De bal draait links om Newcastle-verdediger Nikos Dabizas heen terwijl Dennis Bergkamp rechtsom gaat.

Foto Stuart MacFarlane/Getty Images

Hoe Dennis Bergkamp zijn wonderlijke pirouette-goal maakte

Voetbalhistorie Twintig jaar geleden maakte Dennis Bergkamp een doelpunt dat het voorstellingsvermogen nog altijd te boven gaat.

Het schijnt dat het ene been van Patrick Vieira drie centimeter langer is dan het andere – en zijn kortere been is al niet bepaald kort. De 1 meter 92 lange Fransman, 25 jaar oud op deze koude zaterdagmiddag, 2 maart 2002, is rechtsbenig maar onderschept graag met een uitgestrekt, plots veel verder dan verwacht reikend linkerbeen.

Dit is de elfde minuut van Newcastle United-Arsenal: twee kandidaten voor het landskampioenschap tegenover elkaar. De thuisploeg begint sterker. Middenvelder Laurent Robert wil net aanleggen voor een voorzet, maar laat de bal íéts te ver bij hem wegrollen – en hatsa, daar is dat linkerbeen van Vieira. Bal veroverd. Hij zet twee grote stappen en speelt Dennis Bergkamp aan. Plots stroomt het spel de andere kant op. Nu valt Arsenal aan. Nog zestien seconden en dan is de mooiste goal uit de geschiedenis van de Premier League gemaakt.

Scoren interesseert hem weinig

Bij Ajax werd Dennis Bergkamp drie keer achter elkaar topscorer van Nederland. In zijn eerste jaren bij Arsenal, waar hij terechtkwam na een ongelukkige periode bij Internazionale in Italië, maakte hij er vijftien tot twintig per seizoen. De laatste jaren zijn het er steeds minder. Maar scoren heeft hem nooit bovenmatig geïnteresseerd, alsof het oppervlakkig zou zijn daar het voetbalspel aan af te meten.

Als jongetje trapte hij urenlang een bal tegen de muur van de flat in de Amsterdamse wijk Bos en Lommer, waar hij met zijn ouders en drie grotere broers woonde, gefascineerd door wat zo’n bal dééd. Hoe het ding bewoog, stuiterde, een effect meekreeg. Wat gebeurde er als hij hem met de binnenkant van zijn voet raakte, met de buitenkant, met de wreef? In zijn biografie zou hij later zeggen dat hier zijn hele spelopvatting uit voortkwam. Met één perfect balcontact, als een stoot over een biljartlaken, zichzelf of een medespeler oog in oog met de keeper zetten: dát interesseert hem. Aan zijn voet lijkt zelfs de bal spelplezier te hebben.

De meeste goals die hij maakte, had Bergkamp al bedacht voor hij de bal kreeg

Hij is bijna 33 jaar tijdens deze wedstrijd. Minder snel dan vroeger, maar dat lijkt hij te compenseren door des te meer uit elk balcontact te halen. Hij is een discipel van Johan Cruijff, zijn eerste trainer bij Ajax toen hij nog een tiener was, die al zei dat voetbal „met het hoofd” gespeeld wordt.

Het liefst vormt Bergkamp een aanvalsduo met een echte doelpuntenmaker, zodat hij eromheen kan bewegen. Die doelpuntenmaker is dit seizoen Thierry Henry, maar die zit tijdens deze wedstrijd tegen Newcastle thuis met een liesblessure.

Drie balcontacten met rechts, op de eigen helft nog. Aannemen, meenemen, passen. Naar de linkerflank, waar Robert Pires komt oplopen. Sylvain Wiltord, de vervanger van Henry, sprint richting de linkercornervlag en neemt twee Newcastle-verdedigers mee, waardoor in het midden van het veld veel ruimte ontstaat. Dat ziet Bergkamp, die versnelt. Hij steekt zijn rechterhand op. Hij wil de bal terug.

Toevalligheden

Zo wervelt het voorwaarts. Dit is allang geen Boring, boring Arsenal meer, de bijnaam die de club kreeg toen begin jaren negentig wedstrijd na wedstrijd in 1-0 of 0-1 eindigde. De Franse manager Arsène Wenger heeft er een aanvallend team van gemaakt, tactisch en technisch beter dan iedereen.

