Opinie

De rechter wil niets liever dan dat burgers naar zitting komen

Blog Recht en Bestuur Schulden niet verergeren met een vonnis – de rechter wil niets liever. En doet er ook z’n best voor. Twee rechters geven repliek, uit de praktijk.

Een rechter verlaat de rechtszaal.
Een rechter verlaat de rechtszaal. Foto Roos Koole / ANP

Feedback op het functioneren van de rechtspraak is altijd welkom. Maar zaken met schuldenproblematiek behandelen we niet kil en onpersoonlijk, zoals in dit expertblog eerder is betoogd. Wij doen dat juist zoveel mogelijk met een brede blik en, waar mogelijk, oplossingsgericht.

Tegelijkertijd kan de rechter zaken waarin iemand met schulden niet naar de zitting komt of niet reageert op de vordering van een schuldeiser, alleen beoordelen op wat de schuldeiser naar voren heeft gebracht. Afgezien van toetsing aan onder meer regels van consumentenbescherming. Rechters onderkennen de ingrijpende gevolgen die problematische schulden hebben. Velen zullen vroeg of laat te maken krijgen met de rechtspraak. Bijvoorbeeld omdat zij gedagvaard zijn door een schuldeiser die zijn rekening betaald wil zien.

Maar ook omdat zij een oplossing willen voor hun problematische schulden. Denk aan een beschermingsbewindvoerder en het opleggen van een dwangakkoord aan hun schuldeisers. Of toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling voor natuurlijke personen, die, als alles goed gaat, eindigt met een schone lei. En dus een schuldenvrije toekomst.

Structurele oplossing

Rechters maken zich al langer zorgen over de grote groep Nederlanders die met problematische schulden kampt. Al jaren zien wij de verzoeken tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling afnemen, terwijl er geen aanwijzingen zijn dat het aantal problematische schulden daalt. Wij weten hoe belangrijk het is dat problematische schulden vroeg worden gesignaleerd. Dat besef was precies de aanleiding om in het Visiedocument Rechtspraak en schulden aanbevelingen te doen. Zoals de aanwezigheid van een schuldenfunctionaris bij rechtbanken. Deze functioneert als schakel tussen de rechtspraak en schuldhulpverlening. In een groot deel van de rechtszaken spelen schulden direct of indirect een rol. Bij mensen met een problematische schuldensituatie vergroot de uitspraak van de rechter juist het probleem, zo weten we. Denk aan een onbetaalde huurvordering bij de kantonrechter, teruggevorderde bijstand bij de bestuursrechter en problemen met de betaling van alimentatie bij de familierechter.

Lees ook: Rechters maken schulden van zwakkeren juist erger

De rechter die tijdig doorverwijst naar een schuldenfunctionaris brengt een structurele oplossing binnen bereik. In 2019 gestarte pilots bij de rechtbanken Den Haag, Limburg en Rotterdam zijn onlangs positief geëvalueerd. Met de inzet ervan gaan we door. Ook in initiatieven zoals die rondom zorgverzekeringszaken, de regelrechter en wijk- en buurtrechters, staat oplossingsgerichtheid centraal. Met problem-solving courts wordt op verschillende rechtbanken ervaring opgedaan. Denk aan schikkingsbegeleiding, verwijzing naar mediation of andersoortige hulpverlening.

Maar dat kan dus allemaal niet als alleen de schuldeiser op de zitting verschijnt. Er zijn diverse plannen om voor elkaar te krijgen dat meer mensen naar de zitting komen, onder andere door uit te leggen dat een rechter méér kan doen dan alleen de vordering toe- of afwijzen. Zo geeft de deurwaarder in Rotterdam bij een dagvaarding in bepaalde zaken een ‘oplegger’ af, waarin wordt uitgelegd hoe belangrijk de zitting is.

Experimentenwet

Feit is dat als de schuldenaar niet naar de zitting komt de wetgever de rechter verplicht om toch een uitspraak te doen. De rechter mag wettelijk niet weigeren recht te spreken De rechtspraak pleit er al jaren voor om (financiële) drempels, zoals griffierecht, te verlagen zodat toegang tot de rechter makkelijker wordt. Laat daarbij duidelijk zijn dat de rechtspraak niet aan griffierechten verdient. De suggestie dat de rechtspraak er financieel belang bij heeft dat mensen niet komen is onjuist en misplaatst. We onderkennen juist dat we onze taak pas goed kunnen vervullen als mensen daadwerkelijk naar de rechtbank komen.

De rechter kan veel, maar niet alles. De Savornin Lohman signaleert terecht dat artikel 6:29 van het Burgerlijk Wetboek in zijn huidige vorm in de weg staat aan het opleggen van een betalingsregeling door de rechter, al dan niet in het kader van een verstekzaak. Maar de Experimentenwet is nog niet in werking en voorziet bovendien alleen in afwijkingen van hoe procedures bij de rechter verlopen. Wel is gepleit voor een wettelijke bevoegdheid van de rechter om betalingsregelingen op te leggen. En ook om de drempels tot toegang tot de wettelijke schuldsaneringsregeling te verlagen. Wat de wetgever inmiddels ook heeft opgepakt.

Wij weten dat de rechtspraak altijd verder kan innoveren en vernieuwen. Dat blijft een voortdurende opdracht, die wij oppakken, voor kwetsbaren in de samenleving en voor iedereen die met recht een beroep op ons doet.