Het idee ontstond voor de Albert Heijn. Het was februari 2020, vlak voor de coronapandemie losbarstte, en Rick van der Klooster (26) sjokte naar de winkel, zijn hoofd gevuld met zorgen over het „volwassen leven” dat hij straks, als hij afgestudeerd was van de kunstacademie, zou moeten gaan leiden. Je eigen geld verdienen (hoe dan?). Ergens wonen (waar in godsnaam, met deze huizenmarkt?). Verantwoordelijkheden. Verplichtingen. En onzekerheden, want hij kon zich hier wel druk over maken, maar had dat überhaupt zin, met een klimaatcrisis die op de deur klopte?
Het regende, en voor die Albert Heijn, aan de Sint-Jobsweg in Rotterdam, zat een duif die het trappetje voor de winkel op hupte. Grappig, dacht Van der Klooster, kan je vliegen, neem je de trap. En hij dacht: waarom zit dat beest hier? Tussen de stinkende auto’s, de drukte, de viezigheid. „Ineens zag ik er een metafoor in. Waarom ik naar de stad was gegaan, vanuit mijn geboorteplaats in Zeeland. Ik moet hier zijn, vanwege de cultuur, de musea, de galeries. Maar wat zoek ik hier eigenlijk, hoe ziet mijn toekomst eruit?”
Hij besloot dit in zijn werk te onderzoeken, het resulteerde in The Day the Birds stopped Singing waarvoor Van der Klooster in Het Park in Rotterdam zijn leeftijdsgenoten, de bomen, de vogels fotografeerde. In poëtisch en stemmig zwart-wit legde hij bewolkte luchten vast, een treurwilg die zijn takken in het water laat hangen, jongeren die door verrekijkers turen. Door het gebruik van hard flitslicht is het soms niet duidelijk of het dag is of nacht. Op een van de foto’s heeft een jongen met ontbloot bovenlijf bakstenen op zijn lichaam getapet. „Ik weet het , dat beeld is way over the top,” zegt Van der Klooster, „maar in de mix van foto’s die voornamelijk een gevoel willen oproepen, iets onbestemds, vond ik deze letterlijke vertaling – de zwaarte die je soms zo kunt voelen – wel fijn. Hier kan je niet omheen.” De vogels staan symbool voor zijn generatie: „Mensen zeggen tegen ons: de wereld ligt voor jullie open. Maar over wat voor soort wereld praten we dan? Wat heb je eraan als je vleugels hebt, maar nergens kunt landen?”
Tussentijd
Rick van der Klooster studeerde vorig jaar af aan de AKV St. Joost in Breda, en was met The Day the Birds stopped Singing een van de vijf genomineerden voor het Steenbergen Stipendium, de prijs voor het beste fotografische afstudeerwerk van een student van een Nederlandse kunstacademie. Hij begon met fotograferen toen hij op zijn vijftiende een camera van zijn moeder kreeg. „Zonsondergangen, de bergen in Oostenrijk waar ik met mijn moeder naartoe ging, haar bed and breakfast, zodat zij die foto’s op haar website kon zetten. Mijn vader was al overleden toen ik 6 was, zij overleed op mijn 18de. Daarna werd fotografie steeds meer een middel waarmee ik onderzocht hoe ik met dat idee van vergankelijkheid moest omgaan.”
Voordat de pandemie begon, vertelt hij, was hij heel erg naar buiten gericht, zowel op persoonlijk vlak als met zijn werk. Er was ambitie, de wens om goed af te studeren en dan dóór: naam maken als fotograaf, mooie opdrachten, dat mensen zijn werk goed zouden vinden. Altijd was er die beweging naar voren. De pandemie zette, net als voor zoveel leeftijdgenoten, een rem op zijn plannen. „Ik wist al hoe kwetsbaar we zijn als mens. Dat dingen ook mis kunnen gaan, drong nu tot meer mensen door. Er werd meer over gepraat. Ergens vond ik dat ook fijn, met vrienden sprak ik erover dat niet altijd alles loopt zoals je zou willen. Dat had ook iets goeds.”
Eigenlijk gaan de foto’s van Van der Klooster over een tussentijd, een fase waarin het een verdwenen is en het ander zich nog niet heeft aangediend. Een tijd waarin ons leven door corona, oorlog en klimaatcrisis nóg onzekerder is geworden en waarin we niet weten waar we zullen uitkomen. En voor Van der Klooster persoonlijk zijn transitie naar volwassen worden, met de strubbelingen die daarbij horen, wellicht versterkt omdat hij al zo jong wees werd.
Toch zit in zijn foto’s ook hoop. Niet alleen in het licht dat door de boomkruinen piept. Of in een vogel in de lucht die, wie weet, toch ergens een plek vindt waar hij graag zijn nest maakt. Maar ook simpelweg in het feit dat Van der Klooster de moed heeft deze verwarrende periode met allerlei angsten en onzekerheden te benoemen en er vorm aan te geven. Zodat je als kijker weet: ik sta niet alleen met mijn zorgen.