In zes seconden is Bergkamp het halve veld overgestoken. Pires ziet het. Hij legt de bal voor zijn rechtervoet, klaar om te passen.

Natuurlijk bestaat ook zo’n wonderlijk doelpunt bij de gratie van toevalligheden. Dit is er zo een: Pires speelt Bergkamp niet meteen aan. Hij doet of hij gaat trappen, maar maakt eerst een subtiele schijnbeweging. Misschien denkt hij dat Bergkamp wat meer tijd nodig heeft om positie te kiezen, misschien heeft hij zelf iets langer nodig om tot een plan te komen. Hoe dan ook: door deze halve seconde vertraging krijgt Bergkamp de bal niet in de loop mee en moet hij zich inhouden, omkeren.

Pires passt nu wel, met rechts, hard, diagonaal, tussen twee tegenstanders door. De bal stuitert als een keitje op glad water.

Zet het beeld hier stil, want hier gebeurt het. Hij staat op de rand van het strafschopgebied met Newcastle-verdediger Nikos Dabizas in zijn rug. Drie andere tegenstanders zijn dichtbij. De goal is achter hem. De bal is onderweg. Nog tien meter.

En dat is het precieze moment dat hij besluit: ik ga met bal en al óm die Dabizas heen draaien.

De meeste goals die Bergkamp maakte, zou Thierry Henry later eens zeggen, had hij al bedacht vóór hij de bal kreeg.

Ten tijde van dit doelpunt wisten zelfs de grootste clubs ter wereld wel dat hun beste spelers over een soort ‘spelintelligentie’ beschikten, maar niet wat dat dan wás. In 2012, tien jaar na deze goal, ontdekten twee hersenonderzoekers voor het eerst een aantoonbaar verschil in cognitieve vaardigheden tussen topvoetballers en de gemiddelde mens. De topvoetballer analyseert sneller wat er gebeurt, kan veel informatie tegelijk verwerken en mee laten wegen, gaat sneller alle mogelijke vervolgstappen langs en kiest er de juiste uit – en dat alles in veel minder tijd dan het kostte om deze zin te lezen.

De bal stuitert een keer, twee keer, komt met veel vaart op de linkervoet van Bergkamp af. Die herkent na meer dan 25 jaar balverliefdheid, helemaal terug tot dat eindeloze pielen in Bos en Lommer, in het specifieke draaien van de bal welke curve hij met één aanraking zou kunnen ontketenen. Hij laat meewegen – zo zou hij later zelf ook reconstrueren – dat er geen medespeler in de buurt is, terwijl omsingeling door Newcastle-spelers dreigt. Hij laat meewegen dat Dabizas, de verdediger achter hem, waarschijnlijk door zijn knieën gebogen staat en met zijn benen uit elkaar: een houding waarin het niet gemakkelijk draaien is.

En hij neemt een beslissing.

Links draaien, rechts lopen

Negen van de tien spelers, zelfs op dit wereldniveau, zouden de bal hebben aangenomen om op hulp van een medespeler te wachten. In de chaos van het voetbalspel zien ze geen andere optie. Bergkamp wel. Zelfs binnen de categorie ‘topvoetballers’ denkt hij sneller en slimmer dan de rest.

Daar gaat-ie. Hij laat de bal zijn voet vinden. Die begint te draaien, links om Dabizas heen. Zelf draait Bergkamp ook, maar hij gaat rechtsom. Voor de toeschouwer is dit het meest wonderlijke moment, omdat het bijna niet te bevatten is: de bal is áchter de rug van Bergkamp en tegelijkertijd volledig onder zijn controle. Het is of ze hebben afgesproken elkaar aan de andere kant weer te ontmoeten.

Is het opzet? De voetbaljurisprudentie stelt Bergkamp overtuigend in het gelijk. Hij deed dit soort dingen eerder. De goal voor Oranje tegen Argentinië op het WK van 1998 maakte hij twee keer: ook voor Arsenal tegen Leicester in 1997, maar dan in spiegelbeeld. Zijn balgevoel toonde hij enkele maanden voor deze wedstrijd tegen Newcastle nog met een fabelachtige assist op Freddie Ljungberg in de Champions League-wedstrijd tegen Juventus. Regelmatig is een balaanname of voetbeweging zo spectaculair vertragend, versnellend of spelverleggend dat het is alsof hij het hele veld een kwartslag gedraaid heeft.

