Economische sancties zijn het belangrijkste westerse antwoord op Russische militaire dreiging in Oekraïne. Op papier betekent dat heel wat, want het machtsverschil is op dit gebied enorm. De economie van de gezamenlijke NAVO-landen is tientallen malen groter dan die van Rusland zelf. Toch zijn sancties niet zonder risico’s: als Rusland wordt gestraft, snijdt met name Europa daar ook mee in het eigen vlees, want de verstrengeling van Rusland met de EU is niet gering.
Het Finse BOFIT-instituut, een belangrijke bron over de Russische economie, stelt dat de helft van alle in Rusland geproduceerde olie, de helft van de olieproducten en bijna twee derde van het gas zijn weg naar de EU vindt. In totaal is de EU, samen met het VK, goed voor 42 procent van de totale Russische uitvoer. Andersom komt een derde van alle Russische invoer uit de EU.
Die verstrengeling is er ook financieel: de Russische directe investeringen in het buitenland zijn goed voor 380 miljard dollar (335 miljard euro), waarvan de helft in de EU. Russische banken hebben bezittingen ter waarde van 130 miljard in het buitenland, waarvan, alweer, de helft in de EU.
Dat lijkt een prima doel voor sancties, maar de kwetsbaarheid is andersom ook groot: buitenlandse directe investeringen in Rusland zelf bedragen 480 miljard dollar, plus nog eens 180 miljard aan beleggingen. Wel moet worden aangetekend dat veel van dit geld eigenlijk van oorsprong Russisch is, en via bijvoorbeeld Cyprus het land in komt – een derde van de Europese investeringen vloeit via deze route Rusland in.
Zoals zichtbaar bij het gas, waarvan Europa zeer afhankelijk is, zullen sancties de EU-landen zelf dus óók pijn doen. Hoeveel pijn hangt af van de reikwijdte van de sancties zelf, en van het verloop van het conflict waarvan de inzet van die sancties afhangt.
Gas en olie Prijzen stabiliseren na fikse stijging
Een vat olie voor bijna 100 dollar en een gasprijs die deze dinsdag ruim 10 procent is gestegen. Dat zijn de zichtbare gevolgen op de energiemarkt van de militaire actie van Rusland in Oekraïne.
Na de fikse stijging bleven de prijzen het grootste deel van de dinsdag stabiel. Begin van de middag deed zich een nieuwe piek voor, toen de Duitse bondskanselier Olaf Scholz bekendmaakte de goedkeuring van Nord Stream 2, de pijpleiding van Rusland naar Duitsland, voorlopig op te schorten. Het gevolg was dat gas nog eens 2 procent duurder werd.
De prijsbewegingen laten de macht van Rusland als gas- en olieproducent zien. Mede door de opgelopen spanningen in Oekraïne lagen de energieprijzen al langere tijd op een hoog niveau. Het is voor het eerst sinds 2014 dat een vat olie, de Europese benchmark Brent, bijna 100 dollar kost. Dat prijsniveau is het gevolg van een geleidelijke stijging. In augustus kostte een vat zo’n 66 dollar en deze dinsdag werd een hoogste prijs van 97,84 dollar genoteerd. Gezien de stijging van ruim 3 procent dinsdag is van een paniekreactie geen sprake. Rusland is goed voor ruim 10 procent van de wereldwijde olieproductie, maar zijn rol als gasleverancier is voor Europa belangrijker.
Dinsdag kostte gas 80 euro per megawattuur, een stijging van 10 procent ten opzichte van een dag eerder. Ter relativering: van een record is lang geen sprake. Afgelopen najaar werden veel hogere pieken bereikt, met 21 december als voorlopig hoogtepunt. Toen noteerde de gasprijs een record van ruim 166 euro.
Niet alleen de gespannen situatie rond Oekraïne was al langere tijd in de prijs verwerkt. In veel landen, waaronder Nederland, zijn in 2021 minder voorraden opgebouwd. Daar kwamen de spanningen rond Nord Stream 2 en de relatief beperkte leveranties van het Russische staatsgasbedrijf Gazprom bij.
Europa haalt 30 tot 35 procent van zijn gas uit Rusland. Sommige Oost-Europese landen zijn bijna geheel afhankelijk, terwijl het aandeel Russisch gas in Nederland – naar schatting zo’n 15 procent – veel lager is. Toch is de rol van Gazprom de laatste jaren alleen maar groter geworden. De productie in Groningen is drastisch teruggelopen, de andere gasvelden in Nederland (buiten Groningen) zitten aan hun maximale capaciteit en datzelfde geldt voor toeleverancier Noorwegen.
Grondstoffen Sancties zorgen voor schaarste
Behalve grondstoffen zoals olie en gas, exporteert Rusland ook veel soorten metalen. De Europese Unie is voor een behoorlijke lijst van belangrijke materialen afhankelijk van Rusland. Zo komt 40 procent van het palladium – een schaars zilver-wit metaal – hier vandaan. Deze stof wordt veel gebruikt in katalysatoren van voertuigen, sieraden en tandheelkunde. Vanadium, waarvan 32 procent van de import uit Rusland komt, wordt veelal verwerkt in staal.
