Een misverstand of een harde inperking van de academische vrijheid? De ophef onder studenten en docenten was deze week groot, nadat een paneldiscussie over ‘Israëlische apartheid’ afgelopen maandag niet door mocht gaan in een zaal van de Universiteit Leiden. De Palestijnse Vertegenwoordiging in Den Haag schreef zelfs een verklaring dat het besluit van de Universiteit Leiden schadelijk is voor de academische vrijheid in Nederland.
„Ons zal het zwijgen niet worden opgelegd”, reageerden Students for Palestine, die de paneldiscussie hadden georganiseerd, op Instagram en Facebook. In de gauwigheid verplaatsten ze de paneldiscussie – tussen Palestijnse en Zuid-Afrikaanse wetenschappers – naar een Haagse theaterzaal. Die verliep, maandag, alsnog goed, aldus de organisatie, onder leiding van de Palestijnse Dina Zbeidy, docent aan de Hogeschool Leiden.
Zaterdag verdedigde de rector van de Universiteit Leiden, Hester Bijl, met enkele tweets het besluit om de paneldiscussie af te gelasten: „De organisatoren van een debat, in onze gemeenschap, moeten respect hebben voor verschillende meningen en perspectieven(...). Iedereen moet aan het woord kunnen en durven komen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data83345547-bc5a6d.jpg)
‘Het moet een debat zijn’
De universiteit betwijfelde of dat zou lukken tijdens de paneldiscussie. Dat was gebaseerd op het oordeel van het hoofd van de beveiliging van de Universiteit Leiden dat moderator Dina Zbeidy niet ‘neutraal’ zou zijn. Het hoofd van de beveiliging heeft een signalerende rol, zegt de universiteit. Het college van bestuur stelde een andere moderator voor – de decaan van de faculteit geesteswetenschappen. „Natuurlijk kunnen studenten debatten over dit soort thema’s organiseren, graag zelfs”, zegt de woordvoerder van de universiteit desgevraagd. „Maar het moet een debat zijn. We zijn geen politiek platform.”
Een debat? „We wíllen geen debat”, zeggen drie van de organiserende studenten, Marthe (20), Evalien (21) en Layla (21) – tevens lid van Students for Palestine. Layla: „Israël bedrijft apartheidspolitiek. We hadden een panel samengesteld met Palestijnse en Zuid-Afrikaanse geleerden. Het is niet een onderwerp dat je ter discussie kunt stellen en waar twee kanten aan zitten.” Israël ontkent beschuldigingen over apartheid, die onder meer zijn geuit door Amnesty en Human Rights Watch.
De studenten gingen niet in op het voorstel een andere moderator te vragen, omdat ze dat een belediging vonden voor Zbeidy. Bovendien, zegt Marthe: „De decaan geesteswetenschappen weet niks van het onderwerp. Die kán zo’n panel niet eens leiden.” Volgens de huisregels van de universiteit hoeft een moderator niet ‘neutraal’ te zijn, maar ‘goed’. „Zbeidy ís goed”.
Grote tijdsdruk
De studenten willen niet met hun achternaam in NRC, omdat ze vrezen dat ze „doelwit zullen worden van de zionistische lobby”.
In aanloop naar de paneldiscussie – toen de beveiliging van de universiteit had laten weten dat die tot onveiligheid zou kunnen leiden – kon de universiteit geen contact krijgen met de organiserende studenten, vertelt de woordvoerder van de universiteit. „Er was grote tijdsdruk en geen contact mogelijk.” Dat vergrootte de onrust en leidde tot het besluit de hele bijeenkomst niet toe te staan.
Ze zíjn ook anoniem, erkennen de studentes. „We zijn ingeschreven als student en hebben steun van docenten. Maar we voelen ons niet meer veilig om met volledige naam te spreken.” Overigens gaan ze volgende week wel om de tafel met het bestuur om de zaak uit te praten.