Net over de grens zijn de huizen nog wel te betalen

Woningmarkt Een huis kopen in Nederland is voor velen zo langzamerhand onbetaalbaar. Vlak over de grens is het nog goed te doen. Verhuizen naar Duitsland of België dus maar?

Illustratie Pepijn Barnard

Toen Andy Tjokrokoesoemo (33) en zijn vriendin een paar jaar geleden een nieuw huis zochten in Breda of Den Bosch, bleek dat voor hen niet te betalen. Zij huurden op dat moment een oud huisje in Breda, hadden een kinderwens en wilden ruimer wonen. Net over de Belgische grens vonden ze voor nog geen vier ton een fijn vrijstaand huis met een grote tuin, in het dorp Baarle-Hertog.

„Het plan was om te wachten tot de markt weer een beetje was afgekoeld en dan terug te gaan naar Nederland. Maar de prijzen bleven stijgen.” Nu willen ze helemaal niet meer terug. Volgend jaar verhuizen ze met hun twee jonge kinderen naar een ander huis buiten het dorp, pal aan een natuurgebied.

Tjokrokoesoemo werkt aan de Nederlandse kant van de grens, als makelaar. Hij heeft de interesse voor een verhuizing naar België de afgelopen drie jaar sterk zien toenemen. Nederlanders vestigen zich in plaatsen als Hoogstraten, Baarle-Hertog en Turnhout. „Zeker in het buitengebied gaat het nu onwijs snel en wordt serieus overboden op te koop staande woningen.”

Doorstromers

Toch is het verschil met de Nederlandse woningmarkt nog altijd groot, en daar komen de Nederlanders op af. In België betaal je voor een koopwoning volgens de makelaar ongeveer 2.000 euro per vierkante meter, aan de Nederlandse kant van de grens is dat gemiddeld zo’n 3.200 euro. Naarmate je dichter bij de Randstad komt, loopt dat op, naar wel 5.000 euro. Dat betekent dat je voor een gemiddeld rijtjeshuis van 128 vierkante meter in Nederland ongeveer 4 tot 6,5 ton betaalt, terwijl je in België klaar bent voor iets meer dan 2,5 ton.

Ook in Duitsland staan voor die prijs prima – zelfs vrijstaande – woningen te koop, bijvoorbeeld pal over de grens bij Twente of noordelijker, bij Groningen. In een iets hoger prijssegment vind je op zo’n twintig kilometer van Enschede bijvoorbeeld een fraaie villa van meer dan driehonderd vierkante meter woonoppervlak, met een tuin van ruim drieduizend vierkante meter en een eigen bosperceel van nog eens vierduizend vierkante meter. Vraagprijs: 379.000 euro.

Juist dat segment is gewild, merkt makelaar Tjokrokoesoemo. Het zijn vooral doorstromers die zich bij hem melden voor een verhuizing naar België, naast een enkele starter met een ‘jubelton’ en gepensioneerden die vooral gaan voor de goedkopere en toegankelijker zorg. Die doorstomers – volgens de makelaar veelal dertigers en veertigers – zoeken in de meeste gevallen een woning van zo’n 4 tot 7 ton en nemen flink wat overwaarde mee. Dat is ook nodig, want in België en Duitsland ben je aangewezen op een lokale bank en moet je 20 à 30 procent van de koopsom met eigen geld financieren. Na de kredietcrisis hebben Nederlandse banken zich uit het buitenland teruggetrokken, wat destijds tot een flinke dip in de verhuislust leidde.

Lees ook dit stuk: Na corona dreigt een fiscaal schemergebied voor grenswerkers

Te veel gedoe

In Twente lijken vooral senioren warm te lopen voor een verhuizing vlak over de grens, zegt Emile Klomp van Jongbloed Fiscaal Juristen uit Enschede. Dit advieskantoor staat onder meer Nederlanders bij die naar Duitsland willen verhuizen. Enkele jaren geleden kochten makelaars verschillende kavels in de Duitse grensstreek waar zij villawijkjes lieten verrijzen, die vervolgens allemaal aan Nederlanders werden verkocht.

Toch schrikken veel mensen volgens Klomp terug voor het gedoe. Zo’n verhuizing heeft alleen al fiscaal behoorlijk wat consequenties, waarschuwt hij, ook als je in Nederland blijft werken. Statistiekbureau CBS becijferde dat er ruim 81.000 ‘grenspendelaars’ zijn (2019). Dat zijn mensen die werken in Nederland en wonen in België of Duitsland, voornamelijk langs de grens met Noord-Brabant en Limburg, Twente en Gelderland.

Wat verandert er dan zoal? Basisregel is dat je vermogen wordt belast waar je woont, dus volgens de Duitse of Belgische regels, terwijl je belasting over je loon afdraagt in het land waar je werkt. Klinkt eenvoudig, maar stel dat je een paar dagen per week thuis werkt, dan ben je voor die dagen weer belastingplichtig in het woonland. Werk je meer dan een kwart van je werktijd in het buitenland, en dat geldt dus ook voor thuiswerken, dan moet je werkgever de sociale verzekeringspremies vaak afdragen in jouw woonland. Gevolg is dat je bij pensionering minder AOW krijgt. Al kun je dat mogelijk aanvullen met een (lager) Belgisch of Duits overheidspensioen.

Op de overheidswebsite Grensinfo.nl staat concrete informatie over dit soort zaken.

Uitzoekwerk

Of een verhuizing nou echt gunstig uitpakt, vergt behoorlijk wat uitzoekwerk. Klomps collega Eric van Nugteren en zijn vrouw besloten na ampele berekeningen toch in Nederland te blijven. Van Nugteren: „Een paar jaar geleden stonden we voor de keuze: of ons huis grondig verbouwen of verhuizen. We overwogen toen ook om in Bad Bentheim een kavel te kopen en een huis te laten bouwen. Grond kostte daar nog niet half zoveel als in Nederland. Maar toen we gingen rekenen, kwamen we vooral door de hogere energieprijzen in Duitsland en de kosten van het pendelen naar ons werk in Nederland toch niet zo gunstig uit.”

Voor Van Nugteren was het een puur rationele afweging, hij en zijn gezin zijn al sterk op Duitsland georiënteerd. Maar als je het land niet goed kent, kunnen de cultuurverschillen je nogal overvallen, waarschuwt hij. Op zon- en feestdagen mag je in Duitsland niet grasmaaien, om maar iets te noemen, op straffe van een boete tot 5.000 euro.

In het Vlaamse Baarle-Hertog heeft Andy Tjokrokoesoemo geen last van cultuurverschillen. Zijn vriendin en hij werken in Nederland, in het aangrenzende Baarle-Nassau. Hun kinderen gaan daar naar de kinderopvang. „Het voelt allemaal heel vertrouwd. Het grootste verschil is dat wij een Belgisch kenteken hebben en dat is wel gunstig, je betaalt in België minder motorrijtuigenbelasting.”