Ontstaan in Nederland ‘nieuwswoestijnen’?

Lokale media Hoe kleiner de gemeente, hoe minder media-aandacht er is voor gemeentepolitiek. Lokale media hebben het moeilijk, en vragen om steun. „Op een bepaald moment moet je als gemeente verantwoordelijkheid nemen.”

De opnamestudio van streekomroep ZuidWest in Bergen op Zoom.
De opnamestudio van streekomroep ZuidWest in Bergen op Zoom. Foto Merlin Daleman

Het begon eind jaren zestig met een carnavalsoptocht die wel te horen was, maar niet te zien. Bewoners van het Algemeen Burger Gasthuis in het centrum van Bergen op Zoom hoorden de stoet voorbij trekken, maar konden de parade door de hoge ramen van het verpleeghuis niet zien. Het ABG vroeg de lokale filmclub in 1969 om opnames vanaf het dak van het verpleeghuis te maken om die te vertonen aan de patiënten, zodat ze zo alsnog mee konden kijken.

Ruim een halve eeuw later staat Maarten van den Boom aan het hoofd van de streekomroep waar toen het fundament voor werd gelegd. „Ik heb van mijn vaders hobby mijn werk gemaakt”, vertelt hij tussen de camera’s aan de talkshowtafel van de omroep. Het waren zijn vader en oom die 53 jaar geleden al snel hun opnames in andere gezondheidsinstellingen in de regio gingen vertonen.

Zie lokale journalistiek als een merit good, net als het zwembad of de bieb

Streekomroep ZuidWest – negen voltijdsbanen verdeeld over dertien betaalde medewerkers – doet ertoe, zegt hoofdredacteur én directeur Van den Boom. In een hoek van de studio staat de desk voor het dagelijkse nieuwsprogramma, naast een tv-keuken dat als decor dient voor Cocktail, een populair praatprogramma in de geest van Koffietijd. In twee radiostudio’s nemen de vrijwilligers, het zijn er zo’n honderddertig, ’s avonds hun programma’s op om ze de volgende dag uit te zenden. Een nieuwsredactie rond de betaalde krachten voedt de programma’s en een internetsite met het laatste nieuws uit de streek.

Eén artikel in de maand

Niet in alle gemeenten gaat het goed met de lokale media. De grootste vrees is dat er in delen van Nederland ‘nieuwswoestijnen’ ontstaan, gebieden waar het lokale bestuur helemaal niet meer wordt gecontroleerd door de journalistiek. In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen onderzocht NRC hoeveel artikelen er de afgelopen vier jaar over de lokale politiek van de 352 gemeenten van Nederland gingen. Daarvoor werden databanken van ArtikelPro geraadpleegd, een bedrijf dat artikelen verzamelt en naar eigen zeggen het meest complete beeld van Nederlandse printmedia heeft, van huis-aan-huisbladen en vakbladen tot landelijke en regionale kranten.

Nieuwswoestijnen, waar verslaggeving over gemeentepolitiek totaal ontbreekt, heeft Nederland niet. Maar vooral in kleine gemeenten lijkt de journalistieke controle wel steeds verder op te drogen. Gemeenten met meer dan 100.000 inwoners kunnen rekenen op ruim twee keer meer aandacht van de pers: bijna zes artikelen per maand in de grote gemeenten, versus gemiddeld 2,5 artikel per maand in gemeenten met minder dan 50.000 inwoners. Huis-aan-huisbladen zijn belangrijker voor de nieuwsvoorziening in kleinere gemeenten dan in grote of middelgrote gemeenten. Ook regionale gedrukte publicaties hebben méér aandacht voor de grote én middelgrote steden.


