De Oegandese schrijver die inkt bloedt

Bekende Buitenlanders Een rubriek over mediapersoonlijkheden van over de grens. Deze week: de gemartelde Kakwenza Rukirabashaija blijft schrijven over onrecht in Oeganda.

Kakwenza Rukirabashaija in mei 2020.
Kakwenza Rukirabashaija in mei 2020. Foto Abubaker Lubowa / Reuters

Eind 2017 pakt Kakwenza Rukirabashaija zijn laptop en begint hij obsessief te schrijven. Als zoon van kleine Oegandese boeren, die als eerste in zijn familie had gestudeerd – journalistiek, ontwikkelingsstudies en rechten – wil hij ‘anders’ zijn en zijn land een spiegel voorhouden. Animal Farm van George Orwell is een grote inspiratiebron.

Na acht dagen is het manuscript af van The Greedy Barbarian, een satirische roman over een dictator in een fictief Afrikaans land, dat zich pas economisch ontwikkelt als de dictator is verjaagd. Na een jaar herschrijven benadert hij enkele uitgevers, maar die hebben koudwatervrees: het is gemakkelijk in het hoofdpersonage Yoweri Museveni te herkennen, de president sinds 1986, die Oeganda steeds autoritairder regeert.

Een moedig bedrijf is in april 2020 bereid tienduizend exemplaren van Rukirabashaija’s boek te drukken, die, zo zegt hij, snel zijn uitverkocht. Dat is bijzonder, gezien de bescheiden leescultuur in Oeganda.

Rukirabashaija’s rustige leven als lid van de betere middenklasse – hij bezit ook een bloeiend boerenbedrijf – is meteen voorbij. Hij wordt die maand opgepakt en tijdens een week detentie geblinddoekt, vernederd, mishandeld en in eenzame opsluiting gehouden. Officieel is ‘schending van coronamaatregelen’ de reden, maar het verhoor gaat over zijn boek.

De intimidatie werkt niet: na zijn vrijlating schrijft Rukirabashaija Banana Republic: Where Writing is Treasonous dat gaat over zijn gevangenschap en martelingen. Zijn boeken en de oppressie tegen hem leveren hem grote bekendheid op en de prestigieuze Pinter International Writer of Courage Award 2021, van schrijversvereniging PEN.

Zwepen, knuppels en tangen

„Het regime wilde dat ik stopte met schrijven. Maar het beseft niet dat als je een schrijver martelt, hij inkt zal bloeden”, vertelt de nu 33-jarige Rukirabashaija met een minzaam lachje in Amstelveen, in het huis van een sympathisant van de Oegandese oppositiepartij NUP. Hij is even over vanuit Duitsland, dat hem de komende drie jaar een thuisbasis biedt als ‘writer in exile’ met een beurs van de Duitse afdeling van PEN. Want in februari zag hij zich genoodzaakt zijn land te ontvluchten, na een nieuwe detentie eind vorig jaar.

Dit keer was hij eerst twee weken vermist voordat duidelijk was dat hij was opgepakt. In die periode is hij zwaar gemarteld, met zwepen, een knuppel en tangen „waarmee ze het vlees van mijn dij aftrokken”. In Duitsland wordt hij er medisch voor behandeld en krijgt hij therapie.

Na een maand en veel internationale druk kwam hij vrij op borgtocht. Foto’s van zijn roodgestriemde rug gingen rond op internet en internationale media. Dat Rukirabashaija’s lot geen uitzondering is, blijkt wel uit een dinsdag verschenen rapport van Human Rights Watch, dat spreekt van „honderden” gevallen van illegale detentie en marteling sinds 2018.

‘Incompetente, koppige zuurpruim’

Aanleiding voor Rukirabashaija’s detentie is een tweet die Rukirabashaija had verstuurd over Muhoozi Kainerugaba, de zoon van president Museveni, die hij een „obese” en „incompetente, koppige zuurpruim” noemde. Manschappen van het beruchte Special Forces Command (SFC), jarenlang geleid door Muhoozi, dwongen hem „te knielen en mijn excuses aan Muhoozi aan te bieden”, vertelt hij, wat werd gefilmd.

Muhoozi is daar zelf niet bij, maar komt later drie keer langs, aldus Rukirabashaija (wat Muhoozi ontkent). „Eerst vroeg hij me mijn gewonde rug aan niemand te tonen. De tweede keer was hij vriendelijk en bracht hij kleren mee. De derde keer vroeg hij hoeveel geld ik met schrijven verdiende, en bood hij aan dat te betalen als ik ermee zou stoppen.”

„Ze denken dat een schrijver kritisch is over het regime om omgekocht en gecoöpteerd te kunnen worden”, vervolgt Rukirabashija. „Maar voor een schrijver is zijn geloofwaardigheid zijn rijkdom. Je kunt geen kritiek uiten op het Kwaad en dan dineren met de duivel.”

Rukirabashaija hoopt ooit weer naar Oeganda terug te kunnen, al bereiden zijn vrouw en drie kinderen zich voor om zich bij hem te voegen. Schrijven voor Oegandese media lukt niet meer. Zelfs het onafhankelijke The Observer, dat eerder zijn kritische stukken over de oppressie in zijn land afdrukte, durft het niet meer aan. Hij schrijft nu voor Black Star News, een Amerikaans platform, en twittert veel.

Zijn beide boeken zijn ook niet meer leverbaar in Oeganda. Hij trof onlangs omgerekend 12.500 euro aan op zijn rekening, omdat in één keer de laatste duizend van zijn in eigen beheer uitgegeven boeken waren verkocht. De koper: het Oegandese ministerie van Financiën. Rukirabashaija kan het geld niet opnemen omdat Oegandese banken bij elk groot bedrag willen weten waar het vandaan komt. „En ik zal nooit bedelen bij de autoriteiten of ze willen verklaren mijn boeken te hebben gekocht.”