Een tomatensoep graag. En een aardappelpreisoep. Lijsttrekkers Marjolein Moorman (PvdA) en Claire Martens (VVD) moeten tijdens het interview in café Tisfris aan de Sint Antoniesbreestraat ook even eten, want zo meteen wacht het volgende debat. De agenda is vol, krankzinnig vol, met soms wel drie debatten op een dag – zo’n beetje iedere sector, belangenvereniging of medium heeft de lijsttrekkers uitgenodigd. De thema’s kunnen soms héél specifiek zijn. „Morgen moeten we in debat over de vraag of de toegangswegen naar festivalparken verhard moeten worden”, zegt Moorman.
Martens: „Ja, en dan heb je nog drie van die stellingen.”
Het humeur van de twee lijsttrekkers lijdt er niet onder, want hun campagnes verlopen tot nu toe gunstig. Als de peilingen kloppen, maken ze allebei een serieuze kans om de tweede partij van de stad te worden, achter D66 of GroenLinks. Of misschien zelfs de grootste. Dat was vier jaar geleden wel anders – met name voor de PvdA, die voor de tweede keer op rij in zetels halveerde.
Moorman (47) werd wethouder Onderwijs en groeide met haar pleidooien voor kansengelijkheid in het onderwijs uit tot misschien wel de bekendste Amsterdamse wethouder. Over landelijke media-aandacht had Moorman de afgelopen maanden niet te klagen, mede dankzij haar boek Rood in Wassenaar. Het zelfvertrouwen is terug bij de Amsterdamse PvdA, een plekje in het nieuwe college ligt voor de hand.
Claire Martens (34) is het nieuwe gezicht in deze campagne. Binnen de VVD geldt ze als een groot politiek talent: pas drie jaar raadslid, nu al lijsttrekker. Dat veel Amsterdammers nog nooit van haar hebben gehoord, lijkt geen bezwaar: de VVD lijkt op hetzelfde aantal zetels af te stevenen als vier jaar geleden onder de veel bekendere Eric van der Burg.
Vier jaar lang voerde de VVD oppositie – en zeker in het begin oogde dat onwennig. Nu hoopt de partij weer aan te schuiven in het college – daar is Martens heel duidelijk over. Ze benadrukt voortdurend dat de VVD „een bestuurderspartij” is. De soms felle oppositionele toon van de afgelopen vier jaar heeft plaatsgemaakt voor een constructieve opstelling.
Wethouder handhaving
Het gesprek is kenmerkend voor hoe de campagne in Amsterdam verloopt – ook al vóór de oorlog in Oekraïne. De middenpartijen doen geen grootse beloftes, tonen veel wederzijds begrip en benadrukken de overeenkomsten in plaats van de verschillen. De toon is beschaafd. Het stevigste verwijt dat Martens de linkse coalitie maakt, is „betutteling”. Als het over veiligheid gaat, een echt VVD-onderwerp, zegt Moorman meteen dat dit „óók een traditioneel PvdA-thema” is.
Martens: „Ja, hier kunnen wij het heel goed met elkaar over vinden.”
Beide partijen steunden de veelbesproken proef met preventief fouilleren van burgemeester Femke Halsema. Een progressieve meerderheid, waaronder D66 en GroenLinks, was tegen: het zou etnisch profileren door de politie in de hand werken en bovendien te weinig opleveren. De PvdA „heeft nooit vanuit een ideologisch standpunt gezegd dat het niet mag”, aldus Moorman.
„We hebben een heftig jaar achter de rug met veel steekincidenten. Ik heb wel eens op een school de messenvangst van de dag gezien. Jonge kinderen dragen die bij zich, deels ook om zich veiliger te voelen. Natuurlijk wil ik niet dat er overal preventief gefouilleerd wordt, het is voor mij een laatste middel, maar ik vind dat de burgemeester de ruimte moet hebben om het te kunnen inzetten.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/01/web-2901binmoorman-web.jpg)
Martens: „Dacht iedereen in de raad er maar zo over. Wij hebben een debat gehad waarin Denk over aardappelschilmesjes die waren gevonden in schoolkluisjes zei: die waren misschien nodig om aardappels te schillen. Dan worden er excuses gezocht als er wapens gevonden worden. Het doet mij pijn dat je in Zuid veiliger over straat kunt dan in Nieuw-West, dat zou niet zo mogen zijn. Er kwamen in de raad ouders uit de Bijlmer inspreken, die zeiden: geef ons alsjeblieft preventief fouilleren.”
Als het aan de VVD ligt, komt er in het volgende college een speciale wethouder voor Handhaving en Veiligheid – net als in Rotterdam. Niet om de burgemeester haar bevoegdheden af te pakken, zegt Martens, maar „om te helpen”. „Een wethouder die meteen de straat op kan als er een regenboogvlag in de hens wordt gestoken.”
„We hebben in Amsterdam een handhavingstekort. Ik woon zelf in De Baarsjes, daar is het op dit moment één grote vuilnisbelt. In Rotterdam zitten afval en handhaving bij dezelfde wethouder. Die kan meteen ingrijpen.”
Succes als een keuze
‘De flanken’ zijn een terugkerend thema in het gesprek. De tijden dat de VVD de meest rechtse partij was in de raad, zijn voorbij: bij de komende verkiezingen dingen zowel JA21 als FVD naar zetels ter rechterzijde van de liberalen. De PvdA heeft een heel peloton ter linkerzijde: GroenLinks, de SP, Bij1 en Denk.
Het gevolg is dat PvdA en VVD naar elkaar toe trekken – óók omdat we „in een periode van grote onzekerheid leven”, zegt Martens. „Mensen zijn hun baan verloren door corona, zijn ziek geworden of overleden. Er is oorlog in Oekraïne. Wat hebben de mensen eraan als wij tegen elkaar gaan staan schreeuwen? We verliezen steeds vaker uit het oog waarom we hier zijn. Er is steeds meer flankpolitiek waar geen Amsterdammer beter van wordt.”
