Belastingdienst zag buitenlandse afkomst vaak als risicofactor

Belastingdienst „Veel allochtonen’’ als klant? Dat vond de Belastingdienst verdacht. Uit een rapport blijkt dat profileren op afkomst regelmatig voorkwam.

Staatssecretaris Marnix van Rij (Belastingdienst, CDA) gaat gesprekken over het belang van rechtsstatelijk handelen door de Belastingdienst „intensiveren”.
Staatssecretaris Marnix van Rij (Belastingdienst, CDA) gaat gesprekken over het belang van rechtsstatelijk handelen door de Belastingdienst „intensiveren”. Foto Bart Maat/ANP

Heb je een niet-Nederlands paspoort? Dan stond je bij de fraudeopsporing van de Belastingdienst vaak al bij voorbaat met één-nul achter. Ondernemers, belastingadviseurs, toeslagaanvragers: keer op keer betekende een buitenlandse afkomst een streepje achter je naam.

Het blijkt uit de vele voorbeelden in een inventarisatie van advies- en accountantskantoor PwC. Dat onderzocht eerder al hoe burgers op de zwarte lijst van de Belastingdienst konden belanden, de zogeheten ‘FSV-lijst’, en stuitte daarbij „tientallen” keren op vermeldingen van nationaliteit, achtergrond of zelfs uiterlijk.

Wat die vermeldingen concreet betekenden, bleef onduidelijk. Op verzoek van Kamerlid Farid Azarkan (Denk) deed PwC een vervolgonderzoek, dat staatssecretaris Marnix van Rij (Belastingdienst, CDA) donderdag naar de Tweede Kamer stuurde.

De voorbeelden zijn legio, blijkt uit het overzicht van PwC. Een enkele keer is het de toon die wringt. Zoals de ambtenaar van de Belastingdienst die tijdens een toeslagenonderzoek aan een medewerker van de politie mailt: „Je begrijpt het al. Jij bent een autochtoon, dus jij betaalt wel alles terug… tot op de laatste cent. Ha, ha…’’

Veel vaker gaat het niet om individuele uitschieters, maar wordt in keurige ambtenarentaal beschreven dat niet-Nederlandse nationaliteiten extra onderzoek verdienen. ‘Allochtoon’ en ‘Buitenlands’ duiken met regelmaat op in verslagen en selectiemechanismen, overal in het land en bij diverse onderdelen van de Belastingdienst – lang niet alleen bij de dienst Toeslagen.

‘Jong in leeftijd’

Fraudeurs zijn „doorgaans jong in leeftijd”, „voornamelijk van het mannelijk geslacht” en „vaak van buitenlandse komaf”, meldt een ‘daderprofiel’ uit 2013. In een analyse van het klantenbestand van een onderzochte ondernemer staat: „Zij zijn voor 90% of meer van allochtone afkomst.”

In een MKB-onderzoek in Amsterdam wordt het aantal werknemers met een buitenlandse nationaliteit, en in het bijzonder met een Oost-Europees paspoort, meegeteld als risicofactor.

Zulke risicoprofielen keren vaker terug. Zo concludeert een mkb-onderzoek in Maastricht dat specifieke frauderisico’s bij mkb’ers „van buitenlandse origine” spelen, met een verschillende risicoschets voor ondernemers van westerse („verhoogd risico op oneigenlijk ondernemerschap”) en niet-westerse („verhoogd risico op vroegtijdige beëindiging en betalingsachterstand”) afkomst.

In een instructiedocument van een ander project in Maastricht staat hoe wordt bepaald welke startende ondernemers in aanmerking komen voor een startersbezoek. Ze worden geselecteerd op factoren waaronder de sector waarin de starter actief is („horeca/shoarma”), het bedrijfsadres, maar ook „herkomst ondernemer (allochtoon/buitenland)”.

Tussenpersonen onderzocht

In Roermond wordt zelfs een heel apart traject opgezet om „allochtone starters” ook na hun eerste bezoek te blijven volgen („Bijzonder aan de benadering van deze klanten is het culturele aspect”).

Als het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF), dat zich richtte op tussenpersonen zoals kinderopvangbureaus en belastingadviseurs, een lijstje met aandachtspunten opstelt, is een van de factoren uit het klantenbestand die op fraude wijzen: „Veel allochtonen, meestal met partner.”

Eerder werd vanuit de fiscus aangevoerd dat nationaliteiten alleen werden meegenomen in onderzoeken als daarmee iets anders in kaart gebracht kon worden. Een snelle stijging van het aantal toeslagaanvragen van mensen met bijna allemaal dezelfde nationaliteit kon bijvoorbeeld duiden op misbruik, ongeacht wat die nationaliteit was. Dat in onderlinge communicatie was gesproken over een „nest Antillianen” was afschuwelijk, zo heette het, maar ook een incident.

Lees ook: Werden ze nou toch geprofileerd

Steekproef van 1.380 gevallen

Van zo’n verklaring kan nu geen sprake zijn: het profileren gebeurt niet in mailwisselingen of als omweg, maar was deel van handleidingen en risicoprofielen. Het is ook goed mogelijk dat er meer gevallen zijn. PwC deed het onderzoek aan de hand van een steekproef van 1.380 gevallen waarin burgers en bedrijven werden onderzocht – een fractie van het totale aantal fraudeonderzoeken.

De constateringen uit het rapport zijn „zeer ernstig”, schrijft Van Rij in een Kamerbrief. „Dit past op geen enkele wijze bij de rechtstatelijk correcte en professionele Belastingdienst die ik voor ogen heb.”

De staatssecretaris noemt het „essentieel dat dit soort voorbeelden zich niet meer voordoen” en kondigt aan dat gesprekken over het belang van rechtsstatelijk handelen en het toepassen van de menselijke maat binnen de Belastingdienst „worden geïntensiveerd”.