-
Amsterdam: PvdA de grote winnaar, hoofdstad wordt nog linkser
Acht jaar nadat de PvdA werd onttroond in Amsterdam, is de partij in de hoofdstad weer de grootste. Volgens de voorlopige uitslag die woensdag bekend werd gemaakt op basis van 83 procent van de stemmen, halen de sociaal-democraten negen zetels in de gemeenteraad. Daarmee gaat de partij GroenLinks voorbij, dat de afgelopen vier jaar de grootste partij was in de hoofdstad. GroenLinks komt waarschijnlijk uit op acht zetels.
Duidelijk is dat het linkse Amsterdam met deze uitslag nóg linkser is geworden. De liberale partijen D66 en VVD verloren allebei een zetel en komen uit op respectievelijk zeven en vijf zetels. Het anti-kapitalistische Bij1 verdriedubbelde, van één naar drie zetels. Ook de Partij voor de Dieren haalde drie zetels.
In strijd met landelijk trend
De comeback van de PvdA in Amsterdam is opmerkelijk en gaat in tegen de landelijke trend. Decennia lang was de partij dé dominante politieke kracht in de hoofdstad, maar bij de laatste twee raadsverkiezingen halveerde de partij telkens.
Onder lijsttrekker Marjolein Moorman kreeg de PvdA de afgelopen jaren nieuw politiek elan. Ze verwierf landelijke bekendheid als onderwijswethouder die strijdt voor „gelijke kansen” – en voerde een zelfverzekerde campagne. „De sociaal-democratie is nog lang niet dood”, verklaarde Moorman kort na de eerste exitpoll tegenover een zaal vol uitzinnige PvdA’ers.
De linkse coalitie (GroenLinks, PvdA, D66 en SP) die Amsterdam de afgelopen vier jaar bestuurde, behoudt haar meerderheid – ondanks een zetel verlies van de SP. De kiezer lijkt dus verder te willen met vier jaar ingezette koers. De kans lijkt daarmee klein dat de VVD na vier jaar oppositie terugkeert in het college, zoals de partij graag wil.
Volt is nieuw in de raad
De drie grootste partijen uit de coalitie voerden een campagne waarin ze vooral de overeenkomsten benadrukten en aangaven graag met elkaar verder te willen. Met name Rutger Groot Wassink (GroenLinks) en Reinier van Dantzig (D66) hadden moeite de onderlinge verschillen te benadrukken.
Groot Wassink toonde zich woensdagavond ondanks het verlies van zijn partij tevreden. Hij wees erop dat GroenLinks vorig jaar bij de Tweede Kamerverkiezingen in Amsterdam 10 procent van de stemmen haalde, en nu 15. „Dat is een ongelooflijk herstel”
Nieuw in de Amsterdamse raad is de pan-Europese partij Volt, die ondanks de affaire rond Tweede Kamerlid Nilüfer Gündogan twee zetels haalt. Ook JA21, de partij van lijsttrekker Annabel Nanninga die zich afsplitste van Forum voor Democratie, komt met twee zetels in de raad. Dat is minder dan peilingen vooraf voorspelden. JA21-raadslid Kevin Kruger constateerde woensdagavond dat „er van rechts in Amsterdam nu heel weinig overblijft. De conservatieve kiezer is óf de stad uitgejaagd, of komt niet opdagen.”
Minder versplintering
Behalve de politieke kleur wijkt Amsterdam in nog een ander opzicht af van de landelijke trend – als het gaat om versplintering. Het lijkt erop dat er in de komende periode minder in plaats van meer partijen in de raad komen.
Hoeveel minder hangt af van een aantal kleine partijen, voor wie het er woensdagavond nog om spande of ze terugkeren – zij zullen moeten wachten op de definitieve uitslag.
De ChristenUnie, vier jaar geleden voor het eerst in de raad, gaat het hoogstwaarschijnlijk niet redden, net als de Partij van de Ouderen. Het CDA leek woensdagavond de kiesdrempel wel te gaan halen. Mocht de partij toch uit de raad verdwijnen, dan zou dat bijzonder zuur zijn voor lijsttrekker Diederik Boomsma, die maandag nog tot Beste Raadslid van Nederland werd gekozen.
De opkomst in Amsterdam was 44,8 procent: flink lager dan vier jaar geleden en de laagste score in de hoofdstad ooit.
Door Thijs Niemantsverdriet en Tim Wagemakers
-
Rotterdam: Leefbaar blijft veruit de grootste – Volt, BIJ1 en Forum komen in de raad
Leefbaar Rotterdam blijft verreweg de grootste fractie in de tweede stad van Nederland. De Rotterdamse gemeenteraad (45 zetels) verwelkomt drie landelijke nieuwkomers (Volt, BIJ1 en Forum voor Democratie). De huidige coalitie van zes partijen verliest haar minimale meerderheid. En de opkomst, die in Rotterdam altijd relatief laag is, lijkt nu historisch laag.
Dat zijn conclusies van een tussentijdse uitslag van gemeenteraadsverkiezingen van woensdagavond, met 70 procent van de stemmen geteld. Volgens de voorlopige cijfers was de opkomst slechts 38,9 procent; zeker sinds de jaren 70 van de vorige eeuw was de definitieve opkomst altijd hoger dan dit jaar.
Buitengesloten
De rechts-conservatieve volkspartij Leefbaar Rotterdam, vier jaar geleden buiten de coalitie gehouden, verliest één zetel, de partij gaat van elf naar tien zetels. Lijsttrekker Robert Simons was er blij mee, zei hij in café Get Back op het Stadhuisplein. „Juist in wijken waar Leefbaar groot is, zijn weinig mensen gaan stemmen”, zei Simons. Dat komt naast de coronamaatregelen, door bijvoorbeeld de Toeslagenaffaire en de hogere energieprijzen, denkt hij: „Mensen kunnen de rekeningen niet meer betalen. Dan heb je wel wat anders aan je hoofd dan te gaan stemmen.”
