Reportage

Als CDA’ers hem nodig hebben in de campagne, dan is Pieter Omtzigt nog altijd beschikbaar

Het CDA in Tubbergen Het CDA landelijk staat te ver af van de agrarische sector, vinden kiezers in Overijssel. De lokale CDA-afdelingen worstelen daarmee. „Ik ben al blij als we de grootste blijven.”

CDA in Tubbergen en Nederland

CDA in Tubbergen en Nederland

Pieter Omtzigt staat op een parkeerplaats in De Lutte, vlakbij Oldenzaal. Over nog geen twee weken zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Op tafels staan papieren bekertjes met koffie, thermoskannen en plakken boerencake. „Welkom bij deze regiotour”, zegt Harry Nijhuis, CDA-lijsttrekker in gemeente Losser. „We willen graag laten zien dat de lijntjes tussen het CDA en Pieter Omtzigt nog steeds kort zijn. Dat koesteren we.”

Het is het op een-na-laatste bezoek van Omtzigt op deze dag. In het dorp Fleringen had hij ’s ochtends gepraat over het woningtekort, in het dorp Lattrop over de leefbaarheid, en later zou hij over de markt lopen in Oldenzaal. Steeds met CDA’ers: lijsttrekkers en kandidaten voor de gemeenteraad. Maar tot de woorden van Nijhuis had niemand het CDA genoemd, Pieter Omtzigt al helemaal niet. Hij had steeds herhaald dat de dorpen samen moesten optrekken, een plan moesten maken en daarmee naar Den Haag moesten komen om voor hun belangen op te komen. En ook dat hij als enig Tweede Kamerlid uit de regio niet álles kon doen.

In De Lutte mag Omtzigt een bord onthullen door er een groen doek vanaf te trekken. Het is een oproep om een petitie te tekenen om de Betuwelijn niet uit te breiden met de Noordtak. De lijsttrekkers gaan met Omtzigt op de foto.

Hoewel de route door Noordoost-Twente langs vele verkiezingsposters van het CDA leidt, heeft Omtzigt de hele dag nog niemand in CDA-jas of met CDA-folder hoeven zien. Maar amper een halve minuut nadat hij is weggereden: lichte consternatie. Er worden kratten uit auto’s getrokken met CDA-jassen die binnen de kortste keren de parkeerplaats groen kleuren. Een van de aanwezigen plakt een grote sticker met CDA-logo op het bord dat Omtzigt vlak daarvoor onthulde. Nu mag het wel.

Pieter Omtzigt (links) bij de onthulling van een spandoek tegen de Noordtak van de Betuwelijn met Harry Nijhuis, CDA-lijsttrekker in Losser.

Foto Eric Brinkhorst

Onzichtbare campagne

Aan het vertrek van God uit Tubbergen kon de gemeentelijke afdeling van het CDA niet zoveel doen. De kerkbanken bleven leeg, de bankrekening van de parochie ook. Zes van de negen kerken sluiten de komende drie jaar.

Maar toen Pieter Omtzigt in juni van het vorige jaar uit het CDA vertrok, lieten de lokale christendemocraten dat niet zomaar gebeuren. Ze belden en schreven brieven aan de partijtop. Toenmalig interim-partijvoorzitter Marnix van Rij kwam langs. En in augustus, toen Omtzigt in de woonkamer van de Tubbergse CDA-lijsttrekker Christel Luttikhuis (50) zat, werd afgesproken dat hij het lijntje voor het CDA zou blijven naar de landelijke politiek. Hij luisterde altijd goed naar de regio, en dat zou zo blijven.

Luttikhuis: „Hij heeft toen gezegd dat hij voor de gemeenteraadsverkiezingen geen eigen partij zou oprichten. Dat gaf rust.” Er werd een afspraak gemaakt: als CDA’ers hem nodig zouden hebben in de campagne, dan was hij beschikbaar. „Mensen zien hem nog steeds als van ons. Sommige kiezers hebben niet eens door dat hij niet bij het CDA zit. Ik vind het belangrijk om te laten zien dat de lijnen niet zijn doorgeknipt.”

Daar kwam kort geleden wel een voorwaarde bij: Omtzigt wilde niet actief meedoen aan de campagne en ook niet dat CDA’ers in partijjassen zouden komen opdagen. Vlak voor zijn aankomst, tien uur ’s ochtends, werd in het huis van Luttikhuis nog even getwijfeld over het verkiezingsprogramma. Zou dat wel op tafel mogen? Toch maar niet. Een met CDA-stickers beplakte Volkswagen Kever waar de lokale fractie erg trots op is, werd achter een schuurtje – buiten het blikveld van Omtzigt – geparkeerd. Alleen in Oldenzaal had iemand toch een CDA-jas aan. „Ik schrok toch even”, zegt Luttikhuis daar later over. „Maar gelukkig gebeurde er niks.”

