Vijf jaar na zijn aantreden als de jongste président de la République française ooit, is de kans levensgroot dat Emmanuel Macron (44) nog een termijn in het Élysée mag blijven. Al weken voert de president de peilingen voor de verkiezingen van 10 en 24 april aan: hij staat momenteel op 28 procent terwijl zijn tegenstanders niet verder komen dan een procent of 20.
De populariteit van de president lijkt geen natuurlijk gegeven als men kijkt naar het eerste quinquennat van Macron: zijn vijfjarige termijn kende een aaneenschakeling van nationale en internationale crises. Ook kreeg de president jarenlang kritiek uit alle hoeken van het politieke spectrum én uit alle lagen van de bevolking. Hoe hield hij zich staande? Een overzicht van vijf jaar Macron, in vijf fasen.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/04/data12212333-c57a35.png)
Fase 1
Tout va bien, op het eerste gezicht
In de eerste maanden van Macrons presidentschap lijkt alles van een leien dakje te gaan: hoewel hij niet wint met een bijzonder hoog aantal stemmen, wordt de verkiezing van de jonge en eigenzinnige president in progressief Frankrijk gevierd als een politiek breekpunt – hij maakte geen deel uit van de gevestigde partijen die de afgelopen decennia regeerden. Met zijn liberaal-economische standpunten haalt Macron kiezers van rechtse partijen binnen, terwijl hij ook linkse kiezers weet te verleiden met pro-Europese en progressieve beloftes. Bij de parlementsverkiezingen in juni 2017 haalt zijn nieuwe partij La République en Marche! (LREM) gemakkelijk een grote meerderheid. Dat is belangrijk: zonder parlementaire steun is het moeilijker beleid door te voeren.
Op het Europese toneel wordt Macron met open armen ontvangen als de regeringsleider die, samen met de Duitse bondskanselier Angela Merkel, de Europese Unie meer gewicht kan geven in tijden van geopolitieke onrust – sinds begin dat jaar is de nationalistisch-populistische Donald Trump president van de VS. Een filmpje waarop de net verkozen Macron tegenwicht geeft aan de beruchte machohanddruk van Trump, gaat de wereld over.
Maar, in het Frankrijk dat wat verder verwijderd is van het Élysée broeit onrust. Bij vooral lager opgeleide en arme Fransen ontstaat het beeld dat Macron een président des riches (president van de rijken) is. Zijn chique opleiding aan de École Nationale d’Administration (ENA) en zijn achtergrond als zakenbankier wijzen erop dat hij uit hetzelfde milieu komt als veel van zijn door de lagere klassen gewantrouwde voorgangers. En in de eerste maanden van zijn presidentschap laat Macron zich een aantal keer denigrerend uit over de lagere klassen van de maatschappij. Zo maakt hij in juni 2017 onderscheid tussen „mensen die succesvol zijn, en mensen die niets zijn”.
Ook ontstaat ontevredenheid bij de Franse pers, die door Macron op afstand wordt gehouden. Terwijl hij voor zijn verkiezing meer transparantie beloofd had, geeft hij in zijn eerste zes maanden maar één televisie-interview. Intussen lijkt Macron zijn imago zelf te willen bepalen met gelikte posts op sociale media en mediagenieke slagzinnen. Die laatste gebruikt hij zo vaak, dat de Fransen er een woord voor verzinnen: les macronades.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/07/data34218405-6ab62a.jpg)
In de zomer van 2018 krijgt Macron te maken met zijn eerste grote politieke crisis: de storm rondom zijn privébewaker Alexandre Benalla. Krant Le Monde onthult dat de riant betaalde Benalla bij een vakbondsdemonstratie verkleed als politieagent jonge betogers in elkaar had geslagen. Al gauw blijkt dat het team van Macron hiervan op de hoogte was, maar hem na een korte schorsing in dienst had gehouden. In eerste instantie reageert Macron nauwelijks, waarmee hij beschuldigingen voedt dat Benalla door het Élysée wordt beschermd. Uiteindelijk wordt de veiligheidsman alsnog ontslagen; vorig jaar werd hij veroordeeld tot drie jaar cel voor onder meer het geweld tijdens de demonstratie.