De huidige ‘regenboogcoalitie’ (VVD, D66, GroenLinks, PvdA, CDA, ChristenUnie-SGP) verliest de minimale meerderheid van 23 zetels. De PvdA zakt waarschijnlijk van vijf naar vier zetels, en CDA van twee zetels naar één zetel. De VVD, met een veelbesproken spotje van lijsttrekker Vincent Karremans als superheld, won een zetel en heeft er nu zes, net als GroenLinks en D66. Ook de ChristenUnie, die nu zonder de SGP meedeed, behoudt één zetel.
De vraag is wat het allemaal gaat betekenen voor de coalitie-onderhandelingen. Leefbaar en VVD zullen met hun zetelaantal mogelijk het initiatief willen nemen. Maar net als vier jaar geleden tekent zich geen kant-en-klare meerderheidscoalitie van linkse of rechtse signatuur af. Per saldo lijkt de raad iets verder versnipperd van dertien naar in totaal veertien fracties.
Een kleine meerderheid zou bijvoorbeeld een ‘rechts-liberale’ combinatie met vijf partijen hebben: Leefbaar, VVD, D66, Volt en CDA. Dan zou D66 wel om moeten gaan, dat steeds een duidelijke voorkeur heeft uitgesproken voor een progressieve coalitie. Van 2014 tot 2018 heeft D66 ook al met Leefbaar en het CDA de stad bestuurd.
Nogmaals, dit zijn tellingen volgens de voorlopige uitslag. Eén zetel meer of minder bij de definitieve uitslag kan alweer een verschil maken.
Winnaars zijn Volt en BIJ1
Duidelijke winnaars zijn de landelijke nieuwkomers Volt en BIJ1, die elk twee zetels vanuit het niets lijken te winnen. De 25-jarige lijstrekker Mieke Megawati Vlasblom van BIJ1 zei op de uitslagenavond in het stadhuis „trots” te zijn. „Voor het eerst is een heel jong publiek gaan stemmen” – daar zou BIJ1 de zetelwinst aan danken, volgens haar.
Forum voor Democratie, een partij die vrij onzichtbaar was tijdens de verkiezingscampagne, zou volgens de voorlopige uitslag ook op één zetel kunnen rekenen. De PVV die vier jaar geleden debuteerde in Rotterdam, deed nu niet mee bij gebrek aan kandidaten. De zittende ex-PVV’er Maurice Meeuwissen deed mee met een eigen lijst, maar haalde 0 procent van de stemmen.
Een goede uitslag was er voor eenmansfractie Partij voor de Dieren, die naar verwachting twee zetels krijgt. 50Plus van lijsttrekker Ellen Verkoelen leek ook twee zetels te krijgen, maar zakte bij een update weer terug naar één zetel.
SP in tweeën gescheurd
De SP scheurde in aanloop naar de verkiezingen dramatisch in tweeën en concurreerde met de radicale afsplitsing Socialisten010. Volgens de voorlopige uitslag behoudt de SP één zetel en hebben de Socialisten010 vergeefs een poging gedaan.
Oppositiepartij Denk, vier jaar geleden met vier zetels vanuit het niets in de raad, blijft gelijk. BIJ1 vormt een nieuwe concurrent, terwijl het islamitisch geïnspireerde Nida juist niet meer meedoet.
‘De kiezer’ heeft dus gesproken, maar lang niet alle kiesgerechtigde Rotterdammers. Burgemeester Ahmed Aboutaleb noemde de voorlopige opkomst van 38,9 procent „teleurstellend laag”. Wilgo Pengel van Wij Kleurrijk Rotterdam, dat geen zetel lijkt te halen, heeft een verklaring. „Vooral in Rotterdam-Zuid is de opkomst heel laag en dat begrijp ik wel. Kijk maar naar de samenstelling van de gemeenteraad: het zijn vooral de mensen uit Noord en Oost die bepalen wat er op Zuid gebeurt.”
Door Eppo König
-
Utrecht: Pas als de burgemeester zegt dat FVD nul zetels haalde, breekt er gejuich los
Burgemeester Sharon Dijksma had het zich ongetwijfeld anders voorgesteld. Corona lijkt verdwenen, poppodium TivoliVredenburg is uitverkocht voor het verkiezingsavondje, al is het er lang niet ramvol. Maar zij, de brenger van het belangrijkste nieuws van de avond, zit thuis met corona. Dus spreekt ze haar stad toe via een videoverbinding. „Negen zetels voor GroenLinks, daarmee zijn ze de grootste”, zegt ze via de webcam, waarvan het geluid af en toe hapert. De zaal reageert koel, echte grote verschillen ten opzichte van 2018 zijn er niet te melden. Pas als Dijksma meedeelt dat Forum voor Democratie nul zetels heeft gehaald breekt er een massaal gejuich los.
Vier jaar geleden loste GroenLinks D66 af als grootste partij van de stad. Dat blijft dus zo. D66 haalde acht zetels volgens de voorlopige uitslag woensdagavond, waarbij 85 procent van de stemmen was geteld. De partijen die de laatste jaren de grootste zijn in de gemeenteraad van Utrecht verliezen wel allebei. GroenLinks zakte van twaalf naar negen zetels en D66 ging van tien naar acht. De twee partijen zijn met afstand de grootste: derde partij VVD zakte ook, van zes naar vijf zetels. De opkomst is iets lager dan in 2018: zo’n 56 procent van de kiezers pakte het potlood, ten opzichte van 59 procent vier jaar geleden.
„Deze glimlach gaat er niet meer af”, zegt Julia Kleinrensink, lijsttrekker van GroenLinks. Volgens haar is Utrecht „linksaf geslagen”. Maar ook D66 zegt blij te zijn. Ondanks de versplintering, zegt lijsttrekker Maarten Koning, blijft zijn partij overeind. „Je wil altijd de grootste zijn, maar ik ben gewoon tevreden.”
Bouwen in de polder?
Grote vraag is wat de uitslag betekent voor hét Utrechtse thema tijdens deze gemeenteraadsverkiezingen: de toekomst van de polder Rijnenburg, gelegen op zo’n tien kilometer van het centrum van de stad. Moeten daar woningen komen of niet? Het is een cruciale vraag voor een gemeente met een grote woningnood.
