„Een soort dronkemansfanfare”. Zo omschreven Stichting Buma Cultuur en het Amsterdams Kleinkunst Festival (AKF) het lied ‘Welkom thuis’ van zanger en componist Joost Spijkers, tekstschrijver Peer Wittenbols en componisten Arend Niks en Andreas Suntrop. Zondag kregen ze de Annie M.G. Schmidtprijs voor het beste theaterlied (3.500 euro + bronzen borstbeeld).
Volgens de jury is het lied, waarin de dood als sadistisch maffiafiguur al zingend uitlegt hoe hij zijn taken volbrengt, „in taal, compositie en uitvoering zo nietsontziend en meedogenloos dat het uiteindelijk louterend werkt”. „Met elke keer luisteren wordt het nummer rijker.”
Over levensdrift en dood
‘Welkom thuis’ is het sleutelnummer van muziektheaterprogramma Hotel Spijkers, een ‘eenmansopera’ over levensdrift en de dood. Inspiratie voor de voorstelling was de dood van zowel Spijkers’ vader als zijn bassist, vertelde hij eerder in NRC. „Ze zeggen wel eens dat het hele leven voor je dood voorbijschiet in een flits. Ik dacht: laat ik die flits in één hallucinerende, avondvullende muziekvoorstelling proberen te vatten.”
Veel liedjes in Hotel Spijkers bezingen de dood als prettige eindbestemming. ‘Welkom thuis’ is echter niet zo’n nummer. „We hadden nog één nummer nodig om te laten zien: het is wel menens”, zegt Spijkers. „Met dit lied grijp ik mensen echt bij de lurven: aanvankelijk moeten ze nog lachen, maar al snel denken ze ‘o, fuck’. En toch gaan ze er helemaal in mee.”
Stichting Buma Cultuur en het AKF reiken de Annie M.G. Schmidtprijs sinds 1991 uit aan een tekstschrijver, componist en uitvoerder van het beste theaterlied van het voorgaande jaar. Dit jaar waren de voorwaarden voor inschrijving versoepeld: door coronamaatregelen mochten artiesten ook nummers insturen uit theaterprogramma’s die nog niet in première waren gegaan.
Andere genomineerde nummers waren ‘Het enige dat ontbreekt’ (uitvoering Janne Schra, Tony Roe, Lucas Dols, Mark van Kersbergen en Pablo Martinez, tekst Janne Schra, compositie Janne Schra en Tony Roe), ‘Ik hoop het wel’ (uitvoering Richard Groenendijk, tekst Jan Beuving, compositie Rutger de Bekker), ‘Flikker op met je panache’ (uitvoering, tekst en compositie Peter van Rooijen), ‘Eten of gegeten worden’ (uitvoering, tekst en compositie Lisa Loeb) en ‘Bloed in mijn bloed’ (uitvoering en compositie Wende, tekst Wende en Maaike Martens).