Herstel én energietransitie Italië onder druk door Oekraïne-crisis

Russisch gas Geen enkele grote Europese lidstaat is voor gas zo afhankelijk van Rusland als Italië. Premier Draghi overweegt de kolencentrales langer open te houden, maar dat zou dan weer een rem zetten op de energietransitie.

Italië heeft een reden om extra bezorgd te zijn om de Russische oorlog in Oekraïne, en die reden heet gas. Rome voert 45 procent van zijn gas in vanuit Rusland, maar dat percentage zegt niet alles. De gasimport weegt zwaarder door in de Italiaanse energiemix dan in andere Europese landen. Dat maakt Italië afhankelijker van gas uit Rusland dan bijvoorbeeld Duitsland, hoewel dat 55 procent Russisch gas invoert. Volgens onderzoek door het Instituut voor Internationale Politieke Studies (ISPI) is geen enkele grote Europese lidstaat zo kwetsbaar als Italië. Anders dan Frankrijk, dat ook sterk leunt op kernenergie, heeft Italië al jaren geen eigen kerncentrales meer. „En Spanje is dan weer verder met hernieuwbare energie”, zegt Eleonora Tafuro Ambrosetti, onderzoeker Rusland bij het ISPI.

Die energietransitie dreigt in Italië ook nog eens te worden afgeremd, als het land de zeven kolencentrales die tegen 2025 zouden sluiten, toch langer openhoudt. Premier Mario Draghi noemde dat vrijdag als tijdelijke oplossing om de gevolgen van de Russische oorlog in Oekraïne op te vangen. De Italiaanse regering overweegt ook nog andere opties, zoals meer gas afnemen van zijn overige leveranciers, zoals de VS, Azerbeidzjan of Algerije.

De Italiaanse premier erkende dat hij vreest voor de gevolgen van sancties tegen Rusland voor de eigen economie. Ook vóór de Russische invasie in Oekraïne stegen de energieprijzen deze winter al fors in Italië, waar de regering volgens financieel persbureau Bloomberg al zo’n 16 miljard euro uittrok om de prijsstijgingen voor Italiaanse bedrijven en gezinnen te verzachten. Onlangs nog wierpen vrachtwagenchauffeurs in Italië een wegblokkade op tegen de hoge brandstofprijzen, en toen was Rusland nog niet eens Oekraïne binnengevallen.

Pasta en brood

Italië maakt zich niet alleen zorgen om gasleveranties en stijgende energieprijzen. Het land importeert ook veel graan uit Oekraïne. Daardoor dreigen niet alleen pasta en brood duurder te worden, maar kunnen door de hogere brandstofprijzen straks ook andere levensmiddelen een stuk meer gaan kosten.

Na twee jaar pandemie klautert Italië, de derde grootste economie van de eurozone, nog maar net uit de coronarecessie. Ook daarom baren de stijgende energieprijzen grote zorgen, zegt de Italiaanse onderzoeker Giovanna De Maio, verbonden aan de George Washington University, aan de telefoon. „De vrees is dat de prijsstijgingen het voorzichtige economische herstel in Italië dreigen af te vlakken.” Het gaat recent dan wel beter met Italië, maar de toestand blijft precair. De staatsschuld bungelt nog altijd rond 150 procent, en Italië blijft kwetsbaar voor inflatie.

Wat Rusland betreft, reiken de zakelijke banden veel verder dan gas

Italië bevindt zich bovendien sinds het begin van de crisis rond Oekraïne in een vreemd soort spagaat. De Russische gasleveranties zijn uiterst belangrijk voor Italië. Tegelijkertijd zal het land de komende jaren zeer sterk leunen op Europa, als een van de belangrijkste begunstigden van het Europese herstelfonds na de pandemie. Omdat de Italiaanse economie zo buitengewoon hard werd geraakt, besloot Rome alle beschikbare subsidies en leningen uit dat herstelfonds op te nemen. Opgeteld gaat het de komende jaren om 205 miljard euro.

Wat Rusland betreft, reiken de zakelijke banden veel verder dan gas. Ook heel wat private Italiaanse bedrijven hebben grote zakelijke belangen in Rusland, zegt Rusland-onderzoeker Eleonora Tafuro: „Bandenspecialist Pirelli heeft er twee fabrieken, en heel wat bedrijven in het mkb uit de noordelijke streken Veneto en Lombardije exporteren machines naar Rusland.”

Verder zijn voeding, meubels en mode belangrijke Italiaanse exportproducten, maar die export kreeg al een dreun na de Russische annexatie van de Krim in 2014. In het geval van voeding was dat door de Russische tegensancties, voor mode en meubels had dat meer te maken met een kleinere vraag, als gevolg van de gekrompen koopkracht van de Russische middenklasse.

Sympathie van links en rechts

Ook historisch gezien bestaat er tussen Rusland en Italië een emotionele band. Tot 1991 had Italië de grootste communistische partij in het Westen. Een deel van de Italianen ter linkerzijde bleef Rusland zien als erfgenaam van de voormalige Sovjet-Unie, en als een alternatief voor de hegemonie van de Verenigde Staten. Maar Rusland kon recent ook rekenen op sympathie van rechts in Italië, zoals de radicaal-rechtse populist Matteo Salvini, de leider van de Lega-partij, die in Draghi’s regering zit. In het verleden stak Salvini zijn bewondering voor Vladimir Poetin bepaald niet weg. Maar „wie raketten afvuurt, heeft ongelijk”, zegt Salvini nu.

Maar ondanks pro-Russische sympathieën in partijen als Lega en, al was dat minder uitgesproken, in de anti-establishmentbeweging Vijf Sterren, heeft Italië zich in het verleden inzake Rusland nooit geïsoleerd. Ook met de Lega in de regering stemde Italië altijd vóór de verlenging van sancties tegen Rusland na de annexatie van de Krim, benadrukt Tafuro: „Een Italiaanse politicus zei me ooit: het narratief verandert mee met wie er in de regering zit, maar het regeringsbeleid wijzigt niet.”

Zeker in deze extreme situatie, waarin Poetin een ander, soeverein land militair is binnengevallen, staat buiten kijf dat Italië zich strak op de lijn van de EU en de NAVO positioneert. Hoewel Italië, net als onder meer Duitsland, eerst nog op de rem stond om het Swift-wapen tegen Rusland in te zetten, ging Rome uiteindelijk ook daarmee akkoord. Italië benadrukte ook nog dat het „geen uitzonderingspositie” had proberen te verkrijgen in de westerse sancties. Vermoedelijk was dat een reactie op een niet gestaafd gerucht, verspreid door de Britse krant The Telegraph, dat Italië zijn luxegoederen uit de sancties had proberen te houden.