Sinds een jaar of tien zingt Lucky Fonz III in het Nederlands. Meer dan ooit is de zanger op zoek naar het kind in hemzelf. Als prille veertiger heeft Lucky (Otto Wichers) de nodige klappen van het leven geïncasseerd. Zijn muziek ademt een magische combinatie van jeugdige naïviteit en volwassen inzicht. Instrumentaal is Hemellichamen soms wat primitief, met oersimpele ritmebox of lang aangehouden akkoorden op het harmonium. Ze passen wonderwel bij de tere observaties van de jongen die zich herkent in een zandkorrel op het strand (‘Ik Ben een Sukkel’) of de man die tegen wil en dank onsterfelijk is geworden (‘De Zender’).
‘Toedeloe’ lonkt naar vroege housemuziek. Samen met het zelfhulpnummer ‘Praat Erover’ voegt Lucky Fonz twee klassiekers van het kaliber ‘Ik Heb een Meisje’ toe aan zijn oeuvre. In ‘De Berg’ kruist de invloed van Franz Schubert zich met die van Daniel Johnston. Het vergt moed om popmuziek te maken die zo schrijnend persoonlijk is.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data83021462-b2d6bf.jpg)