Fase 2
Breuklijnen worden scheuren
In de eerste maanden van zijn presidentschap maakt Macron klimaatbeleid en gelijkheid tussen mannen en vrouwen zijn belangrijkste speerpunten. Hij benoemt de bekende natuurbeschermer Nicolas Hulot tot minister van Ecologische en Solidaire Transitie en belooft naar analogie van Trumps Make America Great- Again dat hij de hele planeet Great Again gaat maken. Ook belooft hij een 50/50-verdeling tussen mannen en vrouwen in de politiek en zegt zich te zullen inzetten voor de veiligheid van vrouwen.
Maar in augustus 2018 loopt Macrons groene imago een flinke kras op: Hulot stapt plotseling op uit teleurstelling over het klimaatbeleid van de president. Hij zou niet in staat gesteld zijn daadwerkelijk veranderingen te bewerkstelligen; er zou alleen ruimte zijn geweest voor symbolische gestes. „Ik wil mezelf niet meer voor de gek houden”, zei Hulot op de radio.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2018/08/web-2808buihulot1jpg20301750.jpg)
Vergelijkbare kritiek krijgt Macrons beleid op het gebied van gelijkheid: hoewel de man/-vrouw-verdeling in regering en parlement gedurende zijn hele termijn ongeveer 50/50 is, zijn vrijwel al Macrons adviseurs, zijn beide premiers en op drie uitzonderingen na alle prominente ministers mannen. Ook vinden er ondanks maatregelen vergeleken met andere Europese landen uitzonderlijk veel fémicides plaats in Frankrijk, waarbij vrouwen worden vermoord door hun (ex-)partner. Feministisch activist Rebecca Amsellem noemt Macron later een feminist light: „het is zoals met light yoghurt: je denkt in eerste instantie dat het yoghurt is, maar nee.”
De kritiek op het uitblijven van succesvol klimaat- en gelijkheidsbeleid komt uit een luide maar kleine progressieve kring. Macron komt pas écht in moeilijkheden als grotere groepen zich tegen hem keren, na de bekendmaking van een stapsgewijze verhoging van de belasting op diesel om autogebruik te ontmoedigen. De accijnsverhoging wordt door minder bedeelde Fransen gezien als een belasting voor de armen en het zoveelste teken dat Macron een président des riches is. De Gele Hesjesbeweging is geboren.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/03/data83756678-1485da.jpg|//images.nrc.nl/GcCL4dKNIP0l5F5cN1RkRks5QOI=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/03/data83756678-1485da.jpg)
Gele Hesjesprotest in Bordeaux in 2019. Foto AFP
Vanaf oktober 2018 domineren de Gele Hesjes, Fransen die zich uitspreken tegen tal van zaken zoals klasseverschillen en politieke corruptie, het nieuws. In groten getale demonstreren de betogers iedere zaterdag, waarbij geweld niet wordt geschuwd. Talloze winkels maar ook historische bouwwerken als de Arc de Triomphe worden beklad en vernield, in Puy-en-Velay wordt een gemeentehuis in brand gestoken en ontsnapt Macron ternauwernood aan een groep woedende burgers. Ook in Nederland en andere Europese landen gaan ontevreden mensen in veiligheidshesjes de straat op. Een deel van de woede is in Frankrijk gericht tegen Macron als persoon, omdat hij niet zou luisteren naar de ‘gewone’ Fransman. Journalist Corinne Lhaïkh, die een boek schreef over Macron, stelt in een interview met L’Union dat de kritiek op voorgangers als Nicolas Sarkozy vooral ideologisch was, terwijl Macron te maken heeft met „klassenhaat”. „Hij belichaamt de goede leerling, degene die altijd slaagt, die nog nooit heeft hoeven lijden, die niet genaaid wordt. Hij spreekt te goed Engels, hij is een knappe gast en dat irriteert mensen omdat ze zich niet in hem herkennen.”
Na weken van onrust kondigt Macron in december 2018 aan dat de verhoging van de brandstofaccijns niet doorgaat en het minimumloon verhoogd wordt. Ook gaat hij tijdens grands débats in gesprek met Fransen over de problemen waar hij blind voor zou zijn. Hierbij toont hij voor sommigen voor het eerst een luisterend oor: tijdens de debatten valt op dat de president geconcentreerd en empathisch op zijn landgenoten reageert. Toch maakt de geste niet meteen een einde aan de woede: tot ver in 2019 vinden nog wekelijks demonstraties van de Gele Hesjes plaats, vooral in Parijs: dé stad van de rijken en de politieke elite. Hierbij gebruikt de politie tot onvrede van mensenrechtenorganisaties massaal rubberkogels, waterkanonnen en traangas. Dertig betogers verliezen een oog.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/12/data39118303-257186.jpg)
Fase 3
De Notre-Dame en de wereld in brand
In de avond van 15 april 2019, de dag van het laatste grand débat, vliegt de Notre-Dame in brand. Heel Frankrijk kijkt toe hoe de vlammen uit de Parijse kathedraal slaan, talloze camera’s leggen het moment vast dat de torenspits omvalt. Hoe tragisch ook, na maandenlange maatschappelijke onrust zorgt de brand voor een gevoel van nationale eenheid. Macron stelt dat „een deel van ons in brand staat”.
