeel, vertelt Edwin Wijkhuys, de Nederlandse directeur. Bij de lancering van Vison 2030 – het langetermijnplan waarvan de regels op de arbeidsmarkt deel uitmaken – zag hij vooral scepsis. „Niemand zag het zitten. Hoe gaan we dit doen, zeiden Saoediërs. Ze willen niet. Ze komen een week en gaan dan weer weg. Maar eigenlijk valt het 100 procent mee.”

Vrouwen zijn helemaal blij, want die zaten thuis. Nu kunnen ze met hun eigen auto naar hun eigen werk

Edwin Wijkhuys directeur Sheraton-hotels

Inmiddels zit Sheraton – met een kleine driehonderd medewerkers uit alle windstreken – op 42 procent Saoedisch personeel. „Het heeft veel praktische voordelen. Lokaal personeel is misschien iets duurder, maar we hoeven geen huisvesting en eten te verzorgen, zij gaan gewoon naar huis. Per saldo zijn de kosten ongeveer gelijk.”

En zo verandert de Saoedische arbeidsmarkt in hoog tempo naar die van een moderne economie. Wijkhuys werkt graag met Saoedisch personeel. „Ze werken goed hoor, de jonge generatie is enthousiast, en wél altijd op tijd. In de keuken werken ook steeds meer lokale mensen, waardoor we meer lokale gerechten binnenkrijgen. Dus er zijn eigenlijk alleen maar voordelen. Vrouwen zijn helemaal blij, want die zaten thuis. Nu kunnen ze met hun eigen auto naar hun eigen werk.”

Ook jonge vrouwen betreden de arbeidsmarkt, zoals deze medewerker van het Sheraton. Foto Nico te Laak

Oude mannen

Nora Khalid (27), medewerker van het Sheraton, wilde al vroeg van school af om te gaan werken. „Toen was het nog moeilijk een baantje te krijgen, zaten veel vrouwen thuis. Mijn opa vond het eerst niks. Nu hij overal vrouwen ziet werken en leest en hoort dat het veilig is, is hij er helemaal blij mee. Dus zelfs die oude mannen staan erachter. Het maakt me trots. Schrijf alsjeblieft op dat Saoedi-Arabië geen zandbak is. Het is zoveel diverser dan dat. Het is nu ook veel vrijer. Vroeger gingen we vaak naar Marokko – ik ben half Marokkaans – daar voelde ik me vrijer. Maar dat is niet meer nodig.”

Voor sommige oudere Saoediërs ligt het tempo van veranderingen iets te hoog. Abid al Sharif loopt een rondje in het oude centrum van Jeddah en wil graag zijn mening kwijt. Hij vindt het heel goed dat vrouwen werken, zegt hij. Maar niet in alle beroepen. „Vrouwen zijn niet voor alles geschikt. Neem vrachtwagenchaufeur, of beroepen in de nacht. Nee, soms wil iemand iets waarvoor je ze moet behoeden. Vrouwen willen uiteindelijk een gezin stichten, daartoe moet je ze in staat stellen. Ik wil ook niet thuiskomen in een leeg huis.”

Paul van Schaik, van Sadafco, is vol lof over het no-nonsensebeleid van de Saoedische overheid, die met grote regelmaat nieuwe, vooruitstrevende regels uitvaardigt. „Alles verandert elke dag. Elke dag! Daarom is het hier zo fijn werken, want dingen worden gedaan. Geen gepolder.”

Van Schaik is al jaren bezig een opvolger te vinden voor zijn functie, die volgens de regels eigenlijk vervuld moet worden door een Saoediër. „Kandidaten halen het assessment niet, of zijn onbetaalbaar. Liever gaan mensen in overheidsdienst, daar zat je altijd gebeiteld. Maar de tijd dat mensen gewoon geld krijgen zonder er iets voor te doen is ook hier voorbij.”

Voor het legioen gastarbeiders met simpeler werk is de keerzijde reëel: baan verliezen en terug naar huis. Saoedische kranten melden steevast het aantal mensen – gemiddeld 14.000 per week – dat is uitgezet omdat hun iqama is verlopen. Volgens formele cijfers zijn sinds 2018 al ruim een miljoen gastarbeiders uit Saoedi-Arabië vertrokken.

Maar zomaar wegsturen is niet aan de orde, zegt Edwin Wijkhuys van Sheraton: „We waarschuwen mensen wel dat het gaat gebeuren, dat een baan gegarandeerd lokaal moet zijn. Iemand op managementniveau moet dat zien aankomen en erop anticiperen, net zoals ik dat zelf moet doen. Dat is anders dan voor iemand van de wasserette. Die helpen we wel.”