Hoe praat je met kinderen over oorlog? Zes tips van de pedagoog

Gesprek Natuurlijk is een gesprek over oorlog met een kind van 8 jaar anders dan met een kind van 16, maar de basis is hetzelfde, zegt Esther van Beekhoven, pedagoog bij het Nederlands Jeugdinstituut. „Wees feitelijk en eerlijk. Stel vragen en sluit aan bij wat je kind al weet.”

Bij de grens met Polen wordt speelgoed uitgedeeld aan gevluchte kinderen.
Bij de grens met Polen wordt speelgoed uitgedeeld aan gevluchte kinderen. Foto Visar Kryeziu/AP

Raken kinderen in Oekraïne hun huis én hun speelgoed kwijt? Komen Russische soldaten ook naar Nederland? Kinderen horen over de situatie in Oekraïne en hebben vragen. Hoe praat je met je kind over de oorlog?

1 Wees feitelijk

Ja, er is oorlog. Maar niet hier. Blijf bij de feiten, zegt Esther van Beekhoven, pedagoog van het Nederlands Jeugdinstituut, het nationaal kenniscentrum over opgroeien en opvoeden. „Zeg: ‘Er is oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Er zijn veel mensen bezig om te zorgen dat het conflict niet groter wordt.’”

Aan jonge kinderen vanaf 6 of 7 jaar kun je op de wereldkaart laten zien waar Oekraïne ligt. Vertel vanuit de belevingswereld van het kind hoe ver weg het is: „Het is een half uur rijden naar opa en oma (en dat vind jij al ver). Oekraïne is vijftig keer zo lang rijden, twee volle dagen in de auto.” Van Beekhoven: „Door de afstand inzichtelijk te maken, beseft een kind dat de oorlog ver weg is en dat het hier veilig is. Je kunt ook samen tellen hoeveel landen er liggen tussen Oekraïne en Nederland. Dat kan geruststellend zijn.”

Feitelijk zijn betekent ook: niet emotioneel. Als een kind zelf zegt dat het zielig is voor mensen in Oekraïne, mag je natuurlijk bevestigen dat het triest is, maar bied ook perspectief. Zeg dat leiders over de hele wereld zoeken naar een oplossing zodat de oorlog stopt. En vertel dat er plekken komen waar gezinnen worden opgevangen en veilig kunnen wonen.

Houd antwoorden op vragen kort en laat details achterwege, zegt Van Beekhoven. „Een bondig antwoord is vaak voldoende. Laat een stilte vallen zodat het kind de informatie kan verwerken en check daarna of het inderdaad voldoende is zo of dat hij nog meer vragen heeft.” Online is goed lesmateriaal te vinden om over deze oorlog te praten. Zo heeft de Universiteit Utrecht een lesbrief opgesteld voor leraren, ook bruikbaar voor ouders. Op de website goedemorgenopschool.nl staat ook goed materiaal (beide gratis).

Plaatselijke militant draagt een kind terwijl hij een vluchtend gezin over een door artillerie verwoeste brug helpt, in de buitenwijken van Kiev, Oekraïne. Foto Emilio Morenatti/AP

2 Check of je kind bang is

„Jonge kinderen kunnen angst en spanning vaak niet onder woorden brengen, dus dan zie je het aan gedrag”, zegt Van Beekhoven. Signalen zijn: moeilijker in slaap komen, teruggetrokken zijn, veranderend eetgedrag, boosheid, aanhankelijk gedrag, paniekerig reageren. Ga na of dit met de oorlog te maken heeft door je kind ‘te ondertitelen’: benoem het gedrag dat je ziet en vraag wat er is: ‘Je bent stil terwijl je normaal veel praat, hoe komt dat?’”

Lukt praten niet (met jonge kinderen), dan kun je ook op een andere manier je kind helpen om dit nieuws te verwerken: laat het tekenen of krassen op een groot stuk papier. Scheuren, krassen en knippen helpen soms om te gaan met stress.

