Bij het Japanse modemerk Comme des Garçons denk je wellicht in eerste instantie aan de theatrale, avant-gardistische, ondraagbare catwalkontwerpen van oprichter en hoofdontwerper Rei Kawakubo, of misschien juist aan de populaire sneakers en T-shirts met het logo in de vorm van een hart met ogen. Margot Werts is vooral geïnteresseerd in wat daar tussenin zit, en wat zij omschrijft als „tijdloze, neutrale, een beetje damesachtige kleding”. „Het lijkt op Dior, maar dan wat nonchalanter. Ik draag al mijn hele leven wijde jarenvijftigrokken zoals een ander spijkerbroeken draagt. Comme des Garçons maakt ze elk seizoen, ik heb ze in allerlei stoffen. Ik heb ook prachtige polyester T-shirts, jurken van tule en wel tien knielange jurken.”
Werts werd op haar zeventiende ontdekt als model. Ondanks dat ze 1,67 was – klein voor een model – woonde en werkte ze al snel in Parijs en Londen. Met haar toenmalige Amerikaanse echtgenoot, die in Nederland een winkelketen had, Salty Dog, verhuisde ze naar Zuid-Frankrijk en vervolgens naar San Francisco en Los Angeles, waar ze American Rag Cie begonnen, net als Salty Dog een keten waar zowel vintage kleding als nieuwe mode werd verkocht. Het echtpaar gold als stijliconen; de Amerikaanse Vogue wijdde in 1994 een uitgebreide reportage aan hun huis en interieur.
Comme des Garçons leerde Werts, die drie jaar geleden terugverhuisde naar Amsterdam, in de jaren tachtig kennen in Japan, waar zij en haar man dertien American Rag-winkels openden. De rechte Japanse pasvorm bleek goed bij haar lichaam te passen. Andere Japanse labels spraken en spreken haar minder aan: „Dan zit er een lap aan de ene kant en een aan de andere kant. Mooi, maar daar moet je groot voor zijn.”
Sieraden erbij, en ik kan ’s avonds in dezelfde kleren uit
Een tijdlang was Werts ook fan van Prada en Dries Van Noten, maar de laatste jaren koopt ze bijna uitsluitend Comme des Garçons. In de VS bij warenhuis Barneys – ze werd gebeld als er nieuwe dingen binnenkwamen – tegenwoordig bij Margriet Nannings en Cowboys to Catwalk in Amsterdam. Elk jaar schaft ze wel iets aan. „Maar nooit impulsief: ik weet van tevoren wat ik wil hebben. En als ik iets niet meer draag, verkoop ik het of geef ik het weg.”
Wat ze ook erg fijn vindt: alles kan in de wasmachine, zelfs de wollen blazers – „de stof is voorgewassen.” En dat maakt Comme des Garçons heel geschikt om in te reizen, zegt ze. „Sieraden erbij, en ik kan ’s avonds in dezelfde kleren uit.”