Jasper Oude Vrielink (24), vier jaar raadslid, nummer vijf op de lijst in Tubbergen, had het bezoek van Omtzigt geregeld. Hij bewondert het Tweede Kamerlid, hij had geholpen toen Omtzigt zich kandideerde als lijsttrekker en óók campagne voor hem gevoerd voor de Tweede Kamerverkiezingen. „Normaal straalt gedoe in de landelijke partij niet zoveel uit op Tubbergen. Maar dit is anders, nu gaat het over Omtzigt.”

Als er geen file staat, duurt een autorit van het partijkantoor van het CDA in Den Haag naar het gemeentehuis in Tubbergen twee uur en tweeëntwintig minuten – de Duitse grens is maar tien minuten rijden. Maar de afstand tot de landelijke politiek is niet alleen groot, het vóelt ook zo, zeggen CDA’ers in Tubbergen. Ze maken er gebruik van in de campagne.

Hartje Tubbergen in de winterzon.

Foto Eric Brinkhorst

Op een maandagavond begin februari wordt in het raadshuis van Tubbergen overlegd over de campagne. Christel Luttikhuis neemt met de nummer drie (Leon Oosterik) en vier (Frank Oude Breuil) haar agenda door. Een regionale zender wil een filmpje komen maken en stuurde vooraf de vragen. Het CDA mag zelf ook een onderwerp aandragen. „Het noaberschap”, zegt Lutikkhuis. Ze begint er vaak over: het dorpsgevoel, omkijken naar elkaar en „sociale binding”. Oosterik zegt dat ze moet praten over de boeren. „En dan zou ik ook even uitspreken dat je het niet eens bent met hoe landelijk CDA acteert, dat we daar veel discussies met ze over hebben. Je moet aangeven dat we wel het lijntje hebben met CDA, maar dat je wel van mening verschilt.”

Wel de lijn, niet de inhoud. Dat klinkt vaker in de weken voor de campagne in Tubbergen. Aan haar keukentafel zegt Luttikhuis begin maart: „Na Omtzigt is het vertrouwen stuk. Ze doen hun best wel, maar het moet nog blijken of ze echt luisteren. Bij landelijk denk ik soms: ‘Hallo, wij zijn hier ook nog.’ Wij zijn niet alleen goed om stemmen binnen te halen, hè.”

Het is niet dat het contact met landelijk er helemaal niet is. In februari kwam Tweede Kamerlid Hilde Palland langs. Dat wordt gewaardeerd. En begin maart campagneleider en Tweede Kamerlid Derk Boswijk, om te praten over zijn landbouwvisie. Dat bezoek werd nauwkeurig voorbereid op een melkveehouderij. Hoe zit het met de krimp van de veestapel, waar afspraken uit het regeerakkoord toe leiden? Is er nog toekomst voor nieuwe generaties boeren?

Over de plannen van Boswijk werd wantrouwend gesproken. En toen bleek dat Boswijk het bezoek aan Tubbergen wilde afzeggen. Luttikhuis: „Hij zou ons overslaan en dan moesten wij aansluiten bij een bezoek aan Hengelo. Nou, onze appgroep ontplofte bijna.” Boswijk kwam alsnog.

LTO-pet op, CDA-pet af

Ruben Ter Braak (42) wílde niet op de CDA-lijst, maar staat er toch op: als nummer zes. Hij ging overstag omdat er anders in heel Tubbergen geen enkele boer op de lijst zou staan. Ter Braak heeft een vleeskuikenbedrijf – „wat Wakker Dier plofkippen noemt” – waar tot negentigduizend kuikens kunnen staan. Hij is ook vicevoorzitter van boerenlobbyorganisatie LTO in Noordoost-Twente, verantwoordelijk voor beschermde natuurgebieden Natura 2000 en stikstof.