De drie grootste partijen in Utrecht – D66, GroenLinks en de VVD – verschillen er van mening over. De VVD wil er bouwen en geen windmolens, GroenLinks heeft altijd ingezet op recreatie en duurzame energievoorziening en D66 zit er tussenin.
Dat elke partij de uitslag in het eigen voordeel uitlegt, mag geen verrassing worden genoemd. Volgens GroenLinks laat de uitslag zien dat de Utrechtse kiezer natuur en windmolens in de polder belangrijk vindt, en dat er ergens anders woningen gebouwd moeten worden. D66 en de VVD zien dat anders: zij wijzen erop dat er waarschijnlijk een meerderheid is die juist wil dat er woningen komen in de polder.
„Voor GroenLinks is bouwen in de polder nooit een breekpunt geweest”, zegt Maarten Koning van D66. „Veel partijen willen bouwen, en GroenLinks kan ook tellen.” VVD-lijsttrekker Marijn de Pagter: „Woningen in Rijnenburg zie ik nog steeds absoluut gebeuren.”
Vier partijen nodig
Over die kwestie zullen straks meer partijen stemmen: de Utrechtse raad kreeg er drie nieuwe partijen bij. Dat gaat gevolgen hebben voor het huidige college van GroenLinks, D66 en ChristenUnie: een meerderheidscoalitie moet straks uit minstens vier partijen bestaan.
Een van de nieuwkomers was de grootste winnaar in de Domstad: Volt komt de raad binnen met drie zetels. Lijsttrekker Ruud Maas had daar al op gehoopt. „Met al die nieuwe partijen en verschillende standpunten over de polder Rijnenburg wordt het lastig een coalitie te vormen”, denkt hij. Zelf verwacht hij overigens dat Volt geen grote rol in de onderhandelingen zal spelen. „Wij zijn nieuw in de raad en zullen ons bescheiden opstellen.”
Door Bram Endedijk
-
Den Haag: Omstreden De Mos blijft de grootste – collegevorming wordt lastig
De bordjes met ‘15 zetels’ en een raket die omhoogschiet lagen al klaar in café Luden. Dat is het zetelaantal waarop Richard de Mos had gehoopt. Vijftien zetels voor Hart voor Den Haag zou betekenen dat „de anderen niet om ons heen kunnen” – de andere partijen, die niet staan te popelen van enthousiasme om met De Mos opnieuw een college te vormen.
Hart voor Den Haag blijft echter op de negen zetels staan die de partij, na enige wisselingen, sinds 2021 had. Wel weer de grootste, maar niet zodanig dat De Mos zonder een aantal andere Haagse partijen kan formeren.
Als iets voor elf uur een eerste voorlopige tussenstand bekend wordt gemaakt, oogt hij gespannen. Hij bijt op zijn lip. Rita Verdonk, de nummer twee van de partij, naast hem. Ze zijn omringd door camera’s die iedere beweging volgen. Als de percentages bekend worden gemaakt, blijft het stil. De Mos hoopt dan nog „op meer in het vat”.
Twee uur later, met 93 procent van de stemmen geteld, blijkt dat het vat voor hem niet voller zit. De Mos zegt: „We zijn nog steeds de grootste, dat is iets om trots op te zijn.” Het café loopt leeg, de gezichten staan sip.
Op het stadhuis, in Den Haag het IJspaleis genoemd, is de sfeer niet veel uitgelatener. Coalitiepartijen VVD, GroenLinks, CDA en PvdA blijven op de huidige zeteltallen en de lijsttrekkers zijn vooral opgelucht; oppositiepartijen SP en ChristenUnie/SGP blijven ook even groot.
Versnippering
Gunstig is dat de versnippering in de gemeenteraad een halt is toegeroepen, al zijn er nog steeds vijf eenmansfracties: van zestien fracties gaat de raad naar dertien. Dat komt vooral doordat de drie islamitisch geïnspireerde partijen opgegaan zijn in Denk, dat met twee zetels in de raad komt. Verder is het stuivertje wisselen: de PVV gaat van twee naar één, Forum voor Democratie komt met één zetel in de raad. De Haagse Stadspartij wordt kleiner, de Partij voor de Dieren groter. Lijsttrekker Robert Barker constateert tevreden dat die partij „van de achtste partij nu de vijfde is”.
De enige die met echte vrolijk energie tred en grote glimlach door het IJspaleis loopt, is D66-lijsttrekker Robert van Asten. Zijn partij is nu de tweede van de stad. De andere collegepartners constateren dat dankzij zijn extra twee zetels de coalitie is gegroeid.
Wat iedereen zich realiseert, is dat collegevorming lastig wordt. Boven de stad, de campagne en nu de onderhandelingen, hangt de corruptiezaak tegen Richard de Mos. Het OM begon in 2019 een onderzoek naar hem wegens, onder meer, schending van het ambtsgeheim.
D66 heeft samenwerking met De Mos uitgesloten. Dat heeft voor de partij er niet alleen mee te maken dat De Mos verdachte is, maar ook met diens houding sinds dit bekend werd én met het programma van diens partij. Van Asten blijft bij de uitsluiting: „Dat staat voor ons vast. Hart voor Den Haag mag het voortouw nemen, maar zonder ons.”
Ook GroenLinks wil niet met De Mos samenwerken. Lijsttrekker Mariëlle Vavier: „Ik zie geen samenwerking voor me met een partij waar de prominente voorman wordt beschuldigd van corruptie. Hoe wil je dan als college betrouwbaarheid uitstralen?” De PvdA vindt dat „een verdachte niet kan besturen”, de VVD sloot tijdens de campagne De Mos niet uit, maar zei wel „zelfreflectie” te verwachten. De Partij voor de Dieren sluit geen enkele partij uit, maar heeft de voorkeur voor een links-progressieve coalitie. Het CDA wil „verantwoordelijkheid blijven nemen. Wij hebben laten zien dat we staan voor stabiliteit”, zegt lijsttrekker Hilbert Bredemeijer.
