Opinie

Medeleven wordt bepaald door onze beeldvorming

Stine Jensen

Een meisje van een jaar of acht, stevig ingepakt tegen de kou, vindt in de vuilniszakken met spullen precies de knuffel die ze zoekt: een grote witte eenhoorn. Blijdschap op het gezicht. Het was een hoopvol beeld uit de uitzending Samen in actie voor Oekraïne voor Giro555, afgelopen maandag. Dat, en het gesprek met de veerkrachtige 12-jarige Oekraïense Victoria met haar hondje Dosia op schoot in een station in Polen, in afwachting van hoe nu verder.

Als mensen verhit debatteren over de vraag waarom er bij de ene actie meer gegeven wordt dan de andere, waarom de ene vluchteling meer waard lijkt dan de andere, dan wijzen ze veelal op een negatieve verklaring: racisme. Toch is er, denk ik, nóg een verklaring voor de nabijheid en betrokkenheid die veel mensen nu voelen. Het kan natuurlijk aan mijn ‘media-dieet’ liggen, waar het Jeugdjournaal en een benefietavond inzitten, maar niet eerder zag ik bij oorlogsverslaggeving, zoveel items over en vanuit het perspectief van kinderen, huisdieren en vrouwen, überhaupt zoveel verslaggeving van één oorlog trouwens. Meeleven wordt het beste opgewekt via kinderen, huisdieren en vrouwen in nood – in die volgorde. Bij de recente machtsovername door de Taliban in Afghanistan zag je vooral beelden van Talibanstrijders en Afghanen in het gedrang bij vliegtuigen; bij een andere grote vluchtelingencrisis, de toestroom uit Afrikaanse landen, zijn het onder meer beelden van anonieme Afrikaanse jonge sterke mannen op de vlucht; familie achterlatend. Mannen op de vlucht dus, terwijl we bij Oekraïne steeds weer horen over mannen die gaan vechten.

Ik dacht aan Denemarken. Hoe zou dat daar gaan met het meeleven? Immers, de Denen hebben afgelopen zomer een strenge en omstreden migratiewet aangenomen. De Deense minister van Immigratie en Integratie, Mattias Tesfaye, zelf zoon van een vluchteling uit Ethiopië, initieerde de wet waarin gesteld wordt dat vluchtelingen moeten worden opgevangen in de eigen regio. In een land dat geleid wordt door een sociaal-democratische minderheidsregering werd de wet met een ruime meerderheid aangenomen. De afschrikwekkende werking die uit moet gaan van de wet, blijkt effectief. Het aantal vluchtelingen daalde van 21.000 in 2015 tot ruim 1.500 in de eerste tien maanden van 2021. Voor zover ik het kan overzien, wordt er sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne in de Deense kranten op dit moment nóg heviger dan in Nederland gedebatteerd over de twee maten-kwestie. En toen was het ineens zover: afgelopen maandag verscheen een klein berichtje op de website dr.dk, dat de eerste Oekraïense vluchtelingen in Denemarken waren gearriveerd, vijfendertig om precies te zijn. Vijfendertig.

Zo hard als het vluchtelingenbeleid in Denemarken is, zo ruimhartig is het Deense cultuurbeleid. Paradoxaal genoeg levert dat dit jaar een steengoede animatiefilm op over het lot van een vluchteling. Als Flee ons één ding leert, dan is het wel dat identificatie met iedere vluchteling mogelijk is, als je het individu er maar uit licht. Cultuur, beeldvorming, media: hoe wij horen en lezen over vluchtelingen is bepalend voor ons gevoel van meeleven. Flee (gemaakt door Jonas Poher Rasmussen) gaat over Amin, een homoseksuele Afghaan, die terugblikt op zijn vlucht uit Kabul als jongen. Het verhaal is waargebeurd, maar de film is een animatiefilm, met af en toe documentairebeelden erin.

De film is, zoals wel vaker bij Deense films, ook een filosofisch onderzoek: wat betekent het om vluchteling te zijn? Amin ligt op een tapijt, de regisseur (zijn vroegere schoolvriend) stelt hem vragen. Zijn eerste vraag aan Amin: wat betekent thuis voor jou? „Dat ik me veilig voel”, antwoordt Amin. Hij gebruikt hier het Deense woord trygt, dat vaak ook wordt gebruikt als een definitie van ‘geluk’, waardoor de Deen meteen weet: aha, hij is nu een van ons. Thuis zijn betekent dat het lijden is gestopt, dat de tijdelijkheid voorbij is. Ook Amin heeft trouwens steeds een huisdier om zich heen, een kat. Voor de beeldvorming van de gastvrijheid van Denen is de film zeer goed te verteren: de jonge Amin krijgt bij aankomst een vriendelijke ontvangst in een land waar hij kan zijn wie hij is.

Uniek is dat Flee bij de Oscars genomineerd is voor zowel beste documentaire, beste niet-Engelstalige film als ook beste animatiefilm, en daarmee meedingt in de categorie fictie én non-fictie. De film verdient alle drie de prijzen, ga hem zien. Als de werkelijkheid te gruwelijk is, dan biedt de verbeelding nog hoop. Zoals het verhaal van Amin of de vondst van een magisch fictiewezen, een eenhoorn in een vuilnisbelt.

Stine Jensen is filosoof en schrijver. Ze schrijft om de week een column op deze plek.