Maar voor veel meer grondstoffen geldt dat Rusland een belangrijke handelspartner is, zoals voor aluminium, nikkel of fosfaat (een belangrijk ingrediënt van kunstmest). Tal van sectoren kunnen door een verdere escalatie van het conflict aan de Oost-Oekraïense grens te maken krijgen met (nog) hogere prijzen, schaarste en lange leveringstijden. Veel industrie in Europa zal door sancties dus in de problemen komen.
De afhankelijkheid van andere landen voor de levering van grondstoffen die kritiek zijn voor de Europese economie staat al jaren ter discussie. Voornamelijk wat betreft de energietransitie haalt Europa nog te veel grondstoffen uit China en Rusland, zei onder meer de Franse minister van Ecologische Transitie Barbara Pompili afgelopen december.
Tarwe en maïs Verstoring van de handelsstroom van landbouwproducten
Geen land exporteert zoveel tarwe als Rusland. Samen met Oekraïne, de nummer 5 op de lijst van tarwe-exporteurs, voorziet het vele miljoenen mensen van een van de belangrijkste voedingsstoffen, van Bangladesh tot aan Zuid-Korea en Egypte. Indien het conflict aan de Oost-Oekraïense grens, waar veel landbouw plaatsvindt, verder escaleert, bestaat het risico dan ook dat deze kritieke handelsstroom ernstig verstoord wordt.
Dat betekent dat miljoenen mensen het risico lopen op nog meer voedselonzekerheid dan er al is. De wereldvoedselprijzen zijn sinds het begin van de pandemie in 2020 snel gestegen. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) zijn de (nominale) prijzen sinds 2011 niet zo hoog geweest. De verergerende voedselschaarste zou binnenlandse conflicten kunnen aanwakkeren, schreef het Centre for Strategic and International Studies, een Amerikaanse denktank, begin februari.
Egypte is zo’n precair land: 60 procent van de tarwe-import in 2020 was afkomstig uit Rusland, en nog eens 25 procent uit Oekraïne. Die grote afhankelijkheid geldt ook voor Turkije, waar dat zelfde jaar 75 procent van de tarwe-import uit de twee landen kwam. Turkije zou de economische crisis in eigen land snel zien verergeren vanwege de al torenhoge inflatie. Voedselprijzen stegen er in januari al met 55 procent ten opzichte van een jaar eerder.
Ook zijn veel landen afhankelijk van maïs uit Oekraïne (nummer 4 op de lijst van exporteurs). Zo haalden zowel China als Nederland in 2020 ruim de helft van de totale maïsimport uit het land. Dit geldt ook voor andere voedingsstoffen, zoals graan. Zo zijn Libanon en Libië voor respectievelijk 50 en 43 procent van de graanimport afhankelijk van Oekraïne.
Financiële wereld ECB trok weken geleden al aan de bel
Europese banken zijn al een paar weken gewaarschuwd: escalatie van de Russische agressie tegen Oekraïne kan ook jullie gaan raken. De Europese Centrale Bank, de toezichthouder van de grote banken in de eurozone, trok eind januari aan de bel. Sommige Europese banken zijn actief op de Russische markt, waar recessiegevaar dreigt. En allemaal moeten ze, in het geval van zware financiële sancties van Europa of de Verenigde Staten tegen Rusland, opletten dat ze die sancties niet schenden, op straf van flinke boetes.
De blootstelling van banken aan Russische klanten – particulieren of overheden – is het grootst in Italië, Frankrijk en Oostenrijk, zo blijkt uit gegevens van de Franse econoom Eric Dor van instituut IESEG in Lille. In Italië en Frankrijk gaat het om krap 20 miljard euro (UniCredit, Société Générale), in Oostenrijk (Raiffeissen) om 14 miljard euro. Daarna volgen de Verenigde Staten, Japan, Duitsland en Nederland, waar ING zo’n 5 miljard euro aan krediet heeft verstrekt aan Rusland, zo meldde de bank laatst aan persbureau ANP.
UniCredit wordt het al heet onder de voeten. Topman van de bank Andrea Orcel zat eind januari nog in een videocall met president Vladimir Poetin, samen met andere Italiaanse zakenlieden. Even later kondigde UniCredit aan af te zien van overname van de Russische bank Otkritie – dit om „geopolitieke” redenen.
Een zware financiële sanctie tegen Rusland die de voorbije weken is besproken, is het ontzeggen van de Russische toegang tot Swift, een netwerk waarin banken elkaar over de grenzen heen betalen dat vanuit de VS wordt beheerd. Dit zou ook niet-Russische financiële partijen die zakendoen met Rusland zwaar raken. Maar naar verluidt is deze optie inmiddels van tafel, omdat dit betalingen (onder meer voor Russisch gas) te zeer zou bemoeilijken. Ook zou het Russische (en Chinese) pogingen om een alternatief voor het door de Amerikanen gedomineerde systeem op te bouwen, juist versnellen. Sancties tegen individuele Russische banken komen er wel. Die werden dinsdag aangekondigd door het Verenigd Koninkrijk en door de EU.
Veel van de geldstromen tussen Rusland en andere landen zijn allesbehalve transparant. Rijke Russen hebben honderden miljarden dollars in het buitenland gestald. Geldstromen lopen via Cyprus of via Nederland – en eindigen vaak in Londen of in belastingparadijzen. Als deze tegoeden worden geraakt door sancties, treft dat ook westerse financiële partijen die hier op de een of andere manier aan meeverdienen.