En allemaal zeggen ze: Richard de Mos is nu aan zet. Met zijn eerste biertje in de hand erkent hij dat het „nu ingewikkeld wordt”. „We willen besturen, ik sluit niemand uit. Maar het is in Den Haag nog steeds een gepolariseerd landschap.”
Hij zegt: „Mensen denken misschien: Ries, je had de lat met vijftien zetels te hoog gelegd. Maar we zijn wel gewoon de grootste. Een college moet recht doen aan die uitslag.”
Door Titia Ketelaar
-
Ook in Oost-Groningen heeft de PVV nu ‘lokaal bestaansrecht’
In Partycentrum de Meet in het Oost-Groningse Bellingwolde is de uitslagenavond van de gemeenteraadsverkiezingen nog echt lokaal. Nationale televisiezenders worden niet gevolgd. Er zijn geen achterafzaaltjes waar partijleiders eerst op de exitpolls wachten. En speeches, extatische partijleden en discolampen ontbreken ook.
Nee, tijdens de uitslagenavond van de gemeente Westerwolde zitten alle partijen gemoedelijk naast elkaar. Gejuich en geschreeuw blijft uit, een klein applausje kan er af en toe nog net vanaf. Alleen de nieuwsgierige blikken naar de nieuwkomer vallen op. Want de PVV, die aan de zijkant zit, doet voor het eerst mee in de gemeente Westerwolde.
Eén zeteltje, meer verwacht PVV-lijsttrekker Robert Rep niet. En met die ene zetel zou het doel bereikt worden: bestaansrecht voor de PVV in de gemeente. „We zijn een bescheiden partij”, lacht Rep, in het dagelijks leven kapper, vlak voordat de uitslag bekend wordt. Maar die voorspelling blijkt bij lange na niet te kloppen.
PVV-bolwerk
Het van oudsher rode Oost-Groningen, waar de PvdA decennialang de verkiezingsuitslagen aanvoerde, is de laatste jaren veranderd in een PVV-bolwerk. Althans, dat bleek uit de laatste Tweede Kamerverkiezingen: In Westerwolde, de gemeente waar Ter Apel onder valt, werd de PVV de grootste, net als in buurgemeente Pekela. En in die andere Oost-Groningse gemeente, Oldambt, werd de PVV nipt tweede.
En die landelijke stem wil de PVV tijdens de gemeenteraadsverkiezingen verzilveren. De PVV doet dit jaar mee in 31 gemeenten, één meer dan vier jaar geleden. Stuk voor stuk gemeenten waar de PVV landelijk op veel kiezers kan rekenen.
Meijco van Velzen doet woensdagavond de fotografie, hij beheert het diascherm, ouwehoert ondertussen met iedereen én rekent de uitslagen van de verschillende stembureaus om in zetelverdelingen. „Zelfs de restzetels kan ik zo berekenen.”
Hij ziet het tegen elf uur ’s avonds al snel. Gemeentebelangen Westerwolde, een in de jaren 80 van de PvdA afgesplitste partij, pakt de winst met zes zetels, gevolgd door de PvdA met vijf. Exact dezelfde uitslag als tijdens de vorige verkiezingen. En de PVV? Die komt nieuw binnen met drie zetels.
„Geweldig”, zegt lijsttrekker Rep. „Tijdens gemeenteraadsverkiezingen stemmen mensen vaak op lokale partijen, dus drie zetels had ik niet verwacht.” Het succes van zijn partij schrijft hij toe aan de overlast die gepaard gaat met het asielcomplex in Ter Apel en aan de landelijke partijen die „het volk in de steek gelaten hebben”.
Maar alleen in Westerwolde boekt de PVV echt succes. In Pekela, waar de PVV tijdens de Tweede Kamerverkiezingen bijna een kwart van de stemmen kreeg, bleef de partij steken op twee van de vijftien zetels. Net als vier jaar geleden. En in Oldambt komt de partij als nieuwkomer niet verder dan één zetel.
Maar, zegt Rep, het belangrijkste doel is bereikt in Oost-Groningen. „De PVV heeft hier ook lokaal bestaansrecht.”
Door Mark Middel
-
CDA op verlies? Niet in het Limburgse Beesel
Anouk Huijs heeft zichzelf even in de arm geknepen. Het is echt waar. Landelijk legt het CDA het bij de gemeenteraadsverkiezingen af tegen de lokale partijen. In de Limburgse gemeente Beesel, vlakbij de Duitse grens tussen Venlo en Roermond, behouden de christen-democraten met de 27-jarige teamleidster van een basisschool hun vijf zetels. Ondertussen haalt de concurrent, Verantwoorde Lokale Politiek (VLP), vier jaar geleden op een paar stemmen na even groot als het CDA, ruim vijfhonderd stemmen minder en levert een zetel in.
De enige van de vier deelnemende partijen die in Beesel echt stemmen wint, is Samen Verder, in 2017 opgericht als een samenwerking van PvdA, D66 en GroenLinks maar intussen opererend onder eigen, lokale vlag. Lijsttrekker Rian Janssen noemt de sprong van twee naar drie zetels van haar partij „een beloning voor inhoudelijk opereren in de oppositie. In tegenstelling tot veel andere partijen moeten wij het minder hebben van vaste achterbannen in verenigingen of ondernemerskringen”.
Een van de eerste met uitslag
Beesel weet woensdagavond als een van de eerste gemeenten in Nederland de uitslag te presenteren. Het is tien over tien als op een groot scherm de definitieve staafdiagrammen verrijzen. De plaatselijke politici en hun aanhang hebben zich verzameld in De Schakel, het gemeenschapshuis van Reuver, het grootste dorp van Beesel. Die gemeente telt zo’n 13.400 inwoners en ligt ver genoeg van Venlo en Roermond om voorlopig ‘zelfstandig’ te blijven.
Makkelijker is het de afgelopen jaren niet geworden met alle taken die van het Rijk naar lokaal niveau werden doorgeschoven zonder een navenante financiële steun. Het leverde Beesel de afgelopen periode een fiks financieel probleem op. Noodgedwongen werden de gemeentelijke belastingen, ooit de laagste van Limburg, fors verhoogd.
