Haar naam was Anna Delvey, ze landde in New York in 2013 en ze stond op het punt een groot familiefortuin te erven. Zestig miljoen, zei ze in een onplaatsbaar accent, terwijl ze zich brutaal een plaats verwierf tussen de party people. Delvey’s plan: een eigen Arts Club in een monumentaal pand, waar de incrowd zich onder haar leiding zou verzamelen. Daar was geld voor nodig, veel geld: in vier jaar tijd wist Delvey vrienden, banken en luxehotels tonnen af te troggelen, een spoor van onbetaalde rekeningen, valse cheques en lege creditcards achterlatend. Tot ze tegen de lamp liep: na haar arrestatie en een geruchtmakende rechtszaak werd ze veroordeeld tot vier tot twaalf jaar gevangenisstraf.
Anna Delvey bleek het verzinsel van Anna Sorokin, de losgeslagen dochter van naar Duitsland geëmigreerde, Russische middenstanders. Amerika was gefascineerd: was dit een monster of een heldin die slim gebruik had gemaakt van een verrot systeem? Een sensationeel verhaal, zeker, maar dat levert niet automatisch goed tv-drama op. De Netflix-serie Inventing Anna, geïnitieerd door producent en scenarist Shonda Rhimes (Grey’s Anatomy, Bridgerton), slaagt er niet in om over de hele linie te blijven boeien. Dat ligt allereerst aan de lengte: een ‘miniserie’ van negen afleveringen van ruim een uur is simpelweg te lang. Anna’s verhaal had in filmformaat gepast.
Keurslijf
Want hoe intrigerend is deze Anna Delvey nu eigenlijk? Als de nieuwigheid er eenmaal af is, zien we vooral patronen: eerst de feestende, shoppende, met dollars rondstrooiende Anna, gevolgd door de liegende, vrienden en personeel schofferende, wegduikende Anna. Actrice Julia Garner doet haar uiterste best om er een enigmatisch en aantrekkelijk personage van te maken en bestudeerde Anna’s lome lichaamstaal en curieuze Russisch-Duitse accent tot in detail, maar de rol is ook een keurslijf: steeds weer die zonnebril, steeds weer dat telefoontje. Acteertechnisch is een Instagram-leven nogal saai.
Problematischer nog is de tweede hoofdpersoon, geïnspireerd door journalist Jessica Pressler, die in 2018 een lang artikel in New York Magazine publiceerde dat de basis van het script vormt. Pressler heet hier Vivian Kent, ze wordt vertolkt door Anna Chlumsky (voor wie meent haar ergens van te kennen: als elfjarig moppie speelde ze met Macaulay Culkin in My Girl) en je wordt af en toe horendol van haar. Een goede journalist is obsessief, maar Vivian stopt helemaal nóóit: Chlumsky’s gezicht lijkt van rubber, zo peinst en fronst ze. Ze raakt in verwachting tijdens haar onderzoek en pleegt het laatste, cruciale telefoontje als de vliezen al zijn gebroken. Haar softe vriend en een groepje goeiige collega’s vormen samen een oeverloos geïnteresseerd klankbord; een fantasie, zij het een feministische.
Dankbare prooi
De echte lol zit hier in de bijrollen. Stylist Val (James Cusati-Moyer), personal trainer Kacy (Laverne Cox), vriendin Rachel (Katie Lowes) en hotelconciërge Neff (Alexis Floyd) dragen hun afleveringen ieder met gemak. De details in hun verhaallijnen zouden best voor een deel ‘compleet verzonnen’ kunnen zijn, zoals de speels gemonteerde disclaimer aan het begin van elk volgend uur waarschuwt, maar dat doet er weinig toe: dit zijn echte mensen met onvervulde dromen, een dankbare prooi voor bloedzuigers en profiteurs zoals Anna.
Anna zelf weet zelfs in de gevangenis weinig erbarmen op te roepen. Ook in het echte leven lijkt haar zelfvertrouwen ongebroken: toen ze vorig jaar vervroegd vrijkwam wegens goed gedrag (inmiddels zit ze weer vast, haar visum bleek verlopen) werd meteen haar Instagram-account nieuw leven ingeblazen. Ze beschouwt zichzelf als een player tussen de players die geen werkelijk kwaad in de zin had, en showrunner Rhimes kan daar deels in meekomen: volgens haar is Delvey buitensporig hard gestraft voor het soort bedrog dat op Wall Street zowat dagelijkse praktijk is. Dat kan best. Maar hoeveel tijd wil je daar als kijker aan besteden?