Moorman, lachend: „Vroeger waren wíj de flanken!”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/03/data82767199-ad0608.jpg)
Zijn ze het dan helemaal nergens over oneens? Zeker niet, zeggen Moorman en Martens: hun mens- en wereldbeeld verschilt aanzienlijk. Het huidige stadsbestuur heeft begrippen als groei of succes „een negatief stempel gegeven”, aldus Martens. „In Amsterdam wordt groei vaak aan het grootkapitaal gekoppeld. Dat klopt niet. Economische groei in Nieuw-West is ontzettend noodzakelijk. En wat doen wij? Micromanagen als er drie extra terrastafeltjes neergezet worden. Terwijl dat ondernemers zijn die heel lang gesloten zijn geweest door corona, die schulden hebben. Dat raakt mijn VVD-hart. Achter al die ondernemers zitten gezinnen.”
„Een ondernemer die het goed doet, vond dit college, heeft mazzel gehad. Maar zo iemand heeft er hard voor gewerkt, risico’s genomen, spaargeld opzij gezet.”
Moorman: „Het voorspiegelen van succes als een keuze, dat is waar ik de meeste moeite mee heb bij de VVD. Ik zie in de samenleving steeds meer dat succes als een verdienste wordt gezien, waarmee solidariteit verdwijnt. Want je zegt dan eigenlijk: ook pech is je eigen schuld. En dan is er minder solidariteit nodig.”
Martens: „Waar ík moeite mee heb is dat het nastreven van succes of het bemachtigen van een koopwoning als negatief wordt gezien. Op het stadhuis wordt succes gezien als iets waar je je voor moet schamen.”
Moorman: „Ik vind zeker niet dat mensen zich moeten schamen voor succes, maar vaak is succes ook gewoon mazzel. Is het je eigen verdienste als jouw huis elke dag meer waard wordt zonder dat je daarvoor iets doet? Dan is het toch niet zo gek dat de gemeente via erfpacht een klein deel gebruikt om de stad mooier te maken?”
Fouten toegeven
Claire Martens heeft zich iets voorgenomen: ze wil af van de „actualiteitenpolitiek”. Raadsleden rennen te veel van nieuws naar nieuws, vindt ze, en lijken niet geïnteresseerd in oplossingen. „Het is heel verleidelijk om dat ook te doen, maar ik ga mezelf uitdagen om niet mee te gaan in deze vicieuze cirkel. Politiek draait voor mij niet om online views, het gaat om voortschrijdend inzicht, informatie vergaren, beleid bijsturen. Je wordt nu afgestraft als je van mening verandert, maar je moet durven toegeven dat je fout zat.”
Moorman: „Politiek is defensief geworden, meteen terugduwen als je kritiek krijgt.”
Oké, voor de draad ermee dan: wat hadden Martens en Moorman in de afgelopen vier jaar anders moeten doen?
Had de VVD na de Black Lives Matter-demonstratie op de Dam al vóór het raadsdebat moeten aankondigen dat ze een motie van wantrouwen tegen burgemeester Halsema zou steunen? Martens: „We hebben dat toen als team besloten en ik zou dat zo weer doen. Dat was ook geen kleine actualiteit hè, maar iets heel groots aan het begin van een wereldwijde pandemie.”
De zaak die Moorman „het meeste heeft geraakt”, zegt ze, was de strijd met het islamitische Cornelius Haga Lyceum. Na een waarschuwing van de AIVD voor anti-democratisch onderwijs en radicale islamistische invloeden riepen Moorman en Halsema het bestuur op om af te treden. Het tegenovergestelde gebeurde: het bestuur bleef zitten, en de ouders verklaarden zich solidair. Het leverde Moorman veel kritiek op: ze zou islamitische scholen harder aanpakken dan andere scholen. Later bleken de beschuldigingen van de AIVD onvoldoende onderbouwd – en trad het bestuur alsnog af.
„Die kritiek op mij was een pijnlijke consequentie”, zegt Moorman nu. „Ik realiseerde me heel erg dat dit beeld zou kunnen ontstaan. Alleen: ik wist voor mezelf dat het er niets mee te maken had. Sterker nog: als ik iets niet doe omdat het een islamitische school is, dan behandel ik deze kinderen juist niet hetzelfde. Het heeft me veel pijn gedaan, omdat de kinderen zich met de nek aangekeken voelden. Maar ik had spijt gehad als ik niet had opgetreden. Dan had ik die kinderen pas echt in de steek gelaten.”
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/03/web-0503amstweegesprekv2klein.jpg|//images.nrc.nl/mbcW1wPrkNha3SbkHovGpiEHfvI=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/03/web-0503amstweegesprekv2klein.jpg)
Marjolein Moorman (PvdA)
Marjolein Moorman (47) is sinds 2018 wethouder Onderwijs, Armoede en Inburgering. Daarvoor was ze zes jaar fractievoorzitter van de PvdA. Onlangs schreef ze het boek Rood in Wassenaar over haar jeugd en drijfveren. Moorman is getrouwd en heeft twee dochters.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/03/web-0503amstweegesprekv3kleiner.jpg|//images.nrc.nl/so5TkNZrVaruk4gDZYz5KH6cNwI=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/03/web-0503amstweegesprekv3kleiner.jpg)
Claire Martens
(VVD)
Claire Martens (34) is sinds 2021 lijsttrekker van de VVD. Sinds drie jaar is ze raadslid. Naast haar raadslidmaatschap werkt ze als HR-directeur bij scale-ups. Ze is getrouwd en in verwachting van haar eerste kind.