CDA-lijsttrekker Huijs, de afgelopen vier jaar raadslid en daarvoor burgerraadslid: „Als iets even tegenzit, vertellen we dat ook. Misschien wordt die bestuurlijke houding nu beloond. Rondom de locatie van de nieuwbouw van een school ontstond hier laatst een patstelling. Dat vind ik eigenlijk ongelofelijk. Dat je daar niet uitkomt.”
Vertekend beeld
Huijs wist aan het begin van de avond nog niet goed wat ze moest verwachten. „Tijdens de campagne hoorde ik positieve geluiden, maar je beweegt je automatisch toch meer in kringen waar ze ons goed zijn gezind. Dat vertekent.”
Ze had verwacht op straat meer te worden aangesproken over het gedoe binnen het landelijke CDA en de integriteitsaffaires op provinciaal niveau. „Maar mensen hadden het toch echt over de plaatselijke kwesties.”
Zittend CDA-wethouder Bram Jacobs is tevreden, als de uitslag duidelijk wordt. „We hebben op tijd verjongd”, concludeert hij. Hij is zelf pas 38, maar zit al meer dan een decennium op het bestuurspluche. Misschien wordt Huijs nu wethouder. Het gaat snel met haar. In 2019 werd ze in een landelijke verkiezing leraar van het jaar. Intussen is ze al twee jaar teamleider. „Soms komen dingen vroeg op je pad.”
De christen-democraten zijn nu aan zet bij het formeren. De afgelopen vier jaar bestuurden ze met VLP en de Beeselse Lijst. Nu kunnen ze met elke andere partij een meerderheid vormen. Janssen van Samen Verder hoopt dat ze kan meebesturen. „Maar het kan echt alle kanten op.”
Door Paul van der Steen
-
Geen linkse meerderheid in ‘Havana aan de Waal’
Het oorverdovende gejuich op het Nijmeegse stadshuis, woensdagnacht rond twee uur, komt van Stadspartij Nijmegen. Zij zien hun zetels meer dan verdubbelen, van drie naar zeven. „Kampioeeenen, kampioeeenen”, schreeuwen ze. Een tweede uitbarsting van vreugde, en dan door álle aanwezigen, volgt als blijkt dat Forum voor Democratie nul zetels krijgt.
Dan pas juicht ook GroenLinks mee. De partij blijft weliswaar de grootste in Nijmegen, maar ziet het aantal dazetels dalen van elf naar negen, volgens de voorlopige prognose. Stadspartij Nijmegen wordt de tweede partij (zeven zetels), gevolgd door D66 (zes zetels).
Als burgemeester Hubert Bruls klaar is met het voorlezen van de voorlopige uitslag, knuffelt GroenLinks-lijsttrekker Quirijn Lokker met April Ranshuijsen (de nummer twee) en Tweede Kamerlid Lisa Westerveld. Op het stadhuis wordt deze avond geen alcohol geschonken. Vier jaar geleden werd het iets té gezellig en dat wil het college voorkomen, zo zijn de geruchten. Maar de Stadspartij doet niet moeilijk en smokkelt eigen kratten bier mee naar binnen. De sfeer zit er goed in.
GroenLinks-stad
Nijmegen is een ‘GroenLinks-stad’. Vier jaar geleden behaalde de partij in Nijmegen een monsterzege. Met elf zetels werd het bijna twee keer zo groot als de nummer twee, D66. De afgelopen jaren vormden GroenLinks, D66 en SP het college. GroenLinks maakt zelfs al meer dan twintig jaar deel uit van het college. En al die die tijd kan de partij haar dromen waarmaken, zoals een ruimhartig armoedebeleid, minder ruimte voor de auto en meer plek voor natuur.
En na vanavond? „Nijmegen blijft Havana aan de Waal”, denkt Lokker, voor de uitslag bekend is. Ook D66-lijsttrekker Lusanne Bouwmans ziet een overwinning voor GroenLinks wel aankomen, zegt ze nog voor de uitslag. In de campagne zinspeelde haar partij nog op een nek-aan-nekrace tussen D66 en GroenLinks, maar Bouwmans weet ook wel waar ze woont. Lokker is heel blij, zegt hij terwijl hij de felicitaties in ontvangst neemt, dat Nijmegen „weer kiest voor Groen en voor links”. Hij kijkt naar het scherm en begint hardop zetels van zijn partij, de SP (drie zetels) en de PvdA (vier zetels) op te tellen.
Geen linkse meerderheid
Maar een linkse meerderheid zit er niet in. Deze uitslag laat zien dat Nijmegen niet zo’n groot GroenLinks-bolwerk is als gedacht, vindt D66-lijsttrekker Bouwmans. „Het laat vooral zien dat mensen ook hier lokaal stemmen.” GroenLinks zal na de uitslagenavond waarschijnlijk in gesprek moeten met D66 en zéker met Stadpartij Nijmegen. „Dus Havana aan de Waal?”, concludeert Bouwmans. „Nee.”
Wendy Grutters van Stadspartij Nijmegen staat naast een met bierflesjes bezaaide statafel, en weet niet waar ze het moet zoeken. Dít had ze niet verwacht. „Dé Nijmegenaar heeft gestemd”, zegt ze. Haar partij profileert zich ook zo: als een partij voor en door de Nijmegenaar. Het staat ideologisch wat verder af van GroenLinks en vindt datdie partij niet naar alle inwoners van Nijmegen luistert. „Maar we gaan met elkaar in gesprek”, zegt Grutters.
Lisa Westerveld is vooral opgelucht, zegt ze. Bij de Tweede Kamerverkiezingen vorig jaar kregen zowel D66 (23 procent), als de VVD (14 procent) hier meer stemmen. GroenLinks deed het met 13 procent niet fantastisch. „Het is goed te zien dat dat weer is bijgetrokken, overal in het land en ook hier.” Dat er collectief wordt gevierd dat FvD geen zetels krijgt, zegt volgens haar veel. „Dat is ook Nijmegen”, zegt Westerveld. „En het laat zien hoe mooi gemeentepolitiek kan zijn. Als het erop aankomt, juichen we voor dezelfde dingen.”