Maar Frankrijk zou Frankrijk niet zijn als de volgende grote demonstratiegolf niet voor de deur zou staan. Als van Macrons belofte om de planeet Great Again te maken weinig terecht lijkt te komen, gaan vooral jongeren de straat op – verontrust door overstromingen in Frankrijk en klimaatrampen elders ter wereld. In oktober 2019 kondigt de president aan, naar een idee dat voortkwam uit de debatten met de Gele Hesjes, met 150 burgers uit alle lagen van de samenleving te gaan praten over welke maatregelen genomen moeten worden om in 2030 40 procent minder broeikasgassen uit te stoten. Hij belooft de aanbevelingen die uit deze ‘Convention citoyenne pour le climat’ komen „zonder filter” over te nemen – uitgezonderd drie ‘jokers’ voor onuitvoerbare maatregelen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52050684-27f066.jpg)
Dit doet hij echter niet: meer dan de helft van de 146 adviezen wordt slechts deels overgenomen, 23 worden helemaal terzijde geschoven. Op Europees niveau zakt Frankrijk, dat met het klimaatakkoord van Parijs in 2015 en Macrons beloftes een koploper leek te zijn, weg in de achterhoede. In 2020 was het land zelfs de enige EU-lidstaat die de Europese doelstelling over het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie, niet haalde. Ondanks de groeiende urgentie van de klimaatcrisis, genereren de protesten steeds minder aandacht en blijft het thema laag op de politieke agenda staan – veel Fransen beschouwen het als een onderwerp voor de elite. Intussen ontvouwt zich eind 2019 in het Chinese Wuhan een volgende crisis.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/03/data83756707-d767cc.jpg|//images.nrc.nl/5hmaF20cyUr0PtPkBr5oTcfp4p4=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/03/data83756707-d767cc.jpg)
Brand Notre-Dame in 2019. Foto AP
Fase 4
De strijd tegen het virus en de politieke islam
Eind januari 2020 wordt in Bordeaux voor het eerst in Europa een besmetting vastgesteld met het coronavirus dat Covid-19 veroorzaakt. In de maanden die volgen lopen de Franse ziekenhuizen over; in verpleeghuizen sterven duizenden ouderen. Uiteindelijk zullen in heel Frankrijk meer dan 140.000 mensen overlijden aan het virus. De regering begint stuntelig, de eerste maatregelen blijken ruim onvoldoende en leiden waarschijnlijk tot meer doden. Uiteindelijk ziet ze zich gedwongen strenge lockdowns af te kondigen – met dystopische beelden van verlaten metropolen tot gevolg – gecombineerd met enorme steunpakketten. Deze ingrepen worden gewaardeerd: Macron toont dat hij verstrekkende beslissingen durft te nemen om een crisis aan te pakken die hij niet zelf heeft veroorzaakt. Op Europees niveau maakt de president zich samen met Merkel hard voor een Europees steunpakket om de zwaar getroffen Zuid-Europese landen te helpen; waarbij Macron tot genoegen van veel landgenoten druk zet op de ‘vrekkige’ landen, waaronder Nederland, die zich verzetten.
Na de toelating van vaccins op de Europese markt eind 2020, zet Macron vol in op een politique vaccinale. Met grootschalige informatiecampagnes probeert hij landgenoten over te halen een prik te nemen en vaccinatie wordt verplicht voor zorgmedewerkers. In de zomer van 2021 wordt de pass sanitaire van kracht, waarmee alleen gevaccineerden en mensen met een negatieve test toegang krijgen tot onder meer horeca en culturele gelegenheden.
