Halverwege het schrijven van Undercover. Police Surveillance in America (1988) verandert de socioloog Gary Marx van mening. Hij vindt de undercovermethode kwaadaardig maar gaat het als een noodzakelijk kwaad zien.
Gary Marx is een pionier in het internationale politieonderzoek. Het boek is een fascinerende zoektocht naar de juridische, operationele en morele valkuilen van deze methode. En verdient het herlezen te worden in het licht van de verschillende kritische rapporten over de afdeling Afgeschermde Operaties van de nationale politie. Uit onderzoek van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid blijkt dat de werkwijze en cultuur van deze politieafdeling risicovol zijn. Medewerkers zijn zeer kritisch over de cultuur binnen de politie. Ze signaleren ongewenste omgangsvormen, gebrek aan sturing, vriendjespolitiek en een ‘afdekcultuur’.
Manipulatie
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data81058064-410e55.jpg)
De kern van een undercoveroperatie is manipulatie. De undercover manipuleert zijn identiteit, situaties en mensen in een crimineel of politiek netwerk. Hij/zij gebruikt routinematig trucs, (psychologische) dwang en drang en verleidingen om zich te handhaven en om mensen te beïnvloeden. De grenzen tussen legaal en illegaal worden constant ‘onderhandeld’.
Het werk legt een groot beslag op de psychische gezondheid van de undercover, die niet zelden persoonlijke relaties aangaat met doelwitten. De grenzen tussen privé en werk worden poreus. Zodanig dat agenten zichzelf kunnen verliezen. Dat is ook gebeurd door de zelfmoord van een undercover die in zijn afscheidsbrief schrijft dat zijn aangenomen identiteit „onder zijn huid is gaan zitten”.
Undercoveroperaties verlopen niet via minutieuze gedragsrichtlijnen of strikte controle door leidinggevenden. Marx wijst erop dat strikter toezicht wel eens zou kunnen leiden tot slechtere informatie en vertraging in de besluitvorming. Het manipulatieve karakter van undercoverwerk is als improvisatietoneel waar mensen constant reageren op wisselende omstandigheden. Die ook nog eens gevaarlijk zijn.
Heimelijk
Marx wijst er ook op dat naarmate een agent langer en dieper in een netwerk werkt, hij vaak waardevoller wordt. Dat kan leiden tot problemen in de aansturing. Regelmatig contact hebben is moeilijk. De nuances van diverse heimelijke relaties zijn niet altijd uit te leggen aan mensen die sturen. Of die van grote bureaucratisch afstand kijken naar dit werk.
De rapporten leggen naadloos bloot hoe onverantwoordelijk het verschil tussen de formele werkelijkheid en de praktijk is. Een van de meest indringende politiemethoden is de afgelopen tien jaar teruggebracht tot abstracte beleidstaal: span of control, ‘organisatorisch isolement’, het keurslijf van de standaardisatie, proces flows en afwezige sturing. Het is new public management taal die niet meer van deze tijd is. De uitvoering is verwaarloosd.
Wat ook opvalt is de traagheid van de nationale politie, het OM en het ministerie van Justitie. Er verschijnen al jarenlang berichten over incidenten. Er zijn commissies in het leven geroepen. En de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid heeft zich verdienstelijk gemaakt. Leiderschap is echter heimelijk en traag. Hoe kan de afdeling Afgeschermde Operaties professioneel verder worden ingericht? Een paar suggesties:
Stop met verwaarlozing van de uitvoering
Kamer en kabinet hebben de uitvoering van beleid jarenlang verwaarloosd. Die conclusie trok een Tweede Kamercommissie vorig jaar in een onderzoek naar het functioneren van uitvoeringsorganisaties. Hetzelfde geldt voor het undercoverwerk. Bouw daarom de afdeling opnieuw op en neem het werk en de uitvoerders serieus. Beperk de duur van het werk en stel leidinggevenden aan die ervaring hebben.
Ontwikkel een ethisch raamwerk
Undercoverwerk staat bol van dilemma’s. In een rechtsstaat heiligt het doel niet de middelen. Daarom is een ethisch raamwerk noodzakelijk. De uitdaging is een veilige omgeving creëren waarin de rauwe werkelijkheid bespreekbaar wordt. Juist omdat (morele) schade inherent is aan het werk, is er behoefte aan principes die bij de werving, selectie, opleiding, sturing en monitoring een rol spelen. Undercoverwerk is te kwetsbaar om over te laten aan de stoere mannen en vrouwen alleen. Vraag (rechts)filosofen, sociologen en psychologen om intern te spreken met de praktijk.
Betrek wetenschappelijk onderzoek
De Inspectierapporten zijn wezenlijk maar ‘beperken’ zich veelal tot formele oplossingen. Diepte-onderzoek zoals die door Gary Marx, Kruisbergen Combating Organized Crime. A Study on Undercover Policing and the follow-the-money strategy (2017) en het rapport van het College of Policing in Groot-Brittannië, Covert policing. Undercover policing (2021) dringen door in de praktijk. Dat is de enige manier om intern cruciale gesprekken te voeren.
Licht de opleiding door, leer van anderen
De nationale politie is niet de enige organisatie binnen de rechtshandhaving die verstand van manipuleren heeft. Bijzondere opsporingsdiensten werven ‘bovenwereldinformanten’ in de financiële sector en andere bedrijfstakken. De AIVD en de MIVD hebben een eigen opleiding voor buitendienstmedewerkers die met bronnen en agenten werken. Meer afstemming is nuttig om ervaringen te delen.
Organiseer priemende ogen
Sinds de reorganisatie van 2013 wordt gepraat over de (re)organisatie van de specialistische eenheden van de landelijke eenheid. Dit duurt te lang. Organiseer daarom onafhankelijkheid in het toezicht door een commissie te benoemen die toegang heeft tot operaties, (on)gevraagd adviezen geeft en op termijn vetorecht krijgt. Neem de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten als voorbeeld.