Onderzoeker mensenrechten: vrijwillige terugkeer is in feite dwang

Christian Mommers Rechten en plichten van ongewenste vreemdelingen zijn ‘eenzijdig en te vaag’. Dat laat te veel ruimte voor misbruik door overheden.

Het azc in Ter Apel.
Het azc in Ter Apel. Foto Kees van de Veen

Kan van een vreemdeling die moet vertrekken worden verwacht dat hij een briefje schrijft hoe dankbaar en blij hij is terug te mogen naar zijn land van herkomst?

Nee, maar het gebeurt wel. Dat zegt Christian Mommers, die in Leiden is gepromoveerd op een studie naar de EU-regels rond vrijwillige terugkeer. Die regeling uit 2008 voor de terugkeer van ongedocumenteerde vreemdelingen laat te veel ruimte voor misbruik door Europese en andere overheden.

Mommers (43), die eerder voor Amnesty International werkte en sinds 2016 als adviseur mensenrechten verbonden is aan de Raad van Europa, kent het terrein al jaren en heeft de praktijk zien verharden. „Voor mij is de kern: wat mag je van mensen verwachten en wat niet? Dat moet duidelijk zijn. Natuurlijk is de vrijwillige terugkeer waar de EU-richtlijn in voorziet – en waar lidstaten zich aan dienen te houden – altijd geclausuleerd: je móét terug. Het gaat erom hoe ver de medewerking die je moet verlenen mag gaan.”

Dankbaarheidsbriefje

Die verantwoordelijkheid wordt volgens Mommers nu te eenzijdig – en te vaag – bij de vreemdeling gelegd. Die moet er zoveel mogelijk zelf voor zorgen dat hij kan worden opgenomen in een land van herkomst, wat kan leiden tot misbruik en tot schending van mensenrechten.

Voorbeelden komen langs in zijn omvangrijke, juridisch-technische dissertatie, Voluntary return and the limits of individual responsibility in the EU Returns Directive. Vreemdelingen met een vertrekplicht die soms een nederig dankbaarheidsbriefje moeten schrijven of die smeergeld moeten betalen om toegelaten te worden tot hun land van herkomst.

De balans is doorgeslagen in het nadeel van de individuele vreemdeling

Hij zegt: „Vrijwillige terugkeer is ook dwang, alleen geeft het woord ‘vrijwillig’ een andere indruk. Maar die term is natuurlijk niet voor niets gekozen. Mijn vraag is wat die vrijwilligheid, de eigen verantwoordelijkheid van de vreemdeling, dan precies inhoudt. Mijn conclusie is dat die niet helder is omschreven en veel meer moet worden ingeperkt. Er staat in feite nu alleen: je moet terug. Maar wat je daar precies zelf voor moet doen en waar je niet toe verplicht bent, dat is onduidelijk. Je kunt er bijvoorbeeld niet zomaar van uitgaan dat als aan een vreemdeling door de ambassade van het herkomstland geen documenten zijn afgegeven, het wel zijn schuld zal zijn.”

25 aanbevelingen

Als besluit van zijn proefschrift doet Mommers maar liefst 25 gedetailleerde aanbevelingen om de huidige EU-terugkeerregeling te verduidelijken: over de eisen aan de vreemdeling en aan het land van herkomst, over de termijn van terugkeer.

Misschien wat cynisch, maar moeten overheden niet juist een beetje armslag houden door de regels niet al te gedetailleerd te maken?

„Ja maar goed en wel, ook overheden hebben zich te houden aan regels en grondrechten. In de praktijk zien we nu al, met terugkeer maar ook met de bewaking van de buitengrenzen, de zogenaamde pushbacks, dat politieke belangen de juridische waarborgen stukje bij beetje opzij schuiven. Aan de andere kant, de regels kunnen ook maar beter zo helder mogelijk zijn want een lidstaat heeft er geen belang bij door een rechter te worden teruggefloten. En gebrek aan duidelijkheid kan ook de relatie met terugkeerlanden in de weg zitten, dat is ook niet in het belang van terugkeerbeleid.”

Dus uw voorstellen kunnen ook helpen terugkeerprocedures te stroomlijnen?

„Dat is de million dollar question. Maar mij gaat het erom dat je mensen een eerlijke kans geeft om te vertrekken, voordat ze worden gedwongen en in handboeien op het vliegtuig worden gezet. Een betere bescherming van het individu is daarnaast wat mij betreft onderdeel van het terugkeerbeleid. Ik zeg nergens dat het beleid niet effectief mag zijn, ik wijs erop dat de balans is doorgeslagen in het nadeel van de individuele vreemdeling. Die balans probeer ik te herstellen. Als je dat uit het oog verliest, ondermijn je uiteindelijk de legitimiteit van het hele beleid.”