Online bronnen worden bijgehouden door ArtikelPro, maar in hoeverre die verzameling compleet is, is lastig te zeggen. Opvallend is wel dat verslaggeving over lokale politiek in kleinere gemeenten relatief vaker uit gedrukte bronnen komt (62 procent digitaal) dan in de grotere gemeenten (74 procent digitaal). Bijna een kwart van alle digitale artikelen over gemeenteraadspolitiek gaat over de 32 grootste gemeenten. In Renswoude (5.550 inwoners in Utrecht) werden het minste artikelen over de gemeenteraad aangetroffen. In de afgelopen vier jaar minder dan een artikel in de maand – print en online media samen. Inwoners van de Zuid-Hollandse gemeente Hardinxveld-Giesendam zagen artikelen in de gemeenteraad bijna alleen uitsluitend in het lokale huis-aan-huisblad voorbij komen.


Niet dood, wel bijna

Al jaren stemt de staat van de lokale media tot somberheid. Vooral in de kleine gemeenten gaat het niet goed, concludeerde ook de Raad voor Cultuur en de Raad voor het Openbaar Bestuur in een omvangrijk onderzoek uit 2020. De informatievoorziening is daar „bleekjes” en lokale media slagen er in de regel niet in „het lokale bestuur of andere invloedrijke spelers te controleren”. Het beeld: „De lokale media zijn beslist niet dood, maar er is wel reden voor grote zorgen.”

Het schort vooral aan kritische, agendazettende en duidende journalistiek in de kleinere gemeenten, zegt de Leidse hoogleraar Journalistiek en Nieuwe Media, Jaap de Jong. „Als je alle artikelen gaat optellen lijkt het nog heel wat.” Maar bij nadere inspectie bevatten lokale media persberichten die letterlijk doorgeplaatst zijn en is het nieuws vooral knip-en-plakwerk. Huis-aan-huisbladen bestaan dikwijls voor meer dan de helft uit advertenties: de gemeente is met zogenaamde ‘raadspagina’s’ dikwijls een grote bron van inkomsten. „De etalages lijken vol”, zegt De Jong. „Maar als je de winkel binnenloopt zie je veel lege dozen in de schappen staan.”

De oorzaak is bekend. „Je ziet in alle onderzoeken naar lokale en regionale pers de cijfers vanaf 2000 naar beneden gaan: oplages en het aantal professionele journalisten dalen. Dat had alles te maken met het wegvallen van lokale advertentie-inkomsten en de opkomst van grote aggregatiewebsites. En niet in de laatste plaats doordat er steeds meer ‘gratis’ nieuws te vinden was, waar niet voor betaald hoefde te worden terwijl het wel degelijk een prijs had.”

Ook lokale omroepen hebben moeite om hun begrotingen rond te krijgen. Zij kunnen aanspraak maken op een subsidie van 1,34 euro per huishouden uit het gemeentefonds. Het Commissariaat voor de Media, dat de licenties voor de lokale omroepen verleent, ziet veel omroepen worstelen om de begroting rond te krijgen. Ook streekomroep ZuidWest haalde tot voor kort zo’n tachtig procent van de inkomsten „uit de markt”, zegt directeur Van den Boom. „Het is natuurlijk heel krom dat wij een publieke omroep zijn, maar we niet volledig publiek gefinancierd worden.”

Maarten van den Boom is hoofdredacteur en directeur van streekomroep ZuidWest.
Foto Merlin Daleman
Maarten van den Boom, hoofdredacteur en directeur van streekomroep ZuidWest.
Foto Merlin Daleman
Maarten van den Boom is hoofdredacteur en directeur van streekomroep ZuidWest.
Foto’s Merlin Daleman

Verantwoordelijkheid nemen

Vertrouwen van burgers in de politiek begint op lokaal niveau, zegt media-onderzoeker Nel Ruigrok, verbonden aan de Erasmus Universiteit. „Uit onderzoek dat wij deden in negen gemeenten blijkt dat mensen die de lokale media volgen trouwer stemmen en minder extreem. Door het volgen van lokale media zien mensen hoe dingen werken, dat ook in de politiek fouten gemaakt worden en dat er geen sprake is van grote complotten. Lokale journalisten zijn daarvoor nodig, om te schrijven over zaken waar landelijke media logischerwijs niet aan toekomen.”