Door Marit Willemsen
-
VVD: hier en daar een plusje en een minnetje
Maandenlang waren VVD’ers de deuren langsgegaan, volgens het campagneteam was er bij zo’n honderdduizend deuren in Nederland aangebeld. Maar of het veel had geholpen? VVD-leider Mark Rutte zag dat zijn partij „wat plusjes” had, en in sommige gemeenten „gelijk bleef” of „ietsjes daalde”. Maar wat volgens hem de belangrijkste uitkomst was: „De VVD blijft de grootste landelijke partij.”
De VVD zal de komende tijd heel precies nagaan wat het effect was van de canvasacties, en vast ook of het electoraal gezien wel zo’n verstandige beslissing was om Rutte na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne niet meer te laten meedoen aan de verkiezingscampagne. De partij vond het „niet gepast” als Rutte nog met flyers zou gaan rondlopen. In afdelingen werd voorzichtig gehoopt op een rally ’round the flag-effect: als hij de staatsman in crisistijd was, kon dat bij de verkiezingen gunstig uitpakken voor de VVD. Dat lijkt zich niet te hebben voorgedaan.
Aandacht bij andere dingen
Op de uitslagenavond in Den Haag, in het café van Brouwerij De Prael, noemde Rutte zichzelf „weinig zichtbaar” bij deze verkiezingen omdat hij het zo druk had met de Oekraïne-crisis. „Net als Sigrid Kaag en Wopke Hoekstra.” En hij dacht dat het ook door de oorlog kwam dat de opkomst bij de verkiezingen laag was: „De aandacht van mensen is nu bij andere dingen.”
In elk geval die van hém. Hij had de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen niet willen afwachten in Arnhem, zoals de bedoeling was geweest. Als er in Den Haag ineens crisisoverleg nodig was, wilde hij in de buurt zijn. En dus was de partijtop naar het café gekomen dat de Haagse VVD-afdeling al had afgehuurd – daar was nog ruimte genoeg.
De campagnestrategie van de VVD was vóór de verkiezingen uitgebreid getest, zoals de partij dat met bijna alles doet: welke zinnen aan de deur werkten het best? Aan alle afdelingen was uitgelegd hoe ze het beste konden staan, niet te dicht bij de mensen met wie ze kwamen praten, en ook hoe lang ze moesten blijven: drie tot vijf minuten. En dat ze waren gekomen om te luisteren, niet om de boodschap van het verkiezingsprogramma te brengen.
‘Stabiele partij’
In 2006 was Rutte zelf de campagneleider geweest bij de gemeenteraadsverkiezingen die hadden geleid tot het aftreden van Jozias van Aartsen als fractievoorzitter in de Tweede Kamer. Van Aartsen had 14 procent van de stemmen wilde halen, maar dat was net niet gelukt. Hoe professioneel en uitgekiend de VVD-campagnes daarna ook waren geworden, bij de gemeenteraadsverkiezingen was het weleens beter gegaan dan in 2006, maar lang niet altijd. „Wij zijn al zo’n veertig jaar een stabiele partij”, zei Rutte ná alle interviews voor tv, woensdagnacht. „Maar alle andere partijen zijn langs ons heen in de lift naar beneden gegaan.”
En dan blijf je, hoe klein misschien ook, over als „de grootste landelijke partij”.
In de gemeentepolitiek van Den Haag keert nu Rita Verdonk terug. Zij was in 2006, na Van Aartsens vertrek, Ruttes tegenstander bij de lijsttrekkersverkiezing, die Rutte nét won. Verdonk is nu de nummer twee op de lijst van Hart voor Den Haag van Richard de Mos. Rutte had geen zin om daar iets over te zeggen. „Leuk toch? En verder is het aan de VVD in Den Haag.”
Door Petra de Koning
-
CDA verliest in de stad, én in de buitengebieden
In juni van het vorige jaar, drie dagen nadat Pieter Omtzigt zijn CDA-lidmaatschap had opgezegd, had CDA-leider Wopke Hoekstra in een online bijeenkomst met leden vooruitgekeken naar de gemeenteraadsverkiezingen van deze woensdag. Het CDA was toen intern diep verdeeld en leden hadden hun zorgen uitgesproken over de lokale verkiezingen. „Het zou ons allemaal, mij ook, een lief ding zijn om dan te winnen”, zei Hoekstra toen. „Er helpt niks zo voor eenheid en zelfvertrouwen als winnen.” Toenmalig interim-partijvoorzitter Marnix van Rij – hij is inmiddels staatssecretaris in het kabinet-Rutte IV – had de verkiezingen omschreven als een „testcase” voor de partij.
Woensdagnacht leek die testcase niet goed uit te pakken voor het CDA. De christen-democraten verliezen – in de stad maar ook in de buitengebieden waar de partij altijd op veel plekken de grootste was. Dat is de partij op sommige plekken in de periferie verloren. Meest in het oog springend is de gemeente Tubbergen – waar het CDA al drie gemeenteraadsverkiezingen op rij groeide en de laatste acht jaar de absolute meerderheid in de raad had. De partij is daar sinds woensdag gehalveerd. Bijna alle verloren zetels gingen naar een recent opgerichte, lokale partij.
Terugkerende teleurstelling
Verkiezingen verliezen is voor het CDA inmiddels een terugkerende teleurstelling. Vier jaar geleden had de partij na de lokale verkiezingen dan wel de meeste zetels – procentueel had de VVD meer stemmen gekregen. En sindsdien verloren de christen-democraten verkiezing na verkiezing: in 2019 vier zetels in de Eerste Kamer en één in het Europees Parlement. En vorig jaar, bij de Tweede Kamerverkiezingen, raakte het CDA nog eens vier zetels kwijt. De teller staat inmiddels op vijf, omdat Pieter Omtzigt zich vorig jaar afsplitste om als onafhankelijk Kamerlid verder te gaan. Dat vertrek heeft diepe wonden geslagen in de buitengebieden.
