Het is tijd voor afscheid. Huh? Afscheid? Dus ik zocht naar woorden en herinnerde me een column van collega Marjoleine de Vos. Iets met vergankelijkheid? Maar wat had ze precies geschreven? Vroeger – ik ben in 1984 begonnen in de journalistiek – moest ik zoeken in een mapje knipsels dat ik had aangelegd. Mijn eigen Google before Google. Of ik kon een documentalist vragen en die zocht met een viewer in een stapeltje microfiches met gefotografeerde krantenpagina’s. En anders waren er altijd nog de leggers: grote mappen met ingebonden papieren kranten. Die doorzoeken was zwaar werk.
Nu tik ik een paar steekwoorden op nrc.nl en seconden later heb ik de column. Titel: Tussen verleden, heden en toekomst. 2017. Marjoleine de Vos schreef hoe ze naar huis fietste van haar nieuwe baan en een beetje beangstigd dacht: „Zou dit nu verder mijn leven zijn?” Ja, dat was m’n leven, constateerde ze dertig jaar later.
De dertig jaar bij NRC heb ik niet gehaald. Na 28 jaar stop ik deze dinsdag. Eigen verzoek. Op weg naar andere hobby’s.
/s3/static.nrc.nl/images/stripped/tamminga%252C%2520menno5.jpg)
De laatste dag is wennen. Er is geen met papier en mapjes bezaaid bureau meer. Ook mijn archiefkast is leeg, een jaar geleden al uitgeruimd in verband met een interne verbouwing. Bovendien: ik ben al twee jaar vanwege de pandemie niet veel meer op de redactie geweest. Een paar meter papieren archief met de thema’s van de laatste vijftien jaar verdween voor de verbouwing al in twee kliko’s. Mappen over thema’s in deze rubriek. Pensioenen. Ondernemingsbestuur. Bankencrisis. Private equity. Arbeidsmigratie. Vakbonden. Industriepolitiek. Topinkomens.
Toen ik daarna in de trein naar huis zat, mijn favoriete leesplek, maakten de thema’s plaats voor namen. Mannen en vrouwen die, soms onverwacht, op mijn pad kwamen. Dat waren meestal eenlingen, al hadden sommigen grote ledenorganisaties achter zich. Zij hadden één ding gemeen. Ze waren activisten. Mensen als Pieter de Wind, die zich ruim twintig jaar geleden meldde omdat hij vond dat gepensioneerden benadeeld werden door de kongsi van werkgevers en vakbonden die de pensioenwereld bestierde. Mensen als Peter Paul de Vries, directeur van beleggersvereniging VEB, die tegenmacht organiseerde tegen de dominantie van bestuurders en commissarissen van grote ondernemingen. Mensen als Pieter Lakeman, die onvermoeibaar twijfelachtige boekhoudmethodes bestreed bij de rechter. Mensen als Masja Zwart, FNV-bestuurder, die actie voerde om onterechte arbeidsmigranten te helpen.
Activisten zoals zij verpersoonlijken tegenkracht in de economische verhoudingen. Tegenkrachten die zwak waren of zwakker worden of er eerder helemaal niet waren, totdat activisten zich roerden. Tegenkracht is onmisbaar ten opzichte van de macht van grote ondernemingen, grote werkgevers en grote pensioenfondsen. Macht vraagt tegenkracht, want economie is strijd. Strijd om marktaandeel, strijd om rendement, strijd om meer loon of extra dividend, strijd om als eerste op de markt te zijn. Zonder de tegenkrachten zou het kapitalisme afglijden naar uitbuiting, zo simpel is het. Dus dank aan de activisten. De eenlingen. De dwarsliggers.
Afscheid nemen is dankbaarheid geven. Allereerst aan toenmalig hoofdredacteur Peter Vandermeersch die me, op voorspraak van Jan Meeus, in 2010 deze column toevertrouwde. Een high five voor Maarten Schinkel, 28 jaar mijn collega, met wie ik jarenlang dag op, dag af deze column schreef. Gelukkig toeval bracht ons samen.
Lest best: dank aan u, adverteerders en abonnees, die deze krant, de website en de podcasts mogelijk maken.