‘Echt verschrikkelijk” vond Milou van Roon (30) het dat ze de afgelopen twee jaar nauwelijks kon reizen. Voor de uitbraak van de coronapandemie was ze minstens een week per maand in het buitenland. Soms voor vakantie, soms voor haar werk als reisblogger. „Reizen is mijn passie”, vertelt ze aan de telefoon vanuit Parijs, waar ze enkele maanden verblijft. „Door veel te reizen heb ik altijd iets om naar uit te kijken. Toen dat wegviel, heb ik me periodes echt depressief gevoeld.”
Van Roon was niet de enige die haar reisplannen een tijdlang in de koelkast moest zetten. Vanwege de coronapandemie halveerde het aantal vakanties van Nederlanders naar het buitenland in 2020 ten opzichte van 2019, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Was in 2019 het aantal buitenlandse vakanties nog bijna 23 miljoen, het jaar daarna waren dit er nog maar 11,7 miljoen. En nog steeds is het aantal reizen naar het buitenland niet terug op het oude niveau.
Massatoerisme
Nederland is in ieder geval nog steeds het populairste vakantieland voor Nederlanders, blijkt uit recent onderzoek van de ANWB. Liefst 43 procent van de tweeduizend ondervraagden geeft aan ook dit jaar op vakantie te gaan in eigen land. En van de rest die het buitenland verkiest, blijft het merendeel in Europa. Ze gaan vooral naar Duitsland, gevolgd door Frankrijk, Spanje en België.
Het verschil met een aantal jaren geleden is groot. Toen leek het credo: hoe verder weg op vakantie, hoe beter. En dat kon ook. Sinds in de jaren zestig het massatoerisme opkwam, reisden steeds meer mensen voor steeds minder geld de wereld over.
Ondrej Mitas, hoofddocent toerisme aan de Breda University of Applied Sciences, betwijfelt of die periode nog terugkomt. „Door klimaatverandering zal het niet alleen steeds lastiger worden om ver te reizen, maar ook steeds duurder. Ik verwacht dat de kosten van reizen de komende tien jaar substantieel gaan toenemen.”
Is dat erg? Is het ultieme vakantiegevoel alleen ver weg te verkrijgen? „In zekere zin wel”, denkt Van Roon, die zelf vooral binnen Europa reist. „Voor mij geldt dat ik veel meer tot rust kom op een plek waar alles anders is dan thuis.”
Lisette Dijkshoorn (27), met haar man voor onbepaalde tijd op reis door Latijns-Amerika, ervaart hetzelfde. Voor de coronacrisis maakte ze meestal drie keer per jaar een verre reis, meestal naar een Aziatisch land. „Ik ga het liefst op vakantie buiten Europa”, zegt ze. „In Nederland is mijn leven vaak hetzelfde. Ik werk doordeweeks, in de avond ga ik meestal sporten en in het weekend zie ik mijn vrienden. Op het moment dat ik buiten Europa uit het vliegtuig stap, beland ik in een heel andere wereld. Hierdoor word ik gedwongen uit mijn comfortzone te stappen en daar ontspan ik heel erg van.”
Psycholoog en reisfanaat Ap Dijksterhuis snapt wel hoe dat komt. „Gedurende het jaar bouw je stress en spanning op”, legt hij uit. „Het doel van je vakantie is dat je je hoofd helemaal leegmaakt.”
Dat kan thuis, maar volgens Dijksterhuis gaat dat sneller in een land waar de cultuur ver van je af staat. „Hoe meer nieuwe prikkels je krijgt, hoe minder ruimte er in je hoofd is voor de beslommeringen thuis. In die zin levert een week India je meer op dan een week Frankrijk.”
Zijn boek Wie (niet) reist is gek, dat in 2017 uitkwam, is dan ook een grote lofzang op verre en exotische reizen. „De mens heeft voortdurend behoefte aan nieuwe prikkels”, schrijft hij. „Is er een betere manier om aan die behoefte aan prikkels te voorzien dan door te reizen?” Waarschijnlijk niet, concludeert de schrijver.
