Drieënveertig schilderspaletten hangen hoog en laag verspreid aan de wand. Als schilderijen in een klassieke salon-tentoonstelling. Het ene palet bevat gekleurde elastiekjes die kwakjes verf nabootsen terwijl een ander palet stukken resthout als pigment presenteert. Een kunstenaar kan elk materiaal gebruiken om kunst te maken, lijkt Beat Zoderer (1955) te willen zeggen. Deze omvangrijke installatie is een zeldzaam figuratief werk van de Zwitser. Het markeert de opening van zijn eerste solotentoonstelling in Nederland.
Less and More toont Zoderers vrijstaande sculpturen, uitpuilende wandcollages en zijn geschilderde werk op papier, van de jaren tachtig tot nu. Kenmerkend is zijn abstracte beeldtaal en intuïtieve aanpak. Hij heeft daarnaast duidelijk een voorliefde voor zinderende kleuren en alledaags materiaal dat hij in kantoorwinkels of de bouwmarkt koopt.
Neem het werk Leergut No. 2 (1997), een collage van taperolletjes en lege kartonnen buizen die samen een wandsculptuur vormen: alsof je de lade met alle plakband in een atelier hebt opengetrokken en de chaos aan rondjes in speelse harmonie opstijgt.
Hoogtepunt is Zoderers meest recente werk in de tentoonstelling: Horizontale Partitur, vertikal gelagert (2022). Dit enorme wandsculptuur bestaat uit horizontale balken van gekleurd hout die zich over de gehele muur uitstrekken. Een ritmisch werk waarbij de kleine blokjes tussen de horizontale lijnen je blik continu heen en weer laat schieten.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data83112182-e28778.jpg|https://images.nrc.nl/yX_pGm3N5sBgCWvR6mKzI8j3aWI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data83112182-e28778.jpg|https://images.nrc.nl/ZIIBnb_KSn7sshdWcNz11s96dTU=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data83112182-e28778.jpg)
Art Concret
Voorlinden introduceert Beat Zoderer als een kunstenaar die voortbouwt op de traditie van de Art Concret. Een kunststroming die zijn naam in 1930 kreeg toen Theo van Doesburg het gelijknamige tijdschrift oprichtte. Art Concret gaat over het uitbeelden van de pure, geabstraheerde vorm. De toeschouwer hoeft geen ingewikkelde symboliek of boodschap te interpreteren in de kunst. Enkel de directe ervaring van vorm en kleur doet ertoe. Deze stroming kreeg in de twintigste eeuw in Zwitserland veel navolging, vertelt het museum. Zoderer liet zich hierdoor inspireren maar hanteert een minder strenge, meer intuïtieve aanpak, mede ingegeven door zijn vrije materiaalkeuze: kant-en-klaar hout, wol, metaal, beton, lucht, plastic, alles komt voorbij.
Sommige werken van Zoderer refereren in beeldtaal of titel regelrecht aan zijn inspiratiebronnen: Max Bill, Henri Rousseau en Marcel Duchamp. Het meeste werk houdt het echter compleet abstract en luchtig. Massstab No.3 toont bijvoorbeeld gekleurde houten blokjes gestapeld als een totempaal en Polygoner Monolith bestaat uit vier ingewikkelde vormen aan de muur die door hun zachte afwerking en kleur toch eenvoudig ogen. De werken gaan vooral over zichzelf: kleur, materiaal en vorm.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data83112173-c97a30.jpg|https://images.nrc.nl/HztanR2Lxo76d83m_QaIXLkVSXg=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data83112173-c97a30.jpg|https://images.nrc.nl/yqSCx7Q8LgL5tJdh0biT6qqiH0s=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data83112173-c97a30.jpg)
Voorlinden doet in de begeleidende tekst z’n best om Zoderer in de kunstgeschiedenis te plaatsen door er een heleboel verschillende kunststromingen bij te halen, van Dadaïsme tot aan Pop Art. Daarbij overschaduwen de pretenties van het museum die van de kunst. Soms is het museum slordig: constructivisme wordt gelijkgesteld aan Art Concret terwijl daar toch een wezenlijk verschil tussen zit qua oorsprong en intentie. Die gelijkstelling is te vergeven om de tentoonstelling, die juist over de directe ervaring gaat, niet nodeloos theoretisch te maken. De plank wordt misgeslagen als het etiket van minimalisme op het werk van Zoderer geplakt wordt. Daar heeft zijn werk toch echt weinig mee te maken. Daarvoor gaan de individuele kunstwerken te veel over de objecten zelf en niet, zoals bij het minimalisme, over de relatie tot de ruimte en toeschouwer.
Zoderers werk wordt gepresenteerd als „pretentieloze kunst”. Dat komt terug in hoe licht verteerbaar de tentoonstelling is. De speelsheid en felle kleuren zorgen ervoor dat alles vloeit zonder te schuren. Tel daar de serene zalen van Museum Voorlinden bij op en er ontstaat een perfecte combinatie om je te verliezen in de kunst. Alleen lukt dat vaak niet, juist omdat er niets schuurt. De rafelrandjes zijn zodanig gepolijst dat alle spontaniteit wordt weggedrukt. De sculpturen zijn vooral prettig, maar te veilig, waardoor ze op afstand blijven.