3 Wees eerlijk

„Geef eerlijk antwoord. En als je het antwoord op een vraag niet weet, stel dan voor om samen op zoek te gaan, bij een betrouwbare bron.” Met basisschoolkinderen kun je samen kijken naar het Jeugdjournaal, daar worden de feiten op een duidelijke manier gebracht en op het niveau van kinderen. „Het leeftijdsadvies is vanaf negen jaar. Schat van tevoren in of je kind de beelden aankan. Praat samen over wat je ziet en wat het met je kind doet.”

Sommige kinderen worden juist onrustig van het nieuws. Sla het Jeugdjournaal dan over. Het is ook prima om een kind te leren dat het zich mag afsluiten voor het nieuws. Leg je kind dan ook uit hoe het op school of tegen een vriend of vriendin kan zeggen dat het over iets anders wil praten.

4 Stel vragen

Ga na wat je kind al weet. Vraag of er op school iets uit het nieuws is besproken of wat het heeft gehoord. Van Beekhoven: „Sluit qua taal en informatie aan bij wat je kind al weet en stel vragen: ‘Wat zeggen kinderen op het schoolplein precies? Hoe voel jij je hierover? Wil je er meer over weten?’ Maak duidelijk dat je kind met al zijn vragen bij jou terechtkan.”

Als ouder denk je misschien: als ik de oorlog bespreek, wordt mijn kind juist angstig. „Dat is een vergissing. Een kind vangt sowieso flarden op van het nieuws, via een tv die aanstaat of een gesprek tussen ouders op het schoolplein of langs het voetbalveld. Door er samen over te praten, zorg je ervoor dat je kind niet zelf conclusies trekt. Kinderen hebben een levendige fantasie, het is goed om als ouder te zorgen voor uitleg.”

Oekraïense kinderen krijgen speelgoed van Slowaakse vrijwilligers bij de grens met Slowakije. Foto Peter Lazar/AFP

5 Kies een goed moment

Zorg dat je na het gesprek met je kind iets actiefs kan doen – ga voetballen, een hut maken of samen een stukje fietsen. Bewegen helpt om emoties los te laten. Van Beekhoven: „Je kunt het gesprek ook voeren terwijl je samen een stukje fietst. Je hoeft er niet voor te gaan zitten.”

Als je zelf erg ongerust bent, zorg dan dat je die emotie onder controle hebt voordat je begint aan het gesprek met je kind. „Bel een vriend of praat met je partner.”

Een gesprek over oorlog voer je liever niet voor het slapengaan. „Als je kind er in bed zelf over begint, besteed er dan wel op dat moment aandacht aan. Lees na het gesprek een extra boekje voor. Rust in het hoofd is belangrijk voor de nacht”, zegt Van Beekhoven.

6 Laat je kind helpen

Kinderen willen helpen. Al vanaf peuterleeftijd leren kinderen zich verplaatsen in anderen en identificeren ze zich met het lot van andere kinderen. Als een kind leert dat huizen in Oekraïne worden verwoest, vraagt het misschien: ‘Is al hun speelgoed dan ook stuk?’ Van Beekhoven: „Vertel over inzamelingsacties die ervoor zorgen dat kinderen op een nieuwe plek weer speelgoed hebben. Misschien willen ze daaraan bijdragen door speelgoed of knuffels te geven. In de ogen van volwassenen voegt het misschien niet veel toe, maar daar gaat het niet om, het geeft een daadkrachtig gevoel. Iets positiefs doen geeft grip op de situatie.”

Kinderen kunnen gevoelens van onrecht en machteloosheid ervaren. Soms helpt het om ze te stimuleren daar iets mee te doen: een inzamelingsactie organiseren, een gedicht schrijven, een spreekbeurt voorbereiden, auto’s wassen, koekjes bakken en verkopen en de opbrengst aan Oekraïense families schenken. „Ze hoeven niet iets nieuws te bedenken. Aansluiten bij bestaande initiatieven is ook goed, zoals dat er nu voedselpakketten worden meegegeven aan vrachtwagenchauffeurs.”