Intussen leiden inconsequenties in het coronabeleid tot chaotische taferelen op scholen en in verpleeghuizen. De kritiek neemt in de loop van 2021 toe en er ontstaan grootschalige protesten; een deel van de demonstranten was eerder aangesloten bij de Gele Hesjes. Macron gooit olie op het vuur als de pass sanitaire in januari 2022 een pass vaccinal wordt, waarmee ongevaccineerden de toegang tot grote delen van het openbare leven verliezen. (Beide passen zijn eerder deze maand afgeschaft.)
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data74421087-820bbe.jpg)
Zo’n twee jaar domineert het virus het nieuws – behalve in de herfst van 2020. Half oktober wordt geschiedenisleraar Samuel Paty onthoofd in een voorstad van Parijs. De door de politie gedode dader is een geradicaliseerde Tsjetsjeen die boos was omdat Paty een spotprent van profeet Mohammed had laten zien in een les over vrijheid van meningsuiting. De moord choqueert Frankrijk, dat de aanslagen van 2015 nog vers in het geheugen heeft.
Na de moord laait de discussie over politieke islam in Frankrijk weer op. Macron kiest ervoor een voorstel voor een wet die „religieus separatisme” aan banden moet leggen, aan te scherpen. De wet geeft de staat onder meer de bevoegdheid gebedshuizen te sluiten als die haatdragende ideeën verspreiden. Ook wordt het verbod op religieuze symbolen (lees: de hoofddoek) uitgebreid van de ambtenarij naar onderaannemers van openbare diensten, zoals het openbaar vervoer. Sommige rechtse kiezers loven Macron omdat hij hard optreedt tegen terrorisme, anderen vinden juist dat de wet niet ver genoeg gaat. Intussen uiten linkse partijen en mensenrechtenorganisaties zorgen over discriminatie en machtsmisbruik – parlementariër Jean-Luc Mélenchon spreekt van een „anti-moslim” en „antirepublikeinse” wet. In enkele islamitische landen wordt gedemonstreerd tegen Macron.
Foto’s Jeremias Gonzalez/AP
Fase 5
Verkiezingen in oorlogstijd
We zitten midden in de vijfde fase van de eerste ambtstermijn van Macron. Vanaf het moment dat de spanningen rond Oekraïne eind 2021 oplopen, werpt hij zich op als onderhandelaar. Met het Franse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie op zak, gaat hij als eerste westerse regeringsleider in Moskou in gesprek met de Russische president Poetin – waarop vele telefoontjes volgen. Even lijkt de Franse president succesvol als hij een ontmoeting tussen Poetin en de Amerikaanse president Biden weet te bemiddelen. Maar al snel blijken Poetins beloftes weinig waard: het topoverleg komt er niet en Rusland valt Oekraïne eind februari binnen.
In de aanloop naar de verkiezingen van april zou het in normale tijden draaien om campagne-evenementen, discussies over koopkracht en immigratie en recente gebeurtenissen als de Franse terugtrekking uit Mali. Maar de oorlog in Oekraïne voert al weken de boventoon in de Franse pers en in de verkiezingscampagnes. Macron profiteert hier electoraal van: leiders in oorlogstijd genieten doorgaans veel steun en hij bevestigt opnieuw het beeld van een capabele president die grote beslissingen durft te nemen. Het helpt hierbij dat Macron al jaren een pro-Europese agenda voorstaat: de oorlog maakt duidelijker dan ooit dat het Europese project ook een vredesproject is. Ook wordt een aantal van zijn belangrijke concurrenten kwalijk genomen dat ze zich positief hebben uitgelaten over Poetin. Zo zei de radicaal-rechtse presidentskandidaat Éric Zemmour eens „te dromen van een Franse Poetin” en blijft hij ook na de inval in Oekraïne volhouden dat het Westen verantwoordelijkheid draagt.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data82811883-e4a457.jpg)
Hoe fase vijf eindigt, moet worden afgewacht. De komende weken zullen de campagnes naar verwachting langzaam maar zeker weer meer aandacht opeisen. Macron staat aan kop, maar is kwetsbaar; de crises van de afgelopen jaren zijn niet van hem afgegleden. Zijn relatieve populariteit wordt dan ook vooral toegeschreven aan het gebrek aan sterke en geloofwaardige concurrenten: de succesvolste kandidaten komen van de uiterste flanken van het politieke spectrum en worden door te veel Fransen niet als serieuze leiders beschouwd. Maar volgens sommige analisten is Macron overeind gebleven dánkzij de crises, waarbij hij zijn kwaliteiten als leider keer op keer tentoon kon spreiden.