Nu de invasie in Oekraïne is losgebarsten, zitten we in een metaoorlog. Zodra je je telefoon opent, ben je ooggetuige en zit je er middenin. Kom meevechten – op afstand. De realtime oorlog kwam er dankzij CNN en de Golfoorlog. En de online informatieoorlog woedt al sinds Russische internettrollen zich op de VS en Europa stortten. Maar er is nog een niveau hoger. De metaoorlog.
De tijdlijnen van TikTok, Instagram, Telegram, Twitter en Facebook tonen de frontlinie van minuut tot minuut. Militairen, burgers en journalisten delen filmpjes van gevechten.
De ene video toont gekeuvel tussen een gestrande Russische tank en een voorbijganger. Een andere tweet laat de conversatie horen tussen vijanden, net voordat ze elkaar de dood injagen. Gesneuvelde soldaten en burgerslachtoffers krijgen meteen een gezicht, een naam, een leven. Personificatie is een machtig wapen, al grenst het soms aan propaganda.
Dat de wereld rechtstreeks getuige is van een oorlog is niet nieuw. Maar dankzij internet kunnen we er ook meteen aan deelnemen. De Oekraïense regering zoekt bondgenoten. Huurlingen om het land te verdedigen, fysiek én digitaal. Er wordt een vrijwilligersleger samengesteld om alles wat Russisch en militair is te hacken en op afstand uit te schakelen.
Hackersgroepen werpen zich in de strijd – collectief Anonymous verklaart Poetin de oorlog, ransomwaregroepen uit Rusland scharen zich eerst achter hem, en dan weer niet.
Er worden lijsten met tactische aanvalsdoelen gedeeld en allerlei successen geclaimd: een gehackt luxejacht, afgeluisterd militair radioverkeer, gekaapte benzinepompen, platgelegde treinen en wapenfabrikanten. Wat er van klopt, is onduidelijk.
Je hoeft geen ervaren hacker te zijn om mee te vechten. Iedereen met een computer of telefoon kan meedoen. Een Oekraïense cyberexpert vraagt via LinkedIn om hulp. Hij zoekt contact met YouTube om de videokanalen van Russische media te blokkeren. Die verspreiden nepnieuws, zegt hij. Google, het bedrijf achter YouTube, schakelt aanvankelijk niet de kanalen zelf uit, maar snijdt hun de advertentie-inkomsten af.
Er is verzet: als YouTube zelf niet besluit wat echt is en wat nep, dan moet het YouTube-algoritme overtuigd worden. Als er genoeg mensen zijn die deze kanalen rapporteren als ongepast, dan blokkeert YouTube ze vanzelf.
Peter Lahousse – in het dagelijks leven politieagent – ronselt vrijwilligers op cybercrimeinfo.nl: „Stop desinformatie van het Russische regime! Doe mee aan deze volkomen legale DDos-aanval!”, schrijft de Nederlander, met een gebruiksaanwijzing erbij.
In deze oorlog versmelten de fysieke en de digitale werkelijkheden met elkaar. Mark Zuckerberg hoeft zijn metaverse helemaal niet meer uit te vinden. Het is er al.
Elke kijker kan met een paar muisklikken parttime partizaan worden; door te helpen zand te strooien in de motor van de propagandamachine, of door bitcoins of andere cryptovaluta over te maken naar Oekraïne.
Zolang de verbindingen in de lucht blijven, zit de wereld gevangen in een bloedstollend realistische game. Telecombedrijven beloven gratis telefoonverkeer naar Oekraïne, Elon Musk stelt zijn internetsatellieten ter beschikking.
Google toont geen liveverkeer meer op Google Maps in Oe-kraïne, om troepenbewegingen niet te verraden. In de metaoorlog kan verkeersinformatie een kwestie van leven of dood zijn.
Daar sta je dan, in je ochtendfile.
Tussen de over elkaar buitelende nieuwsupdates, analyses, toespraken, geschokte reacties, vluchtelingenverslagen en burgerprotesten tonen de tijdlijnen nog steeds foto’s van katten en sportwedstrijden en maaltijden en carnaval. En leg je je telefoon even neer, dan schijnt gewoon de zon.
Nog wel.