Woensdag hing er aanvankelijk nog hoop in de lucht toen CDA-medewerkers op televisieschermen de eerste exitpolls binnen zagen komen. Nog geen week geleden waren ze gepeild op een halvering. En dat leek woensdag niet te gebeuren. Campagneleider en CDA-Kamerlid Derk Boswijkzei na de eerste polls, onder voorbehoud dat er „nog van alles kon gebeuren”, dat hij „opgelucht” was. „Ergens heb ik nog steeds hoop dat dit een consistente lijn bij meer exitpolls gaat zijn.”
Het CDA verloor in de eerste projecties soms een zetel, maar behield op andere plekken het aantal zetels dat het had. De schermen met de polls gingen uit toen een zichtbaar opgeluchte Hoekstra met zijn reactie kwam. „Ik had natuurlijk dolgraag al onze zetels willen behouden. Dat zit er niet in. Tegelijkertijd lijkt de uitslag beter dan verwacht.” Juist op dat moment bleek uit de exitpolls dat de partij zou halveren in de raad van Breda en zou verdwijnen uit die van Amsterdam. In de uitslagen die daarna binnen kwamen verloor het CDA vooral. Wopke Hoekstra had het pand toen al verlaten.
Door Lamyae Aharouay
-
Bij D66 is de teleurstelling van de gezichten af te lezen, Kaag blijft ‘bescheiden optimistisch’
Het lukte de ruim driehonderd D66’ers niet helemaal om zich aan de instructie te houden die Jan Paternotte hun aan het begin van de uitslagenavond had gegeven. Laten we vooral juichen, had de fractievoorzitter uit de Tweede Kamer in zijn welkomstwoord gezegd. „Als wij vanavond op sommige plekken misschien winnen”. Maar: „Als andere, democratische partijen verliezen laten we ons dan een beetje inhouden.”
Toen even over half elf de exit poll van Amsterdam op het scherm verscheen, klonk het hardste gejoel bij het forse verlies van Forum voor Democratie. Het was een korte, onsportieve ontlading omdat er over de eigen score in de hoofdstad nu eenmaal niet veel te joelen viel. D66 had zo gehoopt er de grootste te worden, maar dat lijkt niet gelukt. In de strijd met andere progressieve partijen is de PvdA de grote winnaar geworden. Na GroenLinks, dat de koppositie van 2018 lijkt te moeten afstaan, is D66 nu de derde partij geworden.
Toch een partijfeestje
De teleurstelling is van de gezichten in het Muziekgebouw aan het IJ af te lezen – al zijn de D66’ers blij dat er na twee jaar lockdown weer een partijfeestje kon worden georganiseerd. De tegenvallende score in Amsterdam strookte met het beeld dat de paar andere exitpolls elders in het land in de loop van de avond hadden laten zien: concurrent GroenLinks deed het aanmerkelijk beter.
De reactie van de partijtop van D66 liet lang op zich wachten. De kopstukken hadden kort voor de exitpoll uit Amsterdam de Entreezaal verlaten. Ze bleven ruim een uur uit beeld.
De eerste die zich, om kwart over elf, voor de camera’s meldde was de lokale lijsttrekker Reinier van Dantzig. Die baalde zichtbaar van de niet gewonnen koppositie in Amsterdam, maar wilde vooral de PvdA complimenteren met de winst. „En ik ben blij dat Forum voor Democratie zwaar heeft verloren.”
Als Kaag pas even na half twaalf de inmiddels wat uitgedunde zaal toespreekt, spreekt ze van „bescheiden optimisme”. Intussen is het beeld van de uitslagen gekanteld ten faveure van D66. „We hebben zetels gewonnen”, zegt Kaag. Vanuit een regeringspositie is dat volgens haar heel bijzonder. „Als we morgen wakker worden, is Nederland een ander land.” Voor een echte conclusie wil de vicepremier en minister wachten tot de laatste stem geteld is. „Zo doen we dat bij ons op Financiën.”
Landelijke zetelwinst in gemeenteraden of niet, D66 lijkt in enkele grote (studenten)steden terrein te hebben verloren, zoals in Utrecht en in Leiden. Daar had D66 graag de grootste willen worden, of blijven. Zeker ten opzichte van de linkse oppositiepartijen PvdA en GroenLinks – die vorig jaar uiteindelijk ook door D66-leider Kaag buiten de kabinetsformatie werden gehouden – is dat pijnlijk.
Door Philip de Witt Wijnen
-
Links doet het niet beter dan vier jaar terug
Op links waren woensdag lokaal verschuivingen zichtbaar, maar uiteindelijk was het resultaat niet beter dan vier jaar geleden. De voorlopige landelijke uitslag laat zien dat de linkse partijen zo’n vijftig raadszetels minder halen.
GroenLinks wint in totaal een klein beetje zetels, maar vierde dat als grote overwinning. Bij zo’n beetje elke nieuwe exitpoll klonk woensdag bij de uitslagenavond in poppodium de Melkweg gejuich. Partijleider Jesse Klaver zei „oprecht” verbaasd te zijn. „Vorig jaar hebben wij heel hard verloren.” Bij de Tweede Kamerverkiezingen ging GroenLinks toen van veertien naar acht zetels.
Ten opzichte van dat dramatische verlies handhaafde GroenLinks zich dit keer goed, met name in de grote steden. In steden als Eindhoven, Groningen, Leiden, Arnhem en Utrecht bleef of werd de partij de grootste. Het verlies van Amsterdam aan de PvdA deed pijn, maar in het algemeen bestendigde GroenLinks het goede resultaat van 2018.
Optimisme bij PvdA
Bij de PvdA, die in 2018 nog een fors verlies voor de kiezen kreeg, overheerste woensdagavond optimisme. Partijleider Lilianne Ploumen sprak in Amsterdam van „een geweldige avond”, vooral omdat de PvdA in de hoofdstad in zetels bijna verdubbelt en voor het eerst in twaalf jaar weer de grootste partij lijkt te worden. Het beeld in de rest van het land was minder overtuigend. Hoewel Ploumen zei dat Nederland „ook op andere plekken roder en roder kleurt”, bleef het aantal lokale PvdA-zetels ongeveer gelijk op 550, niet de comeback waar vooraf op was gehoopt.
