Korte kür Lindsay van Zundert werd dinsdag de eerste Nederlandse kunstschaatsster in 46 jaar die in actie kwam op de Spelen. Vandaag mag ze opnieuw. Dit zijn drie essentiële elementen uit haar kür van dinsdag, die ze ook in haar vrije kür laat terugkeren.

De kür van Lindsay

Lindsay van Zundert werd dinsdag de eerste Nederlandse kunstschaatsster in 46 jaar die in actie kwam op de Spelen. Vandaag mag ze opnieuw. Dit zijn drie essentiële elementen uit haar kür van dinsdag, die ze ook in haar vrije kür laat terugkeren.

Als de 17-jarige Lindsay van Zundert op dinsdag 15 februari net na 11.00 uur Nederlandse tijd op het ijs van het Capital Indoor Stadium in Beijing stapt, is ze de eerste Nederlandse in 46 jaar die aan het onderdeel kunstrijden op de Olympische Spelen meedoet. In 1976 was Dianne de Leeuw voor haar de laatste; ze won zilver op de ijsbaan in het Oostenrijkse Innsbruck.

Kunstschaatsen is een jurysport. Negen juryleden beoordelen de schaatsers op bekwaamheid, overgangen en bewegingen, presentatie en uitvoering, choreografie en de interpretatie van de muziek. De vrouwen beginnen dinsdag met de korte kür, die maximaal 2 minuten en 50 seconden mag duren.

De meeste punten zijn te verdienen met de technische elementen. Elke korte kür moet er daarvan zeven bevatten: drie sprongen, drie pirouettes en een passenserie. Hiermee maken de kunstrijdsters onderling het verschil.

Van Zundert heeft voor dit olympisch seizoen speciaal een nieuwe oefening ontwikkeld. Ze heeft haar nieuwe kür voor duizenden euro’s gekocht bij de Franse choreograaf Benoît Richaud. De Fransman is een grote naam in het kunstschaatsen: hij werkte onder meer met de Japanse Rika Kihira en de Russin Jelizaveta Toektamysjeva, die allebei zilver wonnen bij de laatste wereldkampioenschappen.

De korte kür die Richaud voor Van Zundert heeft gemaakt houdt rekening met haar sterke en zwakke punten. De bedoeling is dat Van Zundert zich met zijn oefening plaatst voor de vrije kür. Daarvoor moet ze met haar korte kür bij de beste 24 schaatsers eindigen.

Om te begrijpen wat Van Zundert doet, en waarom, nemen we in deze productie drie elementen uit haar korte kür onder de loep. De muziek die bij haar korte kür hoort - 11 Past the Hour van Imelda May - kun je hier aanzetten. Welke elementen voert ze uit, hoe moeilijk zijn die, en waarom is Van Zundert daar zo goed in? Een sprong, een pirouette en een passenserie uit haar olympische oefening uitgelicht.

Vier draaiingen

Waar Van Zundert drie keer om haar as draait bij haar moeilijkste sprongen, kunnen de meeste mannelijke schaatsers ‘quadruples’ uitvoeren, viervoudige rotaties. Er zijn slechts een aantal vrouwen die dit ook kunnen; vooral de Russinnen zijn er goed in. Mede hierom zijn zij altijd topfavoriet.

Van Zundert kan een quadruple nog niet. Ze oefent er ook niet op, omdat het risico op een blessure te groot is. Ze heeft meer (rotatie)snelheid nodig, nu is het risico op te vroeg of te laat landen en daarbij lelijk vallen nog te groot. “Maar in de toekomst wil ik dit graag leren”, zegt ze.

Kunstschaatsen is een jurysport

Negen juryleden beoordelen de schaatsers op bekwaamheid, overgangen en bewegingen, presentatie en uitvoering, choreografie en de interpretatie van de muziek. De vrouwen beginnen dinsdag met de korte kür, die maximaal 2 minuten en 50 seconden duren.

De meeste punten zijn te verdienen met de technische elementen. Elke korte kür moet er daarvan zeven bevatten: drie sprongen, drie pirouettes en een passenserie. Hiermee maken de kunstrijdsters onderling het verschil.

Colofon

Tekst Sam de Voogt Techniek Tim Hoogendijk Animatie Emmelien Stavast Beeld Storicam

Met dank aan Lindsay van Zundert, Chantal Vervuren, Thomas Kennes, Elze van Driel, Koen Smeets, Rogier van ’t Hek, Miriam Vieveen, Dennis Boxhoorn, Enzo van Steenbergen en Midas van Son