Heerlen kent een cultureel getinte week. Dinsdag presenteerde architecte Francine Houben van architectenbureau Mecanoo haar schetsen voor de uitbreiding van de van voor de Tweede Wereldoorlog daterende bioscoop Royal tot een groot filmcomplex. In Schunck*, een voormalig warenhuis dat ook bekendstaat als het Glaspaleis, startte woensdag een expositie van vroege muurschilderingen van Keith Haring. Poppodium De Nieuwe Nor opende donderdag een nieuwe zaal.
Zo veel reuring in een stad met nog geen 87.000 inwoners, het heeft mogelijk iets te maken met de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen. Maar ook in andere tijden heeft Heerlen de kunsten hoog in het vaandel. De Culturele Lente werd al decennia geleden ingezet, mede om de nog altijd onder de gevolgen van de mijnsluitingen zuchtende plaats te verheffen. „De afgelopen raadsperiode hebben we bijvoorbeeld het budget voor cultuureducatie verdubbeld”, vertelt cultuurwethouder Jordy Clemens, ook lijsttrekker van de SP, al jaren de grootste partij in de gemeente. „Zelf zag ik pas op mijn zestiende voor het eerst de schouwburg van binnen. Maar je gunt het ieder kind om eerder kennis te maken met cultuur en cultuurinstellingen. Het verruimt hun wereld, maakt dat ze ook op andere vlakken hun talenten beter kunnen ontwikkelen. Dat is goed voor de stad.”
Clemens hekelt daarom de enge kijk op cultuur: „Het is ook sociaal beleid. Het kan ook omdat we anders zijn gaan aanbesteden op het gebied van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Geld dat we zo hebben overgehouden bij het ene sociale beleid, zetten we in bij het andere.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/03/data83120676-0855e9.jpg)
Volledig aanbod
Maar zouden die middelen in Heerlen, ook in de top 10 van de meest kansarme gemeenten van Nederland, niet beter besteed kunnen worden? Clemens vindt dat de aanpak op alle fronten plaats moet vinden. Cultuur draagt in zijn ogen ook bij aan cohesie en trots op de stad. „Dat vraagt om een volledig aanbod: makkelijk en moeilijk, makers van naam, talenten en amateurs. Kijk naar het toenemende aantal muurschilderingen in onze gemeente. Daarvoor vragen we wereldberoemde kunstenaars maar ook plaatselijke kunstenaars.”
Niet elke in cultuur geïnvesteerde euro komt ondertussen bij de Heerlenaren terecht. De plaatselijke schouwburg is de bestlopende van de regio en trekt ook mensen uit heel Zuid-Limburg. Clemens ziet dat ook als winst voor de stad: „Voor hun theaterbezoek eten die mensen misschien een hapje in de stad. En die toestroom maakt ook dat je hier producties neer kunt zetten die normaal aan Heerlen voorbij zouden gaan.”
De houdbaarheid van het plaatselijke cultuurbeleid hangt af van de uitslag op 16 maart. De PVV en Forum voor Democratie, goed scorend bij landelijke en provinciale verkiezingen in Heerlen, dingen voor het eerst mee naar raadszetels. Veel van de huidige cultuursubsidies vinden zij weggegooid geld. Mart Bosch, de plaatselijke lijsttrekker voor de PVV, reageert niet op een verzoek om een gesprek, maar het programma van zijn partij is op dit terrein helder. „Geen subsidies meer voor elitaire kunst of overbodige (multi-)culturele projecten”, meldt de relevante paragraaf. „Bescherming van ons eigen erfgoed” staat centraal. „De PVV denkt hierbij bijvoorbeeld aan ondersteuning van onze carnavalsverenigingen, fanfares, harmonieën en schutterijen en onze streektaal.”