De SP is de grote verliezer op links: de socialisten verloren woensdag meer dan honderd raadszetels. Het verliest komt niet onverwachts nadat een intern conflict vorig jaar tot tientallen royementen in tal van afdelingen leidde. De partij deed dit jaar in 86 gemeenten mee terwijl dit er in 2014 nog 110 waren. Dat had vaak te maken met onvrede over de landelijke partijkoers, in de grote steden deden zelfs afsplitsingen van de SP mee met een nieuwe socialistische partij. Die haalden geen zetels, maar zorgden wel voor verder zetelverlies voor de SP in steden als Rotterdam en Amsterdam. In bolwerk Oss is de partij niet meer de grootste.
Vijfde nederlaag op rij voor SP
Voor SP-leider Lilian Marijnissen, die bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 voor het eerst partijleider was, betekent de uitslag de vijfde verkiezingsnederlaag op rij. Marijnissen suggereerde woensdagavond, zoals de SP vaker deed, dat de matige opkomst de SP parten heeft gespeeld. „Dat de opkomst zo laag is, zegt veel over het vertrouwen in de politiek”, aldus Marijnissen.
Twee duidelijke winnaars op links zijn de Partij voor de Dieren en Bij1, waarmee de versplintering op links ook lokaal verder doorzet. In gemeenten waar de PvdD dit jaar voor het eerst meedeed, komen ze vaak in de raad, het aantal raadszetels verdubbelde bijna (van 35 naar 63). Bij1 leverde een knappe prestatie door met acht zetels in verschillende steden in de raad te komen, in Rotterdam en Almere met twee. In Amsterdam ging het aantal zetels omhoog van een naar drie.
Door Pim van den Dool en Denise Retera
-
Op uiterst rechts is er geen duidelijke winnaar
Ja, ook bij Forum voor Democratie wordt er op de uitslagenavond naar de NOS gekeken. Op een groot scherm in kasteel De Berckt in Baarlo wordt de live-uitzending getoond, steeds als er een nieuwe exitpoll binnenkomt klinkt er gejuich in de zaal. Als GroenLinks of D66 blijkt te hebben verloren, of als de uitslag van FVD in beeld komt – er is altijd winst, want vier jaar geleden deed FVD bijna nergens mee. Maar in veel gemeenten komt FVD, „de grootste ledenpartij van Nederland”, niet verder dan één raadszetel, in gemeentes als Urk en Den Bosch komt er helemaal geen FVD’er in de raad.
Op rechts van de VVD was het deze gemeenteraadsverkiezingen dringen. Tijdens de vorige verkiezingen in 2018 deed alleen de PVV mee in dertig gemeenten. Nu probeerde ook FVD zetels te halen in vijftig gemeenten. De partij van Tweede Kamerlid Wybren van Haga, die zich afsplitste van FVD, in twintig. De andere FVD-afsplitspartij, JA21, durfde dat niet. „We bestaan pas anderhalf jaar. Rustig en zorgvuldig gaat boven snel en groot”, zegt Annabel Nanninga, lijsttrekker in Amsterdam, de enige gemeente waar JA21 meedoet. Deze partijen concurreren volgens politicologen vaak ook nog eens met lokale partijen, die ook dit jaar weer fors wonnen.
Dat de oorlog in Oekraïne een schaduw over de verkiezingen legde, hielp ook niet. In radicaal-rechtse kringen werd de Russische president Vladimir Poetin altijd gezien als een bondgenoot – Wilders ging in 2018 op bezoek bij de Doema, het Russische parlement, en Baudet noemde Poetin een paar dagen voor de inval nog „een prachtige vent”.
De strijd op rechts lijkt geen duidelijke winnaar te hebben opgeleverd. FVD en PVV komen in de meeste gemeenteraden terecht, met een of enkele zetels. De PVV wint en verliest her en der zetels. „Zowel winst als verlies als stabiele zetelaantallen in verschillende gemeenten”, tweette Wilders woensdagavond. In zijn geboortestad Venlo leed hij een gevoelig verlies: daar lijkt zijn zetelaantal te worden gehalveerd.
Opvallend is dat de nieuwe partij BVNL in een aantal gemeentes zetels lijkt te halen. Wat JA21 niet durfde, is Wybren van Haga, voormalig Kamerlid van de VVD én van FVD, kennelijk wel gelukt.
Teleurstelling bij JA21
In de kleine bruine kroeg waar JA21 zijn Amsterdamse verkiezingsavond houdt, is de teleurstelling merkbaar woensdagavond. Uit de exitpoll van de NOS blijkt om half elf dat de partij in Amsterdam twee zetels houdt, terwijl de partij het in eerdere peilingen veel beter deed. Eerder die avond lijkt Nanninga niet hoog in te zetten als ze zegt: „Als we drie zetels halen, dan zijn we anderhalf keer zo groot, dat zou heel mooi zijn.”
Haar concurrent in deze verkiezingen is niet haar oude partij, FVD, legt ze uit. „Zij hebben zo’n rare afslag genomen, onze achterbannen zijn geen communicerende vaten meer.” Ze beschouwt vooral de VVD als haar concurrent. „Dat hebben we laten onderzoeken.” Ja21 voert in Amsterdam zelfs campagne met de bekende slogan van VVD-Kamerlid Daniel Koerhuis: bouwen, bouwen, bouwen.
De sfeer bij FVD zit er wel goed in. Dat de gemeenteraadsverkiezingen geen grote doorbraak voor FVD betekende, maakte Baudet niet zoveel uit. „Op al die plekken waar we met één zetel, met twee of misschien ergens met drie in de raad komen gaan we bouwen”, zegt hij in zijn toespraak. De zetels moeten een basis zijn waarop „een nieuwe zuil” kan worden gebouwd, denkt Baudet, met scholen, sportclubs en ondernemingsverenigingen speciaal voor FVD’ers.
Door Marike Stellinga en Wouter van Loon
NRC volgde de verkiezingen hier:
Gemeenten
Partijen