De grootste angst van een zeeman, zegt de Oekraïense kapitein Oleksi Loetsjyno tegenover de camera, is om vast te zitten op zee terwijl je kinderen thuis in groot gevaar verkeren. Hij valt even stil en slikt. „Terwijl wij doorgaan met ons werk, worden onze families gebombardeerd en moeten onze kinderen schuilen in kelders. Wij krijgen brieven met woorden van steun, maar dat is niet genoeg. Steun Oekraïne.”
De video die Loetsjyno deelde op YouTube, ging eerder deze maand viral. Zijn vrachtschip voer op dat moment op de Indische Oceaan in de richting van het Suezkanaal. Duizenden kilometers verderop verwoest een oorlog zijn vaderland.
Loetsjyno’s verhaal illustreert het lot van veel Oekraïense zeelieden. Wereldwijd zijn er ruim 75.000, wat Oekraïne tot een belangrijk maritiem land maakt. Zoals Rusland dat ook is, met zo’n 200.000 zeelieden. Opgeteld komt bijna 15 procent van alle zeelui op de wereld uit Rusland of Oekraïne.
De internationale scheepvaart maakt zich grote zorgen over de situatie in Oekraïne. Dat betreft, om te beginnen, de veiligheid op zee. Maar het gaat ook om de betaling en de aflossing van bemanningen.
Dat de oorlog de internationale logistiek raakt, is duidelijk – maar hoe, dat is nog ongewis. Voor Oekraïne dreigt de belangrijke graanexport – vaak per vrachtschip – volledig stil te vallen. En als je door (nieuwe) sancties niet mag aanleggen in havens indien je bemanning (deels) Russisch is, komen schepen stil te liggen bij gebrek aan bemanning. Van de wereldhandel gaat 90 procent (in volume, niet in waarde) over zee.
„Zeelui mogen niet de collateral damage, de bijkomende schade van de oorlog worden”, zei secretaris-generaal Guy Platten van brancheorganisatie International Chamber of Shipping (ICS) woensdag in een online persconferentie. „De internationale zeevaart is van hen afhankelijk.”
Elke dag dat de oorlog langer duurt, verergeren de problemen voor zeelieden, zegt ook Marcel van den Broek, voorzitter van vakbond Nautilus International. „De zeevaart komt van de ene crisis in de andere. Eerst de pandemie, waardoor sommige zeelieden niet konden worden afgelost en vele maanden langer aan boord zaten dan gepland. Nu Oekraïne. We moeten zorgen dat zeevarenden ongeacht hun afkomst zo min mogelijk te lijden hebben van het conflict.”
Bengaalse zeeman overleden
De eerste zorg, zeggen betrokkenen, is de veiligheid. De afgelopen weken kwam zeker één opvarende om het leven, maar de ICS houdt rekening met meer doden. Machinist Hadisur Rahman Arif (29) uit Bangladesh, kostwinner voor zijn gezin, stierf na een raketaanval op zijn schip in Zwarte Zee-haven Olvia. Meerdere zeelieden raakten de afgelopen weken gewond. Twee schepen zonken, andere werden getroffen door projectielen. Maritieme autoriteiten waarschuwen voor losgeslagen mijnen voor de kust.
Volgens de ICS zijn 140 schepen in Oekraïne havens gestrand, met meer dan duizend zeelieden aan boord, van minstens twintig nationaliteiten. De digitale zeekaarten op Vesselfinder.com en MarineTraffic.com tonen plukjes schepen in Odessa, Tsjornomorsk en Olvia. In een haven bij het zwaar belegerde Marioepol ligt een Roemeens schip met twintig Roemeense opvarenden die volgens de ICS nog slechts proviand hebben voor drie dagen en niet van boord kunnen vanwege de belegering.
De International Maritime Organization (IMO), de VN-scheepvaartorganisatie, pleit voor ‘blauwe’ humanitaire corridors om schepen en bemanningen te evacueren uit oorlogsgebied. Tot nu toe zonder succes.
In het oorlogsgebied zijn geen Nederlandse schepen, volgens de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR). Dat zeggen ook de Nederlandse bedrijven MF Shipping Group en Seatrade, die tientallen zeeschepen in beheer hebben en bemanningen leveren, onder wie Nederlanders, Russen en Oekraïners.
„Gelukkig hebben wij geen schepen daar, maar we zijn wel elke dag bezig met Oekraïne”, zegt Karin Orsel, directeur van MF Shipping Group. Het bedrijf uit Farmsum in Noord-Groningen heeft vijftig schepen in beheer. Orsel heeft, op 1.200 medewerkers, vierhonderd Russische en vijftig Oekraïense zeelieden in dienst.