Lees ook: ‘Wij zijn generaties lang zuinig op de natuur geweest en daar moeten we nu voor boeten’

Als hij wordt verkozen, stopt hij bij LTO. Begin maart vertelt hij in een café in Tubbergen dat hij vorig jaar niet op de partij heeft gestemd waar hij zich nu verkiesbaar voor heeft gesteld. „Heel bewust niet, een ander agrarisch geluid in Den Haag leek mij wijsheid. Dat is BBB, dat mag helder en duidelijk zijn.” Hij stelde als voorwaarde dat hij het niet altijd eens hoefde te zijn met het landelijke beleid van het CDA. Dat was geen enkel probleem. „Ik kreeg terug dat het CDA Tubbergen het óók niet overal mee eens is.”

In de tweede week van februari zit Ter Braak aan tafel bij boer Stefan. Er is nog een boer, en meer CDA-kandidaten. Luttikhuis is er ook. Voor haar een schrijfblok, pen in de aanslag. „Ik wil even duidelijk zijn”, zegt Ter Braak aan het begin. „Ik heb nu mijn LTO-pet op en mijn CDA-pet af.” Hij begint over stikstof, over kritische depositiewaarden, over hoe moeilijk boeren het hebben over wat er volgens hem allemaal onlogisch is aan het kabinetsbeleid. Luttikhuis schrijft en schrijft en schrijft.

„Ik heb altijd met Tweede Kamerverkiezingen CDA gestemd”, zegt een boer. „Vorig jaar heb ik BBB gestemd.” Boer Stefan had ook geen CDA meer gestemd. Luttikhuis wil weten waarom. De andere boer: „Gewoon, jullie hebben er geen mensen zitten die durven. Ze denken niet meer nuchter. Je kunt de wereld niet redden in Nederland, als het over stikstof gaat.” Hij praat steeds harder en sneller: „Waarom zijn de Alpen in Oostenrijk geen Natura 2000-gebied? Hadden ze niet alleen van de Veluwe en het IJsselmeer of de Waddenzee Natura-2000-gebied kunnen maken?” Ter Braak: „Het CDA landelijk staat ver af van de agrarische sector.” Luttikhuis: „Ik snap het, het buitengebied voelt zich niet vertegenwoordigd. Er is hier geen BBB, maar wij zijn er wel. Wat kan ik doen?” Stefan: „Misschien moet je je partijnaam veranderen in BBB.”

Als er later op de avond biertjes op tafel verschijnen, begint een van de boeren over Maurits von Martels, oud-Tweede Kamerlid voor het CDA, die in 2017 met voorkeursstemmen werd verkozen. Die stemmen kwamen vooral uit de regio. Hij kreeg niet de portefeuille landbouw. Vorig jaar werd hij op een onverkiesbare plek gezet. „Huichelaars”, zegt Ter Braak. „We hebben allemaal op Maurits gestemd, omdat we een geluid uit Twente wilden, uit de landbouw.”

‘Geluk’ dat BBB niet meedoet

Het CDA in Tubbergen groeit al drie gemeenteraadsverkiezingen op rij: van acht naar tien naar twaalf zetels – de raad bestaat uit negentien zetels. Al twee keer op rij heeft het CDA de absolute meerderheid. Niemand rekent erop dat die ontwikkeling zal doorzetten. Daarvoor is er te veel kapotgegaan, door het vertrek van Omtzigt en door de vervreemding die de Tubbergse CDA’ers voelen met hun partij in Den Haag. Maar het komt ook omdat een nieuwe partij dit jaar meedoet: Keerpunt 22. De lijsttrekker daarvan is lid van de Provinciale Staten. Hij werd verkozen als kandidaat voor Forum voor Democratie, maar splitste zich af en wil zich komend jaar bij de Provinciale Statenverkiezingen aansluiten bij JA21. CDA’ers denken dat die partij kans maakt op zetels.

Bij de Tweede Kamerverkiezingen van vorig jaar kreeg BBB in Tubbergen 6,7 procent van de stemmen, het meeste van alle Twentse plattelandsgemeenten. Dat die partij niet meedoet bij de gemeenteraadsverkiezingen, is voor CDA’ers een opluchting. Luttikhuis: „We hebben geluk. Landelijk zijn we ook veel aan BBB kwijtgeraakt.”

Luttikhuis wil zich niet wagen aan een voorspelling over de uitslag van komende woensdag. Ook niet een beetje? „De verdeling wordt sowieso anders, zeker met een nieuwe partij erbij. Ik ben al blij als we de grootste blijven.”

Jasper Oude Vrielink durft iets verder te gaan: „Ik verwacht niet dat we weer de absolute meerderheid in de raad krijgen.” Ruben Ter Braak: „Het zal nu misschien nog meevallen. Volgend jaar doet BBB mee in alle provincies. Dan gaan we het pas echt voelen.”