De aarde verzuipt bijna in plastic, en daar moet zo snel mogelijk een einde aan komen. In de Keniaanse hoofdstad Nairobi hebben woensdag 175 landen een resolutie aangenomen om binnen twee jaar te komen tot een juridisch bindend akkoord dat een einde moet maken aan de enorme hoeveelheid plastic in het milieu. Inger Anderson, directeur van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP), sprak van „de grootste multilaterale milieudeal” sinds het Klimaatakkoord van Parijs in 2015.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data78667139-d726b4.jpg)
„We hebben vandaag geschiedenis geschreven”, zei de Noorse minister van Klimaat en Milieu Espen Barth Eide. Hij was voorzitter van de tweejaarlijkse vergadering van de United Nations Environment Assembly (UNEA), vaak ‘het parlement voor het milieu’ genoemd. Over de resolutie is jaren onderhandeld.
„Plastic afval is uitgegroeid tot een ware epidemie”, zei Eide bij het begin van de onderhandelingen. „Hoewel plastic behoort tot de langst houdbare producten die wij mensen kunnen maken, gooien we het grootste deel gewoon weg.” Uit een onderzoek gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Marine Policy bleek in 2018 dat zelfs op de bodem van de Marianentrog, ruim tien kilometer onder de zeespiegel, plastic zakken zijn gevonden. Ook op de Mount Everest is de vervuiling met plastic enorm.
Slechte afvalverwerking
De OESO, de organisatie van rijke landen, schreef vorige maand in zijn eerste Global Plastics Outlook dat de productie van plastics in de afgelopen twee decennia is verdubbeld tot 460 miljoen ton in 2019. Het grootste deel daarvan wordt gebruikt in de rijke landen. In de Verenigde Staten bedraagt de hoeveelheid plastic afval per hoofd van de bevolking jaarlijks 221 kilo, in Europa gaat het om 114 kilo. Het grootste deel van al dat plastic is nieuw geproduceerd en wordt eenmalig gebruikt, slechts 9 procent is gerecycled materiaal.
De plasticvervuiling komt volgens de OESO vooral door slechte afvalverwerking, met name in ontwikkelingslanden. Een groot deel wordt ongecontroleerd gestort op vuilnisbelten, waardoor het gemakkelijk in het milieu kan terechtkomen. Veel plastic wordt verbrand, in arme landen vaak gewoon in de open lucht.
Microplastics, onder meer afkomstig van synthetisch textiel en slijtage van autobanden, vormen een toenemend probleem, zowel in arme als in rijke landen. De deeltjes, met een doorsnee van minder dan 5 millimeter, zijn in de hele voedselketen te vinden. Over de gezondheidsrisico’s daarvan bestaat nog grote onzekerheid.
Behalve vervuiling veroorzaakt plastic, dat gemaakt wordt van olie, ook veel broeikasgassen. De productie van plastics is nu verantwoordelijk voor zo’n 4,5 procent van de wereldwijde CO2-emissie, meer dan wat de luchtvaart uitstoot. Als de groei in het huidige tempo doorgaat, kan dat aandeel oplopen naar 15 procent, becijferden onderzoekers in het tijdschrift Nature Climate Change.
„Plasticvervuiling is een planetaire crisis die ons allemaal bedreigt”, zei de Rwandese minister van Milieu -Jeanne d’Arc Mujawamariya op de conferentie in Kenia. In Rwanda is het gebruik van plastic zakken sinds 2008 verboden. Samen met Peru heeft het land de woensdag aangenomen resolutie voorbereid. Daarin is afgesproken dat er in 2024 een verdrag ligt waarin landen „de coördinatie en samenwerking versterken en direct maatregelen nemen om plasticvervuiling op de lange termijn uit te bannen”.
Toch is het de vraag hoever het definitieve verdrag zal gaan. De afgelopen dagen bleek in Nairobi hoe lastig de onderhandelingen nog zullen worden. India verzette zich fel tegen het juridisch bindende karakter van het toekomstige verdrag, Japan wilde de resolutie beperken tot de risico’s van microplastics in de oceanen. Sommige landen vonden een verwijzing naar gezondheidsrisico’s onnodig. Die verlangens werden overigens allemaal afgewezen. Wél hun zin kregen de Verenigde Staten en enkele andere landen: een verwijzing naar het gevaar van chemicaliën in plastics werd geschrapt.
Uiteindelijk overheerste in Nairobi tevredenheid. Het mandaat voor de onderhandelingen is krachtiger dan vooraf verwacht. Ook is afgesproken dat de komende sessies de hele plasticketen betreffen; er wordt dus ook gesproken over mogelijke vermindering van de productie. Een vertegenwoordiger van de Amerikaanse plasticindustrie vond dat wel „een kortzichtige benadering”.