MF Shipping probeert regelmatig contact te houden met medewerkers die met verlof zijn in Oekraïne. „Hun verhalen zijn wisselend”, zegt ze. „Iemand zei: ‘Ik zit in de schuilkelder, maar gelukkig is mijn familie gezond.’ Een andere collega zat met een geweer in de handen klaar om zijn vrouw en kinderen te beschermen.”
Van vijandigheid aan boord tussen Russen en Oekraïners was de afgelopen weken geen sprake, zegt Orsel. „De meesten werken al jaren samen. Een Russische opvarende heeft zijn vakantiehuis in Roemenië ter beschikking gesteld aan de familie van een Oekraïense collega.” Maar het kan zo omslaan, zegt ze. „De kans bestaat dat de situatie verhardt. Zeker als de oorlog lang gaat duren.”
Directeur Mark Jansen van Seatrade in Groningen, dat ook vijftig schepen in beheer heeft en bemanningen levert, heeft in de eerste dagen van de oorlog persoonlijk contact gezocht met alle schepen. Seatrade werkt met vierhonderd tot vijfhonderd Russische zeelieden en twintig Oekraïners. „Er hebben zich geen incidenten voorgedaan. De zorgen over de situatie thuis overheersen.”
Orsel en Jansen schetsen dezelfde problemen. De sancties tegen Russische banken maken uitbetaling van salarissen ingewikkeld. Jansen: „We zoeken alternatieven, bijvoorbeeld een digitale e-wallet, maar die zijn niet ideaal.” Contante betaling, in scheepstaal cash to master, vermijden ze liever. „Je brengt mensen in gevaar als ze moeten reizen met maanden salaris op zak.”
In de zeevaart moet een reder zorgen dat een bemanningslid veilig thuiskomt. Wie naar Rusland moet, vliegt nu onder meer via Istanbul, zeggen de scheepsbeheerders. Voor Oekraïense bemanningsleden is een belangrijke vraag of ze na hun verlof Oekraïne uit mogen om opnieuw in te schepen. Mannen tussen de achttien en zestig moeten er blijven om het land te verdedigen.
Orsel van MF Shipping kreeg de afgelopen dagen een verzoek van een opvarende of hij langer aan boord mocht blijven. „Als hij naar huis zou gaan, kon hij worden opgeroepen om te vechten. Met zulke verzoeken stemmen we altijd in.”
Oekraïne zou werken aan een uitzondering voor zeelieden. Zij zouden het land mogen verlaten om op schepen te gaan werken. Dat is nu nog niet het geval.
Met Rus geen toegang
Intussen werken landen als de VS en Australië aan nieuwe sancties tegen Rusland die de zeevaart raken. Elk schip met een of meer Russische bemanningsleden zou worden geweigerd in Amerikaanse en Australische havens. Jansen van Seatrade vertelt dat een Russische collega al in het vliegtuig zat naar zijn schip, maar uit vrees voor Australische sancties is teruggekeerd. Nu al geldt dat schepen van een Russische eigenaar of gecharterd door een Rus in westerse havens worden geweigerd.
Redersvereniging KVNR roept de Nederlandse overheid en de EU op om meer helderheid te geven over de sancties. Directeur Annet Koster: „Wij zijn bezorgd dat de maatregelen niet overal hetzelfde worden ingevoerd en dus ook niet op dezelfde wijze worden gehandhaafd. Dat kan leiden tot onwenselijke situaties voor zeevarenden. Bovendien moeten we beducht zijn op Russische repercussies zodra Russische schepen in de EU aan de ketting worden gelegd. Er liggen nog steeds Nederlandse schepen in de haven van Sint-Petersburg.” Volgens Koster gaat het vooral om schepen die door buitenlandse opdrachtgevers zijn gecharterd. „Je kunt niet snel onder een dergelijk contract uit.”
Oekraïners aan boord van schepen die aanleggen in Russische havens, komen regelmatig in hachelijke situaties terecht. Kapitein Oleksi Loetsjyno vertelde op Facebook het verhaal van een Oekraïense matroos die eind februari in de Russische havenstad Vladivostok van zijn Portugese schip werd gehaald. De Russische migratiedienst wilde weten wat hij vond van de operatie in Oekraïne. „Daarna kwamen vertegenwoordigers van de speciale diensten naar het schip en namen Vadim met geweld mee. Vanaf dat moment was er geen nieuws meer van hem.”
Loetsjyno weigert nu nog langer Russische havens aan te doen en roept reders op die wens van zeelieden te respecteren. De KVNR raadt Nederlandse reders met klem aan geen Oekraïense bemanningsleden aan boord te nemen naar Rusland.