Opinie

Oorlogsstemming leidt tot blikvernauwing

Luuk van Middelaar

De oorlog gaat nog even niet door. Een deel van de Russische troepen aan de grens met Oekraïne mag de kazernes weer in. „Oefeningen afgerond”, aldus de minister van Defensie dinsdag. Voorlopig, want Poetin kan dit zenuwenspel lang volhouden.

Toch zijn in twee maanden de verhoudingen op drie punten gewijzigd. Eén: Rusland heeft de aandacht van de VS en Europa gevangen, het hoofddoel van de operatie. Washington neemt de militaire dreiging serieus. Weliswaar heeft Poetin het westerse blok niet uiteen gespeeld, zoals hij hoopte, maar de erkenning van Ruslands grootmachtstatus door de VS is hem veel waard.

Twee: de Oekraïners weten nu dat (sommige) NAVO-landen wel wapens hun kant op sturen, maar niet voor hen zullen vechten – ook de VS niet. De aangekondigde ontruiming van de Amerikaanse ambassade in Kiev is leerrijk; de VS trekt zijn diplomaten terug naar de westelijke stad Lviv, alsof de hoofdstad elk moment in Russische handen kan vallen.

De Oekraïense regering trekt hieruit verstandige conclusies. Gevraagd of zijn land de NAVO-wens zou laten schieten onder de dreiging van oorlog, zei een oud-minister zondag tegen de BBC: „Misschien wel, met zulke chantage.” President Zelensky erkende maandag dat NAVO-lidmaatschap wellicht „een droom” is, terwijl zijn Duitse gast, bondskanselier Scholz, meldde dat het thema „niet op de agenda” staat (iets wat hij dinsdag in Moskou herhaalde). De leiding in Kiev getuigt zo van meer verantwoordelijkheidszin dan de officiële NAVO-lijn, die – met een domme belofte uit 2008 – verwachtingen wekt die wij zelf niet wensen waar te maken, laat staan ervoor te sterven.

Drie: de Europese politiek hervond, na een vernederende fase van Amerikaans-Russische gesprekken, een diplomatieke rol. President Macron (vorige week in Moskou en Kiev) en bondskanselier Scholz (deze week idem) stemmen hun gespreksoffensief nauw af met elkaar en met collega-EU-regeringsleiders, Polen en de Baltische staten voorop, en ook met Biden.

Dat laatste is belangrijk. President Obama, tijdens eenzelfde toestand onder grote druk van de haviken in zijn staf en in het Congres, liet in 2015 het Europese duo Merkel–Hollande graag de kans het Minsk-II-akkoord tussen Moskou en Kiev uit te onderhandelen; zo ook zal Biden het persoonlijk toejuichen dat Scholz en Macron het diplomatieke pad openhouden. De Amerikaanse president heeft zich niet uit Afghanistan teruggetrokken om zijn kiezers een nieuwe oorlog te serveren.

Geen illusies: het invasiegevaar kan voor Oekraïne elk moment weer opduiken. Toch zou een korte ontspanning ook ons helpen, allereerst om strategisch oordeelsvermogen te herwinnen. Afgelopen weken werd in westerse media soms wel heel losjes over een oorlog met Rusland gesproken; „met meer opwinding dan afschuw”, zoals de Franse diplomaat-intellectueel Jean-Marie Guéhenno bezorgd schreef.

Oorlogsstemming leidt tot blikvernauwing. In situaties van hoogspanning is het een gevaar op zich. We ontwaren dit risico scherp bij de tegenpartij. In reportages viel te lezen hoe Poetin, eenzaam in zijn Covid-vrije paleis, vrijwel geen mens meer spreekt en over oorlog en vrede beslist met drie adviseurs, bij de thee. Geen fijn idee.

Maar zien we de blikvernauwing bij onszelf? Fascinatie voor de korte termijn is een teken aan de wand. Neem de kern van het diplomatieke gesprek sinds januari: Poetin doet iets bruuts en wij meppen hard dan terug met sancties (waarover veel overlegd is). Heel goed. Maar wat gebeurt daarna? Welke keten van gebeurtenissen volgt op openingszet en tegenzet? Daarover was het vrij stil. Hoe kan Rusland, zodra het Oekraïne (deels) in de greep zou hebben, ons treffen – luchtruim of gaskraan dicht, migranten naar de EU-buitengrenzen, stop op export van graan of zeldzame metalen? Wellicht liggen achter de schermen scenario’s klaar, maar ik had er graag meer over gelezen.

Blikvernauwing uit zich ook in minder geduld voor tegenspraak of nuance. Wie aandacht vraagt voor Oekraïnes complexiteit of Ruslands grieven is dan algauw een verrader of Poetin-Versteher. Die moralisering van het debat schaadt het strategisch begrip.

Ten slotte vergeten we dat ook wij met een bril naar de gebeurtenissen kijken. We weten: Poetin beziet alles door de lens van het verloren Sovjet-rijk na 1989. Maar, zoals Tom McTague in een sterk essay in The Atlantic schreef: ook wij hebben onze historische brillen. De Britten: nooit meer de appeasement van München 1938. En vanwege hun verleden willen de Duitsers steeds vrede zoeken, de Fransen hun onafhankelijkheid tonen, de Amerikanen de baas zijn. Een diplomatieke uitweg uit de horror van een oorlog vraagt ook om zelfinzicht, en dus een spiegel.

Luuk van Middelaar is politiek filosoof en historicus.