Maar sindsdien is de druk toegenomen om in ieder geval minder vaak het vliegtuig te pakken. Dijksterhuis erkent dat ook hij daar niet ongevoelig voor is en het vaker dichter bij huis zoekt. Geniet hij hierdoor minder van zijn vakanties? „Nee”, luidt zijn antwoord. „Maar het vergt wel meer inspanning om dichter bij huis hetzelfde effect te bereiken als aan de andere kant van de wereld.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/01/data81093155-cd2049.jpg)
Huis achterlaten
Een goede vakantie, een dus waarin je echt ontspant, voldoet aan enkele voorwaarden. „Ten eerste is het belangrijk dat je helemaal loskomt van je werk”, zegt Marianne van Woerkom, hoogleraar positieve organisatiepsychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. „Dat betekent dat je ook niet even snel een mailtje moet checken. Als je dit blijft doen, laad je niet op.”
In die zin is het niet zo gek dat mensen voor vakantie massaal huis en haard achterlaten. „Bij vakantie gaat het erom dat je afstand neemt van de dingen die moeten. En dat gaat nu eenmaal een stuk makkelijker wanneer we van huis zijn. Bovendien word je dan niet de hele tijd herinnerd aan eventuele huishoudelijke klusjes die zijn blijven liggen.”
Dit betekent overigens niet: hoe meer kilometers van huis, hoe beter. Van Woerkom: „Je kunt naar de andere kant van de wereld vliegen, maar als je daar hetzelfde doet als thuis, heeft zo’n verre vakantie weinig nut.”
Het gaat er namelijk ook om je normale routine zoveel mogelijk te doorbreken, en dan bij voorkeur door veel activiteiten te ondernemen. Dijksterhuis: „Dat kan een bergtocht zijn, maar ook een bezoek aan een museum of een stad.”
Minstens zo belangrijk: ervaringen delen. Dijksterhuis: „Leuke dingen doen vergroot je geluksgevoel, maar als je dit samen met anderen doet, wordt dat effect versterkt.”
Wildkamperen
Had je Lisette Dijkshoorn voor de coronapandemie gevraagd of vakantie binnen Europa ook avontuurlijk kan zijn, dan had ze stellig ontkend. Maar nu ze twee jaar lang noodgedwongen binnen de Europese grenzen is gebleven, is ze van mening veranderd. „Maar daar hebben we wel heel erg ons best voor gedaan. Doordat we zelden ergens langer bleven dan drie dagen, en vaak gingen wildkamperen, kwam ik helemaal los van thuis. Dat was me op de camping in Frankrijk niet gelukt.”
Volgens Mitas kunnen we onszelf trainen in het verkrijgen van een vakantiegevoel dicht bij huis. „Het gaat heel erg om je eigen houding. Je kunt naar Zuid-Limburg gaan en je focussen op de dingen die hetzelfde zijn als waar jij zelf woont, maar je kan ook aandacht besteden aan het prachtige heuvellandschap. Dat heb je immers niet in de rest van Nederland.”
Lieke Hermsen (42) kan hierover meepraten. Ze gaat eigenlijk altijd op fietsvakantie in Nederland en verveelt zich nooit. „Op de fiets neem je veel meer deel aan de natuur. Ik ben me dan erg bewust van het weer en de verandering in landschap. Dat maakt dat ik intens geniet.”
„Dat kan kloppen”, zegt Van Woerkom. „Wanneer je langzaam reist, zoals met de fiets of wandelend, beleef je het reizen veel intenser. Hierdoor kun je in Nederland hetzelfde gevoel bereiken als wanneer je het vliegtuig pakt naar bijvoorbeeld Japan.”
En hoe zit het dan met vakantie vieren in je eigen huis? „Dit kan”, zegt Van Woerkom. „Maar het vergt wel extra discipline. Zet bijvoorbeeld je laptop en alles wat doet denken aan dingen die moeten achter slot en grendel.”
Ook moet je jezelf dwingen je dagelijkse routine te doorbreken. „Ga niet alleen naar bioscoop en musea, maar ga ook eens ergens naar toe waar je nooit komt, en doe je boodschappen in een andere buurt.”