Op de laptop van journalist Gerard Janssen prijkt een sticker met het logo van de Amerikaanse inlichtingendienst NSA. „Monitored device” staat erop, dit apparaat wordt in de gaten gehouden. Een grap, maar met serieuze ondertoon: hackers houden er constant rekening mee bespioneerd te worden. Ook Janssen werd steeds achterdochtiger tijdens het schrijven van zijn boek Hackers, waarin hij een diepe duik neemt in de internationale hackerswereld. Meer dan eens stuitte hij op gevoelige informatie.
Zoals die keer dat hem ter ore kwam dat Nederlandse hackers toegang hebben gehad tot het Twitteraccount van de toenmalige Amerikaanse president Trump. Het artikel dat hij over de hack schreef voor Vrij Nederland werd wereldnieuws, maar leidde ook tot kritiek van collega’s. Techjournalisten suggereerden dat zijn bron de hack uit z’n duim had gezogen. Uiteindelijk concludeerde het Openbaar Ministerie dat de ethische hacker over wie Janssen schreef inderdaad een kwetsbaarheid in het account van de toenmalige president had blootgelegd, waarna ook de kritische collega’s het aandurfden om over de hack te berichten.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/09/anp-422503123.jpg)
Zijn fascinatie voor hackers begon met een zoektocht naar „goede verhalen”, vertelt hij. „Hackers zijn toch een beetje de Batmans van het internet. Door hun technische vaardigheden lijken ze superkrachten te hebben. Net als Batman opereren ze vaak in een juridisch grensgebied, worden ze slecht begrepen door de massa, maar zijn ze toch overwegend bezig de wereld veiliger te maken.”
Van nature argwanend
De Russische invasie in Oekraïne houdt ook zijn bronnen bezig. Janssen is onder meer verbonden aan het Dutch Institute for Vulnerability Disclosure (DIVD), een groep vrijwillige hackers die waakt over het Nederlandse gedeelte van het internet. Via hun chatgroep blijft hij goed op de hoogte van de laatste hackersnieuwtjes rond Oekraïne. Voor zover hij weet kent hij geen hackers die gehoor hebben gegeven aan de oproep van hackerscollectief Anonymous om Russische doelen aan te vallen. „Ervaren hackers zijn van nature argwanend. Zij zien direct de consequenties van zo’n oproep. Als je bijvoorbeeld de vitale infrastructuur van Rusland aanvalt, dan raak je ook burgers. En je loopt de kans dat Rusland dat ziet als oorlogsdaad, en wil terugslaan. Bovendien is hacken nog steeds strafbaar, en kan je in de problemen komen als je Russische websites platlegt.”
De Oekraïense regering riep buitenlandse hackers kort nadat Rusland het land binnenviel op, om de infrastructuur van het land te verdedigen tegen Russische digitale aanvallen. Hackers konden zich melden op een openbaar Instagramkanaal. Maar ook die oproep stuit bij zijn bronnen op argwaan. „Bij zo’n Telegramkanaal denken echte hackers meteen: dit zou een ‘honey pot’ kunnen zijn, een valstrik voor hackers. Ze willen altijd hun identiteit beschermen. Bovendien hebben zich natuurlijk veel journalisten aangemeld voor die groep, dus kan hij worden gebruikt om de publieke opinie te bespelen. Een hacker vraagt zich altijd af: wat zit hierachter?”
Janssen toont in zijn boek overtuigend aan dat de wereld ethische hackers nodig heeft. De beveiliging van het internet hangt af van hun vaak vrijwillige arbeid. Neem de Nederlandse hackers van het DIVD, die in hun vrije tijd op zoek gaan naar kwetsbaarheden bij bedrijven en overheden, en zo cybercrime en spionage voorkomen. „Sommigen werken in de beveiligingsindustrie. Maar hun werk voor de DIVD is non-profit en doordrongen van een diep verantwoordelijkheidsgevoel.”
Janssen, die in een vorig leven deel uitmaakte van het dj-duo Easy Aloha’s, vergelijkt hackers weleens met de technici op een festival. „Zij houden backstage de boel draaiende. En zij hebben een heel andere beleving van het festival dan de artiesten en de bobo’s die ook backstage rondlopen.”
Zorgen over veiligheid
Uiteindelijk nam Janssens zoektocht naar „goede verhalen” een beangstigende afslag. „Het kan gevaarlijk zijn om echt achter de schermen te kijken. Toen ik met het verhaal over Trumps Twitteraccount bezig was, kreeg ik het bewijsmateriaal van hacker Victor Gevers, zodat hij zijn computer kon wissen. Als journalist zou ik meer bescherming hebben. Toen ging ik me wel zorgen maken over Victor. Er verdwijnen mensen in deze wereld. Het was verkiezingstijd en ik wist niet waar de omgeving van Trump of de Amerikaanse veiligheidsdiensten toe in staat waren.”
De sticker van de NSA op zijn laptop heeft dan ook een dubbele betekenis. „Ik heb geleerd van Gevers, die zelf vaak expres met Gmail communiceert, zodat volgens hem de NSA kan meelezen: soms moet je ze laten meekijken, dan kunnen ze in ieder geval zien dat je goede bedoelingen hebt.”