Zelfs deze pirouette-goal maakte hij al eens. Dat was in een trainingspartijtje, voor hooguit enkele tientallen toeschouwers, toen de bal van de andere zijlijn kwam en hij met zo’n soort draai teamgenoot Martin Keown te kijk zette.

Bal en Bergkamp maken de dans af. Dabizas heeft zich ook omgedraaid, maar te houterig, te laat. Met zijn linkerarm houdt Bergkamp hem van zich af. De strijd is al gewonnen. Gedurende de hele pirouette is de bal nooit binnen het bereik van Dabizas geweest. In een uiterste poging – die net zo goed opgevat kan worden als capitulatie – strekt hij een been en gaat hij erbij zitten.

Het was een vervelende pass van Pires. Bergkamp kon goed beschouwd geen kant op. Maar zie: één balcontact en twee seconden later staat hij alleen voor de keeper, met alle tijd van de wereld om af te ronden. Hij heeft een ingewikkelde som opgelost.

Een andere cognitieve eigenschap van de topvoetballer is het vermogen serieel door te schakelen. De vorige som vergeten, want de volgende moet alweer opgelost. Er zijn spelers die het alsnog zouden verknallen, zelf ook ondersteboven van de actie. Spelers die zouden proberen het met iets nog gekkers te overtreffen. Maar Bergkamp blijft uiterst kalm. De bal keert gehoorzaam terug naar zijn voeten. Met rechts schiet hij zakelijk binnen, langs de kansloze keeper.

Het is 0-1. De wedstrijd zal eindigen in 0-2 en een cruciale overwinning blijken voor Arsenal, dat Newcastle United inhaalt op de ranglijst, bij koploper Manchester United aanhaakt en twee maanden later kampioen van Engeland wordt.

The move… and then this?!

Toen Marco van Basten in de EK-finale van 1988 die goal tegen de Sovjet-Unie maakte, was de schoonheid onmiddellijk duidelijk. Voor NOS-commentator Theo Reitsma („O, wat een goal, wat een goal! Wat een schitterend doelpunt, zeg!”), voor coach Rinus Michels, die bij de dug-out een hand voor zijn mond sloeg. Voor Van Basten zelf, vol ongeloof in het kringetje met jubelende medespelers. Het opmerkelijke is dat deze goal van Bergkamp dat effect niet direct sorteert, en zeker niet bij degenen in het stadion, die geen herhaling zien. De BBC-commentator, Martin Tyler, lijkt het pas bij de tweede keer te begrijpen – en zelfs dan nog niet helemaal: „The move… and then this?!” Bergkamp zelf viert het met de calm joy die hem eigen is. Newcastle-manager Bobby Robson bromt na de wedstrijd vooral dat zíjn aanvallers niet zoiets clevers gedaan hebben. Arsenal-middenvelder Lauren zou later zeggen dat hij pas begreep wat Bergkamp gedaan had toen hij thuis de herhaling had bekeken. Net als Dabizas, overigens, die toegaf dat het in het moment zelf voor hem allemaal te snel gegaan was.

Het doelpunt moest groeien, de genialiteit werd pas later gezien. Als bij een Van Gogh, ben je geneigd te zeggen. Het werd gekozen tot Goal of the Season bij BBC’s Match of the Day en later, in 2017, tot beste goal in de geschiedenis van de Premier League.

Iemand moet het als eerste verzinnen. Het afstandsschot vanaf de middellijn, de omhaal, het scoren met een hakbal. Het overstapje van Pelé, de dribbel van Maradona, de Cruijff turn, de penalty van Panenka. Daarna hoort het bij de canon. Gaan anderen het ook doen. Maar de Bergkamp-pirouette tegen Newcastle staat op zichzelf, zeker op het eliteniveau waarop hij ten beste werd gebracht. Twintig jaar later heeft nog steeds niemand het hem nagedaan.

Correctie (28/02): In de verantwoording stond aanvankelijk dat de krant sprak met David Winner, “auteur van ‘Dennis Bergkamp: Stillness and Speed’ (Simon & Schuster, 2014)”. Dat is niet helemaal correct. ‘Stillness and Speed’ is de (ingekorte) vertaling van het boek ‘Dennis Bergkamp’ dat Jaap Visser en David Winner samen schreven en oorspronkelijk in 2014 in Nederland verscheen bij Kick uitgevers, in samenwerking met Carrera.