Reportage

Als de burgemeester de lokale media moet helpen door het aanbieden van nieuws

Huis-aan-huisblad Er zit bijna geen journalist meer op de perstribune in de raadszaal, klagen veel politici. Maar wat als er in een gemeente maar één medium is?

Voor berichtgeving over de gemeentepolitiek is Hardinxveld-Giessendam afhankelijk van huis-aan-blad Het Kompas.
Voor berichtgeving over de gemeentepolitiek is Hardinxveld-Giessendam afhankelijk van huis-aan-blad Het Kompas.

Esther Coumans is Het Kompas. Letterlijk: ze is verslaggever, eindredacteur, vormgever, fotograaf. Stuurt de nog geen handvol freelance journalisten aan die voor het huis-aan-huisblad schrijven en fotograferen. Maakt wekelijks acht redactionele pagina’s.

Als je met haar door Hardinxveld-Giessendam loopt zegt ze af en toe: „Hier moet ik nog even een foto van maken, voor de volgende keer dat er nieuws is.” Of ze wijst: dáár zit de historische vereniging, die eens in de maand een verhaal over een gebeurtenis uit het verleden aanlevert. In februari gaat dat over de ‘rampenauto’, een soort mobiele hulppost, die in 1972 in gebruik werd genomen.

Ze vertelt over de cursus persberichten schrijven die de huis-aan-huisbladen van uitgeverij BDUmedia gaven. Hoe lever je de redacties nieuws aan? Want dat is ook de realiteit: als eenmansredactie ben je daarvan afhankelijk. De korfbalverenigingen („heel groot hier”) maken hun eigen verslag. De gemeente maakt „ontzettend leuke professionele filmpjes. Die mag ik gebruiken”.

Uit onderzoek van NRC bleek dat de media-aandacht voor de gemeentepolitiek van Hardinxveld-Giessendam (18.400 inwoners) het meest afhankelijk is van één huis-aan-huisblad, Het Kompas, en de freelance politiek verslaggever die een paar uur per week voor die krant werkt. In regionale en landelijke printmedia werd slechts vier keer geschreven over de gemeenteraad van Hardinxveld.

Op het stadhuis zegt burgemeester Dirk Heijkoop: „Mijn taak is het Hardinxveld uit het nieuws te houden.” Hij doelt op „gedoe” waarvoor landelijke media opeens naar de gemeente komen. Aandacht voor „het functioneren van de samenleving” wil hij wel graag. Aandacht voor de politiek ook.

Facebookfilmpjes

De burgemeester vertelt ook over de filmpjes op de Facebook-pagina van de gemeente – „voor ons een belangrijk kanaal”. En over de afdeling communicatie, die veel werk maakt van persberichten. Over het persgesprek dat hij en de wethouders eens per maand houden met Het Kompas, en ook met verslaggevers van AD/Rivierenland en AD/Dordt. „We bieden een aantal onderwerpen aan.” Soms komen de journalisten zelf met thema’s.

Maar, „het is meer zenden”. Heijkoop zegt: „Ik merk dat wij – met alle respect – de lokale media een beetje moeten helpen met het aanbieden van nieuws, omdat ze te weinig capaciteit hebben om eropuit te gaan.” Hij vertelt hoe in Molenland, de gemeente ten noorden van Hardinxveld waar hij eerder wethouder was, eens lokale journalisten is gevraagd om na afloop van een project inwoners te interviewen wat ze ervan vonden. „Daar hebben we hen voor betaald, maar we hebben er geen regie of redactie op gevoerd.”

Soms is er wél opeens veel regionale en landelijke aandacht. Zoals vier jaar geleden, toen het erop leek dat door een gebrek aan kandidaten in Hardinxveld PvdA en VVD niet aan de gemeenteraadsverkiezingen zouden meedoen. Ook NRC schreef daar toen over. Misschien gaat „het te ver om een oorzakelijk verband” te zien tussen het ontbreken van veel media en een gebrek aan kandidaten, zegt Heijkoop. Maar hij ziet wel: „Door het ontbreken van media die continue checks and balances uitvoeren, is het de vraag of je voldoende aandacht krijgt voor politieke verschillen.”

Aan zijn voorlichter vraagt de burgemeester: „Hebben we een oplossing voor die checks and balances?” Zij zegt: „De achtergronden zouden we zelf wel meer kunnen laten zien, het verhaal achter iets.” Op gemeentelijke advertentiepagina’s in Het Kompas konden de partijen zich al aan de kiezer voorstellen.

Sponsoractie

Het liefst zou de burgemeester zien dat journalisten „wat meer onderzoek doen” en „achtergronden boven water krijgen”. Maar hij ziet ook dat Coumans en haar ploegje freelancers daar niet altijd tijd voor hebben. En zij heeft „niet echt het idee dat ze aan het controleren” is. Coumans ziet het als haar belangrijkste taak lezers vooral te informeren over „wat er bij de buurman om de hoek is gebeurd.” Dat is al lastig genoeg.

„Soms denken inwoners: dat vindt de krant toch niet belangrijk.” Als voorbeeld noemt ze een sponsoractie op een van de scholen. „Ze hadden meer dan 5.000 euro opgehaald. Dat hadden ze gedaan door bijbels te verkopen, meer dan 900.”

Als zoiets uiteindelijk wel in Het Kompas staat, wordt het goed gelezen. Uit onderzoek van de uitgever bleek dat de krant een van de best gelezen huis-aan-huisbladen van BDUmedia is, vertelt Coumans. Ze merkt dat ook aan reacties, bijvoorbeeld als ze over starterswoningen schrijft. Of zoals nu, als ze een oproep doet om vragen in te sturen aan de politieke partijen.

Ze vertelt over hun onderzoeksverhalenserie over de onopgeloste moord op Johan de Waal, een moord waarvoor ook NRC in 2011 naar het dorp kwam. Aan die zaak besteedt Het Kompas opnieuw veel aandacht en tijd. Maar op die verhalen komt nooit een reactie.