Gemeenteraden beginnen zich zorgen te maken over de verschraling van de lokale media, ziet De Jong, die via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) lokale besturen adviseert over hun mediabeleid. „Gemeenten krijgen steeds meer verantwoordelijkheden, maar zien niemand op de tribune zitten en geen berichten in de media verschijnen.”

Overheden zoeken daarom naar manieren om de lokale journalistiek te financieren, zonder de onafhankelijkheid van de media aan te tasten. Eén route is het oprichten van mediafondsen. Gemeenten als Leiden en Arnhem staken tonnen in fondsen, vaak bedoeld om de lokale onderzoeksjournalistiek te subsidiëren. Een apart bestuur beslist over de aanvragen. Een „ontroerende paradox”, zegt De Jong: wethouders die later de maat genomen wordt door journalisten die betaald worden uit een fonds dat ze zelf hebben opgericht. „Maar dat begrijpen ze ook. De analyse is nu echt: op een bepaald moment moet je als gemeente verantwoordelijkheid nemen.”

De desk van het dagelijkse nieuwsprogramma van streekomroep ZuidWest in Bergen op Zoom.
Foto Merlin Daleman
De desk van het dagelijkse nieuwsprogramma van streekomroep ZuidWest in Bergen op Zoom.
Foto’s Merlin Daleman

Vijf banen op de tocht

Het kabinet Rutte-IV nam in het regeerakkoord een paragraaf op over de versterking van de lokale journalistiek, in lijn met het advies van de Raad voor Cultuur en de Raad voor Open Bestuur. Ze komen neer op een flinke stelselwijziging: de financiering van de lokale omroepen moet omhoog én niet langer via het gemeentefonds lopen, maar rechtstreeks via de Rijksoverheid. De Jong: „Je moet je afvragen of die 1,34 euro per huishouden voldoende is. Als we een gezonder medialandschap willen, moeten we de komende jaren een vast bedrag uittrekken voor het stimuleren van de lokale journalistiek.” De brancheorganisatie voor de lokale omroepen, de Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NLPO), wil dat de circa 240 lokale omroepen de komende jaren fuseren tot tachtig professionele streekomroepen, die gebieden van rond de 200.000 inwoners bedienen. Als de basisfinanciering dan omhoog gaat, moeten er sterke lokale omroepen ontstaan.

Het landelijke beleid laat volgens hoogleraar De Jong nog wel even op zich wachten. Tot die tijd is de gemeente aan zet. „Voordat het zover is zou ik wel in een gemeente willen wonen die lokale journalistiek ook belangrijk vindt. Lokale journalistiek moet je zien als een merit good, net als het zwembad of de bibliotheek. Die kan je nooit financieel rendabel krijgen, maar het is zo belangrijk voor een gezonde stad dat de gemeente dat tot op zekere hoogte subsidieert.”

Omroep ZuidWest heeft geen tijd om te wachten op het landelijke beleid. Dat het de omroep nu journalistiek voor de wind gaat, heeft vooral te maken met extra geld dat het vorige kabinet onder mediaminister Arie Slob (ChristenUnie) beschikbaar stelde voor de professionalisering van de lokale omroepen. ZuidWest kreeg zo’n drie ton waarmee Van den Boom twee camera-journalisten, een bureauredacteur en een Ombudsman voor inwoners kon aanstellen. „Onze productiviteit ligt veel hoger en ik merk dat we serieuzer genomen worden. We zijn er altijd en we hebben veel meer tijd om door te vragen en net iets verder te gaan. Aan feel good-journalistiek heeft niemand iets.”

Na tussenkomst van de Tweede Kamer werd het subsidietraject met drie maanden verlengd. In maart loopt het ten einde. „Als er geen andere financiering komt, dan gaan er gewoon vijf journalisten uit”, zegt Van den Boom, die hen zonder extra geld eigenlijk niet kan betalen. „Dat doet erg veel zeer. De omroep draait wel door, maar journalistiek kan ik niet overlaten aan vrijwilligers. Dat kost ons alleen maar geld, maar het is wel de levensader van onze organisatie. Zo’n basis moet er altijd zijn en dat moet vanuit de overheid gefinancierd worden.”